Incoterms® 2020, alles wat je moet weten

Ben je exporteur of importeur? Dan maak je met je buitenlandse zakenpartner afspraken over het vervoer van de goederen. Door het afspreken van Incoterms® weet je wie van beiden verantwoordelijk is voor het regelen van het vervoer en wie de kosten van het vervoer betaalt. En bij wie het transportrisico ligt. Dit is het risico van schade aan, of verlies van de goederen tijdens het vervoer. Er zijn meerdere Incoterms®-regels met verschillende verplichtingen en verantwoordelijkheden voor verkoper (exporteur) en koper (importeur).

De International Chamber of Commerce (ICC) heeft de Incoterms® gemaakt. Deze krijgen elke tien jaar een vernieuwde versie. De laatste versie is van 2020 en heeft elf Incoterms®-regels. Welke Incoterms® je afspreekt hangt af van het soort vervoer en van de verantwoordelijkheden die je wilt nemen.

In de video 'Alles wat je moet weten over Incoterms®' zie je hoe Incoterms® werken. Via de links krijg je per Incoterms®-regel uitleg met daarin de belangrijkste verplichtingen voor koper en verkoper.

Alles wat je moet weten over Incoterms®

Ex Works (EXW)

De Incoterms®-regel Ex Works (EXW) heeft de minste verplichtingen voor de verkoper. Want de verkoper zet de goederen op een afgesproken plaats klaar voor de koper. De afgesproken plaats is vaak het bedrijfspand, de werkplaats of opslagruimte van de verkoper.

Verplichtingen voor koper

Voor de koper is EXW een 'onvriendelijke' Incoterms®-regel, omdat de koper het hele transport moet regelen. De koper betaalt vanaf de afgesproken plaats alle kosten voor het vervoer naar de eindbestemming. Ook is het risico van verlies of schade aan de goederen vanaf dat moment voor de koper. De plaats waar het risico overgaat van verkoper op koper heet bij Incoterms® de ‘plaats van levering’. Bij EXW is dit meestal het bedrijf van de verkoper. 

De koper is ook verantwoordelijk voor het laden van de goederen in het voertuig. Omdat vervoerders door internationale vervoersverdragen beperkt aansprakelijk zijn, is het verstandig als de koper een goederentransportverzekering afsluit.

EXW en soort vervoer

Je kunt EXW afspreken voor alle soorten vervoer. Dus vervoer over de weg, het water, het spoor en via de lucht. In Nederland staat EXW bekend als ‘Af Fabriek’.

Export naar land buiten de EU

EXW past niet bij exportzendingen waarbij de koper buiten de EU zit. Bij EXW is de koper de exporteur van de goederen en verantwoordelijk voor de uitvoeraangifte bij de Nederlandse Douane. Dit is niet praktisch. Want de exporteur die in de uitvoeraangifte staat moet in de EU zitten. Dit betekent dat de koper op zoek moet gaan naar een partij in de EU die als exporteur optreedt. Bijvoorbeeld een logistiek dienstverlener zoals een douane-expediteur.

Ook is de koper bij EXW verantwoordelijk voor het regelen van een uitvoervergunning of andere uitvoerdocumenten.

Btw 0-tarief

Bij verkoop van producten aan een klant buiten de EU mag de verkoper een factuur sturen met 0% btw. De verkoper moet dan wel kunnen bewijzen dat de goederen de EU uit zijn. Dit is lastig omdat de koper bij EXW verantwoordelijk is voor de uitvoeraangifte bij de douane. De verkoper is dan afhankelijk van de koper of diens logistieke dienstverlener voor de Confirmation of Exit. Dit is het bewijs van uitvoer. 

Kan de verkoper de uitvoer niet genoeg bewijzen? Dan ziet de Nederlandse Belastingdienst de verkoop als een binnenlandse levering. Dit betekent dat de verkoper Nederlandse btw moet betalen.

Advies: kies minimaal FCA-A

Spreek minimaal de Incoterms®-regel Free Carrier (FCA) af in plaats van EXW. Zeker als je zakendoet met leveranciers of klanten buiten de EU. Bij FCA regelt de verkoper de uitvoeraangifte en de uitvoerdocumenten die nodig zijn. Ook is de verkoper verantwoordelijk voor de goederen in het vervoermiddel laden op de afgesproken plaats.

FCA heeft 2 vormen: FCA-A en FCA-B. Is de afgesproken plaats het bedrijf van de verkoper? Gebruik dan FCA-A in plaats van EXW. De koper regelt het vervoer en de verkoper bewijst met de uitvoeraangifte dat de goederen de EU uit gaan. De verkoper kan zo een factuur met 0% btw sturen aan de koper.

EXW en internationale betalingen

EXW gaat moeilijk samen met de internationale betalingsvormen Letter of Credit (L/C) en documentair incasso. Bij deze betalingsvormen betaalt de koper op basis van door de verkoper aangeboden handelsdocumenten. De verkoper levert deze documenten in bij diens eigen bank. Deze bank stuurt de documenten daarna door naar de bank van de koper.

Een voorbeeld van een handelsdocument is een transportdocument. Bij EXW is de koper verantwoordelijk voor het regelen van transport. Hierdoor heeft de koper het transportdocument in handen, en de verkoper niet. De verkoper kan het vereiste transportdocument dus niet inleveren bij de bank. Hierdoor is er een risico dat de bank niet betaalt.

EXW in contract

Spreek je EXW af? Zet het zo in de overeenkomst met je buitenlandse zakenpartner: 'EXW (gevolgd door afgesproken plaats van levering) Incoterms® (jaarversie)'.

Voorbeeld voor een Nederlandse exporteur: ‘EXW Fabrieksstraat 5, Utrecht, Netherlands, Incoterms® 2020’.

Free Carrier (FCA)

De Incoterms®-regel Free Carrier (FCA) heeft iets meer verplichtingen voor de verkoper dan Ex Works (EXW). De verkoper geeft de goederen door aan de koper of de vervoerder van de koper op de afgesproken plaats. Vanaf dat moment zijn alle kosten die bij het vervoer horen en het risico van verlies of schade aan de goederen voor de koper. De afgesproken plaats is vaak het bedrijfspand van de verkoper. Maar een andere plaats kan ook, zoals een groupageloods of een terminal in de zeehaven van vertrek. 

Bij exportzendingen naar een land buiten de EU moet de verkoper de uitvoeraangifte bij de douane regelen. Koper en verkoper kunnen een goederentransportverzekering afsluiten voor het deel van het vervoer waarover zij transportrisico lopen. Dit is niet verplicht.

FCA en soort vervoer

Je kunt FCA afspreken voor alle soorten vervoer. Dus vervoer over de weg, het water, het spoor en via de lucht. In Nederland staat FCA bekend als ‘Vrachtvrij tot Vervoerder’.

FCA A en B

FCA bestaat uit twee types, FCA-A en FCA-B.

FCA-A

De overdracht van risico en kosten van verkoper naar koper gebeurt nadat de verkoper de goederen heeft geladen op het vervoermiddel van de koper. Of op het vervoermiddel van een door de koper ingeschakelde vervoerder. Dit laden vindt plaats in de bedrijfsruimte of op het terrein van de verkoper. 

De plaats waar het risico overgaat van verkoper op koper, heet bij Incoterms® de ‘plaats van levering’. Bij FCA -A is de plaats van levering dus de bedrijfsruimte of het terrein van de verkoper. FCA-A komt vaak voor bij volle containerladingen. Bij zeevervoer heet dit Full Container Load (FCL).

FCA-B

Bij FCA-B vervoert de verkoper zijn goederen naar een andere plek. Bijvoorbeeld naar een groupageloods of de haven van vertrek.
Bij Less than Container Load (LCL) zitten zendingen van verschillende bedrijven bij elkaar in één container. Meestal gebeurt dit samenvoegen van zendingen op een andere plek zoals een groupageloods. De overdracht van risico en kosten van verkoper op koper gebeurt na aankomst van het door de verkoper geregelde en niet-geloste vervoermiddel op deze plek. Dit is de plaats van levering. De koper is dus verantwoordelijk voor het lossen van het aankomende vervoermiddel van de verkoper. En daarna voor het laden van de goederen in de container. De kosten en risico van het voortransport ofwel het vervoer van diens bedrijf naar deze plek zijn voor de verkoper.

Bij FCA-B kan het ook dat de verkoper een volle container met goederen (FCL) aflevert op een terminal in de zeehaven van vertrek. Het overgaan van risico en kosten van verkoper op koper gebeurt dan nadat het door de verkoper geregelde en niet-geloste vervoermiddel aankomt op de terminal.

Export naar land buiten de EU

Gaan de goederen naar een land buiten de EU? Dan regelt de verkoper de uitvoeraangifte bij de douane. Ook is de verkoper verantwoordelijk voor het regelen van een uitvoervergunning of andere uitvoerdocumenten. De koper regelt de invoer bij de douane in het bestemmingsland en betaalt de mogelijke invoerbelastingen. Als dit nodig is, vraagt de koper plaatselijke invoerdocumenten aan. Zoals een invoervergunning.

FCA of EXW

Als je internationaal zakendoet, kun je beter FCA gebruiken in plaats van EXW. Bij FCA is de verkoper verantwoordelijk voor de uitvoeraangifte en de uitvoerdocumenten die nodig zijn. Bij EXW heeft de koper deze verantwoordelijkheid. Dit is niet handig en soms zelfs onmogelijk. Ook is bij EXW de goederen in het voertuig laden op de afgesproken plaats de taak van de koper. Deze plaats is meestal het bedrijf van de verkoper. In de praktijk komt het vaak voor dat niet de chauffeur, maar de verkoper of diens personeel de goederen laadt in het voertuig. Dan is dit eigenlijk al FCA-A.

FCA en internationale betalingen

FCA gaat lastig samen met de internationale betalingsvormen Letter of Credit (L/C) en documentair incasso. Bij deze betalingsvormen betaalt de koper op basis van door de verkoper aangeboden handelsdocumenten. De verkoper levert deze documenten in bij diens eigen bank. Deze bank stuurt de documenten daarna door naar de bank van de koper.

Een voorbeeld van een handelsdocument is een transportdocument. Zo vraagt de bank bij zeevervoer vaak om een on-board bill of lading (B/L). Dit vervoersdocument is het bewijs van de rederij dat de goederen aan boord van het vertrekkende schip zijn geladen. De verkoper kan dit document normaal gesproken niet aanleveren bij diens bank, omdat deze bij FCA niet betrokken is bij het laden van het schip. De verkoper is namelijk niet verantwoordelijk voor het vervoer over zee regelen. Hierdoor bestaat het risico dat de bank niet uitbetaalt.

Afgeven on-board B/L aan koper

De Incoterms®-versie van 2020 geeft een oplosing voor dit probleem. Koper en verkoper kunnen bij FCA afspreken dat de koper diens vervoerder opdracht geeft om een on-board B/L aan de verkoper te geven. Hierdoor kan de verkoper toch aan de eis van de bank voldoen en een on-board B/L laten zien bij betaling via L/C of documentair incasso. Als koper en verkoper dit willen afspreken, moeten zij dit in de overeenkomst zetten.

FCA in contract

Spreek je FCA af? Zet het zo in de overeenkomst met je buitenlandse zakenpartner: 'FCA (gevolgd door precieze afgesproken plaats van levering) Incoterms® (jaarversie)'.

Voorbeeld voor Nederlandse exporteur bij FCA –A: ‘FCA (A) Fabrieksstraat 5, Utrecht, Netherlands, Incoterms® 2020’.

Voorbeeld voor Nederlandse exporteur bij FCA – B: ‘FCA (B) Groupageweg 10, Rotterdam, Netherlands, Incoterms® 2020’.

Free Alongside Ship (FAS)

Bij de Incoterms®-regel Free Alongside Ship (FAS) levert de verkoper zodra deze de goederen neerzet naast het door de koper genoemde schip. Dit betekent dat de verkoper de goederen aflevert op de kade of op een binnenvaartschip naast het vertrekkende schip. Vanaf dat moment zijn de kosten van vervoer en het risico van verlies of schade aan de goederen voor de koper. De koper is dus ook verantwoordelijk voor het laden van het vertrekkende schip vanaf de kade of vanaf het binnenschip. Zet daarom in de koopovereenkomst de precieze laadplaats, omdat daar het risico overgaat. Koper en verkoper kunnen een goederentransportverzekering afsluiten voor het deel van het vervoer waarover zij transportrisico lopen. Dit is niet verplicht.

FAS en soort vervoer

Je kunt FAS alleen afspreken voor vervoer over zee en binnenwateren. In Nederland staat FAS bekend als ‘Vrachtvrij Langszij Schip’.

FAS voor bulk- en stukgoed

FAS is vooral geschikt voor het vervoer van bulkgoed zoals graan of ijzererts. En voor stukgoed. Stukgoederen zijn goederen die je niet op elkaar kunt stapelen in een container, bijvoorbeeld auto’s. Bij bulk- en stukgoed kun je makkelijker controleren hoe de goederen eruitzien wanneer de verkoper ze op de kade of het binnenschip neerzet. Bij goederen in een container gaat dat niet. De container is namelijk al op een eerder moment geladen en afgesloten. Bij containervervoer kun je daarom beter Free Carrier (FCA-B) gebruiken.

Export naar land buiten de EU

De verkoper regelt de uitvoeraangifte als de bestemming van de goederen buiten de EU is. Ook is de verkoper verantwoordelijk voor het regelen van een uitvoervergunning of andere uitvoerdocumenten. De koper regelt de invoer bij de douane in het bestemmingsland en betaalt de mogelijke invoerbelastingen. Als het nodig is, vraagt de koper plaatselijke invoerdocumenten aan. Zoals een invoervergunning.

FAS en internationale betalingen

FAS gaat lastig samen met de internationale betalingsvormen Letter of Credit (L/C) en documentair incasso. Bij deze betalingsvormen betaalt de koper op basis van door de verkoper aangeboden handelsdocumenten. De verkoper levert deze documenten in bij diens eigen bank. Deze bank stuurt de documenten daarna door naar de bank van de koper.

Een voorbeeld van een handelsdocument is een Bill of Lading (B/L). Dit is een transportdocument voor het zeevervoer. De verkoper kan dit document normaal gesproken niet aanleveren omdat diegene niet verantwoordelijk is voor het vervoer over zee regelen. Hierdoor bestaat het risico dat de bank niet uitbetaalt.

FAS in contract

Spreek je FAS af? Zet het zo in de overeenkomst met je buitenlandse zakenpartner: 'FAS (gevolgd door afgesproken verschepingshaven) Incoterms® (jaarversie)'.

Voorbeeld voor Nederlandse exporteur: ‘FAS Rotterdam (eventueel aangevuld met precieze plaats in haven van Rotterdam), Netherlands, Incoterms® 2020’

Free On Board (FOB)

Bij de Incoterms®-regel Free on Board (FOB) zet de verkoper de goederen neer aan boord van het door de koper genoemde schip in de afgesproken verschepingshaven. Vanaf dat moment zijn de kosten van het vervoer en het risico van verlies of schade aan de goederen voor de koper. Koper en verkoper kunnen een goederentransportverzekering afsluiten voor het deel van het vervoer waarover zij transportrisico lopen. Dit is niet verplicht.

FOB en soort vervoer

Je kunt FOB alleen afspreken voor vervoer over zee en binnenwateren. In Nederland staat FOB bekend als ‘Vrachtvrij aan boord’.

FOB voor bulk- en stukgoed

FOB past vooral goed bij het vervoer van bulkgoed zoals graan of ijzererts. En voor stukgoed. Stukgoederen zijn goederen die je niet op elkaar kunt stapelen in een container, bijvoorbeeld auto’s. Bij bulk- en stukgoed kun je makkelijker controleren hoe de goederen eruitzien wanneer de verkoper ze aan boord van het schip neerzet. Bij goederen in een container gaat dat niet. De container is namelijk al op een eerder moment geladen en afgesloten. Bij containervervoer kun je daarom beter Free Carrier (FCA-B) gebruiken.

Export naar land buiten de EU

De verkoper regelt de uitvoeraangifte als de bestemming van de goederen buiten de EU is. Ook is de verkoper verantwoordelijk voor het regelen van een uitvoervergunning of andere uitvoerdocumenten. De koper regelt de invoer bij de douane in het bestemmingsland en betaalt de mogelijke invoerbelastingen. Als dit nodig is, vraagt de koper plaatselijke invoerdocumenten aan. Zoals een invoervergunning.

FOB en internationale betalingen

FOB gaat minder goed samen met de internationale betalingsvormen Letter of Credit (L/C) en documentair incasso. Bij deze betalingsvormen betaalt de koper op basis van door de verkoper aangeboden handelsdocumenten. De verkoper levert deze documenten in bij diens eigen bank. Deze bank stuurt de documenten daarna door naar de bank van de koper.

Een voorbeeld van een handelsdocument is een Bill of Lading (B/L). Dit is een transportdocument voor het zeevervoer. De verkoper kan dit document normaal gesproken niet aanleveren omdat diegene niet verantwoordelijk is voor het vervoer over zee regelen. Hierdoor bestaat het risico dat de bank niet uitbetaalt.

FOB in contract

Spreek je FOB af? Zet het zo in de overeenkomst met je buitenlandse zakenpartner: 'FOB (gevolgd door afgesproken verschepingshaven) Incoterms® (jaarversie)'.

Voorbeeld voor Nederlandse exporteur: 'FOB Rotterdam, Netherlands, Incoterms® 2020’.

Carriage Paid To (CPT)

De Incoterms®-regel Carriage Paid To (CPT) betekent dat de verkoper het vervoer regelt en betaalt tot de afgesproken plaats van bestemming. Het transportrisico ofwel risico van verlies of schade aan de goederen gaat op een eerder moment over op de koper. Namelijk wanneer de verkoper de goederen in eigen bedrijfspand of op een andere afgesproken laadplaats meegeeft aan de vervoerder. 

CPT en soort vervoer

Je kunt CPT afspreken voor alle soorten vervoer. Dus vervoer over de weg, het water, het spoor en via de lucht. CPT past goed bij het vervoer in containers. In Nederland staat CPT bekend als ‘Vracht Betaald tot’.

Overgang van transportrisico en kosten

De overgang van het transportrisico en de kosten van verkoper op koper gebeurt op verschillende momenten:

1. Plaats van levering

Het risico van verlies of schade aan de goederen gaat over van verkoper op koper wanneer de verkoper de goederen meegeeft aan diens vervoerder. Geef daarom in de koopovereenkomst duidelijk de plek aan waar dit gebeurt. Dit is de plaats van levering.

Soms gaat het vervoer met verschillende vervoermiddelen. Bijvoorbeeld wegvervoer in het land van de verkoper. Daarna zeevervoer naar het land van de koper. En tot slot wegvervoer naar de plaats van bestemming in het land van de koper. In dit geval gaat het transportrisico over op de koper wanneer de goederen zijn geladen in of op het vervoermiddel van de eerste vervoerder. Daar is dan de plaats van levering. Koper en verkoper kunnen een goederentransportverzekering afsluiten voor het deel van het vervoer dat zij transportrisico lopen.

2. Plaats van bestemming

De verkoper regelt en betaalt het vervoer naar de afgesproken plaats van bestemming. Meestal is deze plaats in het land van de koper. Bijvoorbeeld de grensovergang, een (lucht)haven, terminal, distributiecentrum, het bedrijf van de koper of een andere plek in het bestemmingsland. De kosten van het lossen op de plaats van bestemming zijn voor de verkoper als dit in de vervoerovereenkomst staat. De koper betaalt de kosten voor het inklaren bij de douane in het bestemmingsland. Ook betaalt de koper kosten van mogelijke doorvoer na aankomst op de afgesproken plaats van bestemming.

Export naar land buiten de EU

De verkoper regelt de uitvoeraangifte als de bestemming van de goederen buiten de EU is. Ook is de verkoper verantwoordelijk voor het regelen van een uitvoervergunning of andere uitvoerdocumenten. De koper regelt de invoer bij de douane in het bestemmingsland en betaalt de mogelijke invoerbelastingen. Als dit nodig is, vraagt de koper plaatselijke invoerdocumenten aan. Zoals een invoervergunning.

CPT en internationale betalingen

Als je CPT afspreekt kun je op verschillende manieren de betaling regelen.

CPT in contract

Spreek je CPT af? Zet het zo in de overeenkomst met je buitenlandse zakenpartner: 'CPT (gevolgd door de afgesproken plaats van bestemming) Incoterms® (jaarversie)'.

Voorbeeld voor Nederlandse exporteur: 'CPT 319 Company Street, New York City (NY), USA, Incoterms® 2020’.

Carriage and Insurance Paid To (CIP)

De Incoterms®-regel Carriage and Insurance Paid To (CIP) is bijna hetzelfde als CPT. De verkoper regelt en betaalt het vervoer tot de afgesproken plaats van bestemming. Het transportrisico gaat over op de koper wanneer de verkoper de goederen in eigen bedrijfspand of op een andere afgesproken laadplaats meegeeft aan de vervoerder. Het verschil met CPT is dat de verkoper een goederentransportverzekering afsluit voor de koper.

CIP en soort vervoer

Je kunt CIP afspreken voor alle soorten vervoer. Dus vervoer over de weg, het water, het spoor en via de lucht. CIP past goed bij het vervoer in containers. In Nederland staat CIP bekend als ‘Vracht en Verzekering Betaald tot’.

Overgang van transportrisico en kosten

De overgang van het transportrisico en de kosten van verkoper op koper gebeurt net als bij CPT op verschillende momenten:

1. Plaats van levering

Overgang van het risico van verlies of schade aan de goederen van verkoper op koper gebeurt wanneer de verkoper de goederen meegeeft aan diens vervoerder. Geef daarom in de koopovereenkomst duidelijk de plek aan waar dit gebeurt. Dit is de plaats van levering.

Soms gaat het vervoer met verschillende vervoermiddelen. Bijvoorbeeld wegvervoer in het land van de verkoper. Daarna zeevervoer naar het land van de koper. En tot slot wegvervoer naar de plaats van bestemming in het land van koper. In dit geval gaat het transportrisico over op de koper wanneer de goederen zijn geladen in of op het vervoermiddel van de eerste vervoerder. Daar is dan de plaats van levering. 

2. Plaats van bestemming

De verkoper regelt en betaalt het vervoer naar de afgesproken plaats van bestemming. Meestal is deze plaats in het land van de koper. Bijvoorbeeld de grensovergang, een (lucht)haven, terminal, distributiecentrum, het bedrijf van de koper of een andere plek in het bestemmingsland. De kosten van het lossen op de plaats van bestemming zijn voor de verkoper als dit in de vervoerovereenkomst staat. De koper betaalt de kosten voor het inklaren bij de douane in het bestemmingsland. Ook betaalt de koper kosten van mogelijke doorvoer na aankomst op de afgesproken plaats van bestemming.

Transportverzekering verplicht

Het verschil met CPT is dat de verkoper bij CIP een goederentransportverzekering af moet sluiten voor de koper. Deze verzekering dekt het vervoer tussen de plaats van aflevering aan de eerste vervoerder en de afgesproken plaats van bestemming. De verkoper moet zorgen dat de koper bij schade direct een beroep kan doen op deze transportverzekering bij de verzekeraar.Bij onvoldoende dekking van deze transportverzekering heeft de koper nog steeds het risico van verlies of schade aan de goederen. 

Bij Incoterms® 2020 is de verkoper verplicht tot het afsluiten van een transportverzekering met een uitgebreide dekking die gelijk is aan de Institute Cargo Clauses (A). Deze clausules bieden een allriskdekking. De verkoper en de koper mogen met elkaar een beperktere dekking afspreken. De Institute Cargo Clauses dekken geen schade door oorlog, stakingen of rellen. Hiervoor is een extra verzekering nodig. Dit is ook zo voor schade door eigen gebrek en vertraging.

Export naar land buiten de EU

De verkoper regelt de uitvoeraangifte als de bestemming van de goederen buiten de EU is. Ook is de verkoper verantwoordelijk voor het regelen van een uitvoervergunning of andere uitvoerdocumenten. De koper regelt de invoer bij de douane in het bestemmingsland en betaalt de mogelijke invoerbelastingen. Als dit nodig is, vraagt de koper plaatselijke invoerdocumenten aan. Zoals een invoervergunning.

CIP en internationale betalingen

Als je CIP afspreekt, kun je op verschillende manieren de betaling regelen.

CIP in contract

Spreek je CIP af? Zet het zo in de overeenkomst met je buitenlandse zakenpartner: 'CIP (gevolgd door de afgesproken plaats van bestemming) Incoterms® (jaarversie)'.

Voorbeeld voor Nederlandse exporteur: 'CIP 319 Company Street, New York City (NY), USA, Incoterms® 2020’.

Dit regelen Incoterms® niet

Incoterms® regelen niet wanneer het eigendom van de goederen overgaat. Dit kunnen koper en verkoper vastleggen in een eigendomsvoorbehoud. Incoterms® zeggen ook niets over intellectuele eigendomsrechten of over betalingsafspraken. 

Cost and Freight (CFR)

Bij de Incoterms®-regel Cost and Freight (CFR) regelt en betaalt de verkoper het vervoer tot de afgesproken haven van bestemming. Het transportrisico gaat op een eerder moment over op de koper. Namelijk nadat de verkoper de goederen aflevert aan boord van het schip in de afgesproken vertrekhaven. 

CFR en soort vervoer

Je kunt CFR alleen afspreken voor vervoer over zee en binnenwateren. In Nederland staat CFR bekend als ‘Kostprijs en Vracht’.

CFR voor bulk- en stukgoed

CFR past vooral goed bij het vervoer van bulkgoed zoals graan of ijzererts. En voor stukgoed. Stukgoederen zijn goederen die je niet op elkaar kunt stapelen in een container, bijvoorbeeld auto’s.  Bij bulk- en stukgoed kun je makkelijker controleren hoe de goederen eruit zien wanneer de verkoper ze aan boord van het schip neerzet. Bij goederen in een container gaat dat niet. De container is namelijk al op een eerder moment geladen en afgesloten. Bij containervervoer kun je daarom beter Carriage Paid To (CPT) gebruiken. Bij CPT is de goederen keuren op de plaats waar de container geladen wordt mogelijk.

Overgang van transportrisico en kosten

De overgang van het transportrisico en de kosten van verkoper op koper gebeurt op verschillende momenten:

1. Plaats van levering

Het risico van verlies of schade aan de goederen is voor de verkoper, tot het moment dat diegene de goederen aan boord van het schip in de afgesproken vertrekhaven neerzet. Dit is de plaats van levering. Vanaf dat moment is het transportrisico voor de koper. Koper en verkoper kunnen een goederentransportverzekering afsluiten voor het deel dat zij transportrisico lopen.

Soms gebeurt het vervoer met verschillende schepen. In dit geval gaat het transportrisico over op de koper nadat de verkoper de goederen aflevert aan boord van het eerste schip. Behalve als koper en verkoper een andere plaats van levering afspreken. Bijvoorbeeld de plaats waar de goederen worden overgeladen op het tweede schip.

2. Haven van bestemming

De verkoper regelt en betaalt het vervoer naar een plek in de afgesproken haven van bestemming. De verkoper sluit hiervoor een vervoerovereenkomst. Als dit in de vervoersovereenkomst staat, zijn de kosten van het lossen in de haven van bestemming ook voor de verkoper. De koper betaalt de kosten voor het inklaren bij de douane in het bestemmingsland. Ook betaalt de koper de kosten van mogelijke doorvoer na aankomst op de afgesproken plaats van bestemming.

Noem het precieze punt in de afgesproken haven van bestemming in de overeenkomsten met de koper en de vervoerder. Want tot dit punt zijn de kosten voor de verkoper.

Export naar land buiten de EU

De verkoper regelt de uitvoeraangifte als de bestemming van de goederen buiten de EU is. Ook is de verkoper verantwoordelijk voor het regelen van een uitvoervergunning of andere uitvoerdocumenten. De koper regelt de invoer bij de douane in het bestemmingsland en betaalt de mogelijke invoerbelastingen. Als dit nodig is, vraagt de koper plaatselijke invoerdocumenten aan. Zoals een invoervergunning.

Import uit China

LCL-zendingen, ofwel Less than Container Load-zendingen, bestaan uit samengevoegde goederen in één zeecontainer van verschillende leveranciers. Het komt voor dat Chinese expediteurs van LCL-zendingen bij aankomst onverwachte kosten in rekening brengen aan importeurs. De zogeheten China Import Service Fee (CISF). Een Chinese leverancier krijgt dan van een Chinese expediteur een vergoeding als deze expediteur het vervoer voor de leverancier mag verzorgen. De importeur betaalt deze vergoeding uiteindelijk. Wil je dit als importeur voorkomen? Vraag dan hulp aan een Nederlandse expediteur die het vervoer vanuit China regelt en spreek een andere Incoterms®-regel af met de Chinese verkoper. Bijvoorbeeld FCA (Chinese haven of andere Chinese locatie) of FOB (Chinese haven). Ook al is FOB minder geschikt voor containervervoer.

CFR en internationale betalingen

Als je CFR afspreekt, kun je op verschillende manieren de betaling regelen

Vermelding CFR in contract

Spreek je CFR af? Zet het zo in de overeenkomst met je buitenlandse zakenpartner: 'CFR (gevolgd door de afgesproken haven van bestemming) Incoterms® (jaarversie)'.

Voorbeeld voor Nederlandse exporteur: 'CFR Singapore, Tanjong Pagar Terminal, Incoterms® 2020’.

Cost Insurance and Freight (CIF)

De Incoterms®-regel Cost Insurance and Freight (CIF) is bijna hetzelfde als CFR. De verkoper regelt en betaalt het vervoer tot de afgesproken haven van bestemming. Het transportrisico gaat op een eerder moment over op de koper. Namelijk nadat de verkoper de goederen aflevert aan boord van het schip in de afgesproken vertrekhaven. Het verschil met CFR is dat de verkoper een goederentransportverzekering afsluit voor de koper.

CIF en soort vervoer

Je kunt CIF alleen afspreken voor vervoer over zee en binnenwateren. In Nederland staat CIF bekend als ‘Kostprijs, Verzekering en Vracht’.

CIF voor bulk- en stukgoed

CIF past vooral goed bij het vervoer van bulkgoed zoals graan of ijzererts. En voor stukgoed. Stukgoederen zijn goederen die je niet op elkaar kunt stapelen in een container, bijvoorbeeld auto’s.  Bij bulk- en stukgoed kun je makkelijker controleren hoe de goederen eruit zien wanneer de verkoper ze aan boord van het schip neerzet. Bij goederen in een container gaat dat niet. De container is namelijk al op een eerder moment geladen en afgesloten. Bij containervervoer kun je daarom beter Carriage and Insurance Paid To (CIP) gebruiken. Bij CIP is de goederen keuren op de plaats waar de container wordt geladen mogelijk.

Overgang van transportrisico en kosten

De overgang van het transportrisico en de kosten van verkoper op koper gebeurt op verschillende momenten:

1. Plaats van levering

Het risico van verlies of schade aan de goederen is voor de verkoper, tot het moment dat diegene de goederen aan boord van het schip in de afgesproken vertrekhaven neerzet. Dit is de plaats van levering. Vanaf dat moment heeft de koper het transportrisico. Koper en verkoper kunnen een goederentransportverzekering afsluiten voor het deel dat zij transportrisico lopen.

Soms gaat het vervoer met verschillende schepen. In dit geval gaat het transportrisico over op de koper nadat de verkoper de goederen aflevert aan boord van het eerste schip. Behalve als koper en verkoper een andere plaats van levering afspreken. Bijvoorbeeld de plaats waar de goederen worden overgeladen op het tweede schip.

2. Haven van bestemming

De verkoper regelt en betaalt het vervoer naar een plek in de afgesproken haven van bestemming. De verkoper sluit hiervoor een vervoerovereenkomst. Als dit in de vervoersovereenkomst staat, zijn de kosten van het lossen in de haven van bestemming ook voor de verkoper. De koper betaalt de kosten voor het inklaren bij de douane in het bestemmingsland. Ook betaalt de koper de kosten van mogelijke doorvoer na aankomst op de afgesproken plaats van bestemming.

Noem het precieze punt in de afgesproken haven van bestemming in de overeenkomsten met de koper en de vervoerder. Want tot dit punt zijn de kosten voor de verkoper.

Transportverzekering verplicht

Het verschil met CFR is dat de verkoper bij CIF een goederentransportverzekering moet afsluiten voor de koper. Deze verzekering dekt het vervoer over water tussen de vertrekhaven en de bestemmingshaven. De verkoper moet zorgen dat de koper bij schade direct een beroep kan doen op deze transportverzekering bij de verzekeraar. Bij onvoldoende dekking van de verzekering heeft de koper nog steeds het risico van verlies of schade aan de goederen. 

De verkoper moet een transportverzekering afsluiten met een minimale dekking die gelijk is aan de Institute Cargo Clauses (C). Deze clausules bieden een dekking voor brand, explosie, stranden, zinken, kapseizen, aanvaring, het lossen van de lading in een noodhaven, averij grosse opoffering en overboord werpen. De verkoper en de koper mogen met elkaar een hogere dekkingsgraad afspreken. Bijvoorbeeld dekking op basis van Institute Cargo Clauses (A) of (B). De Institute Cargo Clauses dekken geen schade door oorlog, stakingen of rellen. Hiervoor is een extra verzekering nodig. Dit is ook zo voor schade door eigen gebrek en vertraging.

Export naar land buiten de EU

De verkoper regelt de uitvoeraangifte als de bestemming van de goederen buiten de EU is. Ook is de verkoper verantwoordelijk voor een uitvoervergunning of andere uitvoerdocumenten. De koper regelt de invoer bij de douane in het bestemmingsland en betaalt de mogelijke invoerbelastingen. Als dit nodig is, vraagt de koper plaatselijke invoerdocumenten aan. Zoals een invoervergunning.

Import uit China

LCL-zendingen, ofwel Less than Container Load-zendingen, bestaan uit samengevoegde goederen in één container van verschillende leveranciers. Het komt voor dat Chinese expediteurs bij LCL-zendingen onverwachte kosten in rekening brengen aan importeurs. De zogeheten China Import Service Fee (CISF). Een Chinese leverancier krijgt dan van een Chinese expediteur een vergoeding als deze expediteur het vervoer voor de leverancier mag verzorgen. De importeur betaalt deze vergoeding uiteindelijk. Wil je dit als importeur voorkomen? Vraag dan hulp aan een Nederlandse expediteur die het vervoer vanuit China regelt en spreek een andere Incoterms®-regel af met de Chinese verkoper. Bijvoorbeeld FCA (Chinese haven of andere Chinese locatie) of FOB (Chinese haven). Ook al is FOB minder geschikt voor containervervoer.

CIF en internationale betalingen

Als je CIF afspreekt kun je op verschillende manieren de betaling regelen

CIF in contract

Spreek je CIF af? Zet het zo in de overeenkomst met je buitenlandse zakenpartner: 'CIF (gevolgd door de afgesproken haven van bestemming) Incoterms® (jaarversie)'.

Voorbeeld voor Nederlandse exporteur: 'CIF Singapore, Tanjong Pagar Terminal, Incoterms® 2020’.

Delivered At Place (DAP)

De Incoterms®-regel Delivered At Place (DAP) heeft veel verplichtingen voor de verkoper. De verkoper regelt en betaalt het vervoer tot de afgesproken plaats van bestemming. Ook is het risico van verlies of schade aan de goederen tot dit punt voor de verkoper. Het lossen van de goederen is voor de koper. Koper en verkoper kunnen een goederentransportverzekering afsluiten voor het deel van het vervoer waarover zij transportrisico lopen. Dit is niet verplicht.

DAP en soort vervoer

Je kunt DAP afspreken voor alle soorten vervoer. Dus vervoer over de weg, het water, het spoor en via de lucht. In Nederland staat DAP bekend als ‘Geleverd ter Bestemming’.

Plaats van bestemming

Bij DAP kan de afgesproken plaats van bestemming verschillen. Bijvoorbeeld het bedrijf van de koper, de grensovergang, een (lucht)haven, terminal, distributiecentrum of een andere plek in het bestemmingsland. Beschrijf bij DAP het punt binnen de afgesproken plaats van bestemming zo duidelijk mogelijk. Want dat is de plaats waar het risico van verlies of schade aan de goederen overgaat van verkoper op koper. Ofwel de plaats van levering.

De kosten van het lossen op de afgesproken plaats van bestemming zijn voor de koper. Behalve als in de vervoerovereenkomst tussen verkoper en vervoerder staat dat deze kosten voor de verkoper zijn. Het transportrisico is ook voor de koper vanaf het moment dat de goederen, niet uitgeladen, aankomen op de afgesproken plaats.

Export naar land buiten de EU

De verkoper regelt de uitvoeraangifte als de bestemming van de goederen buiten de EU is. Ook is de verkoper verantwoordelijk voor het regelen van een uitvoervergunning of van andere uitvoerdocumenten. De koper regelt de invoer bij de douane in het bestemmingsland en betaalt de mogelijke invoerbelastingen. Als dit nodig is, vraagt de koper plaatselijke invoerdocumenten aan. Zoals een invoervergunning.

DAP en internationale betalingen

Als je DAP afspreekt, kun je op verschillende manieren de betaling regelen

DAP in contract

Spreek je DAP af? Zet het zo in de overeenkomst met je buitenlandse zakenpartner: ‘DAP (gevolgd door de afgesproken plaats van bestemming) Incoterms® (jaarversie)’.

Voorbeeld voor Nederlandse exporteur: ‘DAP Strada Industriala 203, Chișinău, Moldova, Incoterms® 2020’.

Delivered at Place Unloaded (DPU)

De Incoterms®-regel Delivered at Place Unloaded (DPU) heeft veel verplichtingen voor de verkoper. De verkoper regelt en betaalt het vervoer tot de afgesproken plaats van bestemming. Het lossen is ook voor de verkoper. Ook het risico van verlies of schade aan de goederen tot en met het lossen op de afgesproken plaats van bestemming is voor de verkoper. DPU is eigenlijk DAP inclusief lossen. Koper en verkoper kunnen een goederentransportverzekering afsluiten voor het deel van het vervoer waarover zij transportrisico lopen. Dit is niet verplicht.

DPU en soort vervoer

Je kunt DPU afspreken voor alle vormen van vervoer (vervoer over weg, water, spoor en via de lucht). In Nederland staat DPU bekend als ‘Geleverd ter Bestemming en Gelost’.

Plaats van bestemming

Bij DPU kan de afgesproken plaats van bestemming verschillen. Bijvoorbeeld het bedrijf van de koper, de grensovergang, een (lucht)haven, terminal, distributiecentrum of een andere plek in het bestemmingsland. Beschrijf bij DPU het punt binnen de afgesproken plaats van bestemming zo duidelijk mogelijk. Want dat is de plaats waar het risico van verlies of schade na het lossen van de goederen overgaat van verkoper op koper. Ofwel de plaats van levering.

Het is belangrijk dat het vervoermiddel gelost kan worden op de afgesproken plaats. Is dat niet mogelijk? Dan is het beter dat de verkoper DAP afspreekt met de koper.

Export naar land buiten de EU

De verkoper regelt de uitvoeraangifte als de bestemming van de goederen buiten de EU is. Ook is de verkoper verantwoordelijk voor het regelen van een uitvoervergunning of van andere uitvoerdocumenten. De koper regelt de invoer bij de douane in het bestemmingsland en betaalt de mogelijke invoerbelastingen. Als dit nodig is, vraagt de koper plaatselijke invoerdocumenten aan. Zoals een invoervergunning.

DPU en internationale betalingen

Als je DPU afspreekt kun op verschillende manieren de betaling regelen

DPU in contract

Spreek je DPU af? Zet het zo in de overeenkomst met je buitenlandse zakenpartner: 'DPU (gevolgd door de afgesproken plaats van bestemming) Incoterms® (jaarversie)'. 

Voorbeeld voor Nederlandse exporteur: ‘DPU Strada Industriala 203, Chișinău, Moldova, Incoterms® 2020’.

Delivered Duty Paid (DDP)

De Incoterms®-regel Delivered Duty Paid (DDP) heeft de meeste verplichtingen voor de verkoper. De verkoper regelt en betaalt het vervoer tot de afgesproken plaats van bestemming. Ook is het risico van verlies of schade aan de goederen tot dit punt voor de verkoper. Het lossen van de goederen is voor de koper. DDP is de enige Incoterms®- regel waarbij de verkoper verantwoordelijk is voor het inklaren van de goederen. En voor het betalen van de invoerrechten, invoer-btw of andere invoerheffingen in het bestemmingsland. Koper en verkoper kunnen een goederentransportverzekering afsluiten voor het deel van het vervoer waarover zij transportrisico lopen. Dit is niet verplicht.

DDP en soort vervoer

Je kunt DDP afspreken voor alle soorten vervoer. Dus vervoer over de weg, het water, het spoor en via de lucht. In Nederland staat DDP bekend als ‘Geleverd Rechten Betaald’.

Plaats van bestemming

Bij DDP kan de afgesproken plaats van bestemming verschillen. Vaak is dit het bedrijf van de koper. Maar de grensovergang, een (lucht)haven, terminal, distributiecentrum of een andere plek in het bestemmingsland is ook mogelijk. Beschrijf bij DDP het punt binnen de afgesproken plaats van bestemming zo duidelijk mogelijk. Want dit is de plaats waar het risico van verlies of schade aan de goederen overgaat van verkoper op koper. Ofwel de plaats van levering.

De koper betaalt de kosten van het lossen op de afgesproken plaats van bestemming. Behalve als in de vervoerovereenkomst tussen verkoper en vervoerder staat dat deze kosten voor de verkoper zijn. Ook het transportrisico is voor de koper vanaf het moment dat de goederen, niet uitgeladen, aankomen op de afgesproken plaats.

Verkoper regelt uitvoer en invoer

Exporteer je naar een land buiten de EU? Bij DDP regel je de uitvoerdocumenten en de uitvoeraangifte bij de douane. Maar je bent bij DDP ook importeur. Hierdoor ben je verantwoordelijk voor inklaren bij de douane in het land van bestemming. Je betaalt inklaringskosten en bijbehorende invoerheffingen. Bijvoorbeeld invoerrechten, invoer-btw en andere plaatselijke invoerheffingen. Je moet ook zorgen voor de documenten die nodig zijn voor de invoer van je goederen. Bijvoorbeeld een invoervergunning. Dit kan moeilijk zijn als je geen bedrijf hebt in het land van bestemming. DDP komt daarom weinig voor bij handel tussen bedrijven die niet met elkaar verbonden zijn.

Regels bestemmingsland

Heft het bestemmingsland invoer-btw? Dan moet de verkoper zich bij de belastingdienst van dat land registreren voor het afdragen van de btw. Of de verkoper laat de afdracht doen door een plaatselijke fiscaal vertegenwoordiger. Je kunt met de koper afspreken dat je als verkoper wel de invoerrechten betaalt maar niet de invoer-btw of andere plaatselijke (invoer)belastingen. Zet dit dan duidelijk in het contract. Bijvoorbeeld  met de woorden ‘DDP (VAT and other local taxes excluded)’.
Sommige landen kunnen eisen dat importeurs de invoer-btw en mogelijke andere (invoer)belastingen moeten betalen. Dus ook al spreek je DDP af met ‘VAT and other local taxes excluded’. Je moet als verkoper toch deze belastingen betalen omdat je bij DDP de importeur van de goederen bent.

Vraag jezelf af of je de verplichtingen van DDP wilt of kunt aangaan. Mogelijk eisen sommige landen dat je een plaatselijke vestiging hebt. Een andere keuze voor DDP is de Incoterms®-regel DAP, ofwel Delivered At Place. DAP lijkt op DDP. Maar dan zonder inklaringsplicht en het betalen van invoerrechten, invoer-btw en andere plaatselijke heffingen in het bestemmingsland.

DDP en internationale betalingen

Als je DDP afspreekt kun je op verschillende manieren de betaling regelen

DDP in contract

Spreek je DDP af? Zet het zo in de overeenkomst met je buitenlandse zakenpartner: 'DDP (gevolgd door de afgesproken plaats van bestemming) Incoterms® (jaarversie)'.

Voorbeeld voor Nederlandse exporteur: ‘DDP Strada Industriala 203, Chișinău, Moldova, Incoterms® 2020’.

Meer informatie over Incoterms®

Wil je meer weten over Incoterms® 2020’? De ICC heeft boeken in verschillende talen met daarin alle verplichtingen voor verkopers en kopers.