Van ondernemersdroom naar vliegende auto

Medeoprichter John Bakker startte in 1999 het plan een vliegende auto te bouwen. In 2006 werd Robert Dingemanse erbij betrokken. ‘John was op zoek naar financiering en kwam bij mijn investeringsmaatschappij Redesign Partners: een club oud-Philips-medewerkers die bedrijven helpen bij een grote vernieuwing of verandering.’ Dingemanse zag al snel de mogelijkheden. 'Maar een goed idee is niet genoeg. Wat je eerst moet doen, is zelf investeren. Vervolgens is een goed basisteam geïnstalleerd en zijn we op zoek gegaan naar geld.’

CEO Robert Dingemanse:'Een goed idee is niet genoeg.'

Vliegende auto? Yeah right!

Bij banken hebben ze niet eens aangeklopt. 'Een startend bedrijf, zonder omzet en met een technologisch product dat nog niet bestaat, daar doet geen bank aan mee,' vertelt Dingemanse. ‘Dan zijn er drie mogelijke investeerdersgroepen. Jijzelf en je netwerk. Angel investors, vermogende ondernemers die geld stoppen in startende bedrijven. Of de durfkapitalisten, die geld van bijvoorbeeld pensioenfondsen investeren in start-ups in een specifieke sector. Er zijn weinig durfkapitalisten die investeren in vliegende auto’s, dus die vielen af.’

Soms benader je vijftig contacten om twee investeerders te winnen

Niet dat de andere investeerders meteen stonden te juichen bij het spannende, maar vreemde idee. 'We kregen veel sceptische reacties: vliegende auto? Yeah, right! Dat was wel een hindernis, maar na zo’n anderhalf jaar hadden we zo’n vier tot vijf miljoen euro bij elkaar. En als je naar ervaringsgetallen kijkt is dat niet gek: een tot twee jaar is heel normaal. Daar vergissen veel uitvinders zich in. Die denken: ik heb zo’n goed idee, daar wil iedereen in investeren. Maar investeerders kijken eerst naar jou: kun jij een dergelijk bedrijf succesvol leiden?'

'Een bekende startersfout is meteen naar je kansrijkste investeerder gaan. Niet doen!'

Bewaar díe investeerder tot het laatst

Van het opzetten van meerdere bedrijven heeft Dingemanse veel geleerd. ’Je krijgt nooit een tweede kans om een eerste indruk te maken. Een bekende startersfout is meteen naar je kansrijkste investeerder gaan. Niet doen! Plan veel oefensessies met minder belangrijke investeerders. Je presentatie moet groeien en je moet vooral goed luisteren. Je krijgt heel andere vragen dan je had verwacht en daar heb je niet altijd een antwoord op. En luister ook naar mensen die besluiten niet te investeren. Waarom niet? Was je verhaal verkeerd, waren het niet de juiste investeerders? Soms benader je vijftig contacten om twee investeerders te winnen.’

Dat de Nederlandse overheid pal achter PAL-V staat, heeft geholpen. ’Juist in ons geval is dat heel belangrijk,’ vertelt Dingemanse. ‘Wat wij vaak hoorden was: leuk idee, maar dat mag vast niet. Dus wel. Voor ons stond altijd voorop dat het ontwerp binnen de bestaande regelgeving moest passen. Het duurt jaren om luchtvaartregels te veranderen en dan nog de regels voor het wegverkeer: je bent zo een generatie verder.’

Disruptive technology als jongensdroom

Een jongensdroom komt nu uit, maar die droom ging niet over vliegende auto’s. ‘Dat niet, maar ik ben wel in hart en nieren gek op disruptive technology, nieuwe techniek die de spelregels verandert, die leidt tot nieuwe markten, die dingen omver gooit.’

Tips van PAL-V

Voor ondernemers die op zoek zijn naar financiering heeft Dingemanse een aantal tips:

1. ’Je moet vooral doorzettingsvermogen hebben. Er is geen enkel idee dat zichzelf verkoopt.’
2. ‘Veel regionale ontwikkelingsmaatschappijen hebben een platform voor ondernemers die willen investeren in start-ups.’
3. ‘De Nederlandse overheid heeft verschillende fondsen voor techno-starters. KVK kan daarbij de weg wijzen.'
4. ‘Deel je proces en je financiering op in logische stappen, van ontwerp tot product. Elke volgende mijlpaal kost meer geld, maar de risico’s worden steeds kleiner, dus het wordt steeds makkelijker.’