Zo voorkom je inbreuk op je auteursrecht

Wordt jouw werk zonder je toestemming openbaargemaakt en/of verveelvoudigd? Dan is dat een inbreuk op je auteursrecht. In juni 2021 zijn er auteursrechtregels in het leven geroepen die creatieve makers beter moeten beschermen, met name in de digitale wereld. Maar hoe weet je of iemand met jouw werk aan de haal gaat? En welke (juridische) stappen kun je hiertegen nemen? Experts geven tips en helpen je op weg.

Als je een tekst schrijft, een (digitaal) kunstwerk maakt of een videogame ontwikkelt, heb je daar automatisch het auteursrecht over. Dit recht is gratis en hoef je als maker of auteur nergens te registeren of aan te vragen. Goed om te weten, is dat je werk slechts onder deze drie voorwaarden wordt beschermd door de Auteurswet:

  • Je werk is persoonlijk en origineel: het mag niet lijken op andermans werk. 
  • Het is te zien, lezen, horen of voelen. Kortom, zintuigelijk waarneembaar.
  • Het is geen nieuw technisch product of proces, want dat valt onder het octrooirecht.

Gebruikt iemand zonder jouw toestemming je werk? Dan schendt diegene dus jouw auteursrecht en kun je (juridische) stappen nemen. In dit artikel vertellen auteursrechtadvocaat Bauke van Laarhoven-Severs en NFT-expert Dwayne Djontono hoe je als maker je werk beter kunt beschermen in een digitale wereld.

Auteursrechtregels 

Vanaf 7 juni 2021 gelden strengere regels voor auteursrecht, met name op het internet. Deze regels vullen de bestaande Europese regels aan en maken de verschillen tussen landen in Europa kleiner. Makers krijgen bijvoorbeeld een betere auteursrechtelijke bescherming én eerlijkere vergoedingen. Daarnaast moeten grote online platforms als Facebook, YouTube en Twitter inhoud controleren, filteren en indien nodig zelfs verwijderen. 

Advocaat Bauke van Laarhoven-Severs is gespecialiseerd op het gebied van intellectuele eigendomsrechten. Auteursrecht is hier een onderdeel van. Volgens haar zijn de strengere regels een uitdaging voor platforms.

“Hoe actiever je bent als platform, hoe meer je verantwoordelijk en aansprakelijk kunt worden gehouden voor je gedrag. Bij dit soort tussenpersonen wordt op grond van de wet steeds meer een verplichting neergelegd om inbreuken te weren en actiever te screenen op bepaalde content, zoals tweets. Een ‘uploadfilter’ kan hierbij helpen, maar slaat helaas niet altijd aan of soms juist te vaak of snel. Omdat alle uploads door software wordt gecheckt, is dat ook moeilijk te controleren.” 

De strengere regels zijn dus goed bedoeld voor makers, maar lastig na te leven volgens Van Laarhoven. “Bovendien komt zo door de wet de vrijheid van meningsuiting in het gedrang. Dat willen mensen niet.” 

Dagstempels en NFT’s 

Om je als maker beter te beschermen, is het volgens Van Laarhoven belangrijk dat je heel goed kunt bewijzen wanneer je exact je werk hebt gemaakt. “Er zijn veel manieren om dat te doen, bijvoorbeeld met zogenoemde dagstempels. Dat kan tegenwoordig allemaal online.”

Ze adviseert haar klanten dan ook altijd om een i-DEPOT in te dienen van een mogelijk auteursrechtelijk beschermd werk. “Daarmee kun je namelijk een datum bewijzen. Wil je vervolgens iemand aanspreken of word jij aangesproken? Dan kun je laten zien: ik had het op dit moment al in handen.”

Ook is het mogelijk om een digitaal kunstwerk of object, zoals deze collage van Amerikaanse kunstenaar Beeple of de eerste tweet van Twitter-oprichter Jack Dorsey, te beschermen met zogenoemde NFT’s: non fungible tokens. Dit zijn unieke, niet-vervangbare tokens om eigenaarschap te koppelen aan digitale en soms ook fysieke werken.

“Zo voeg je waarde aan je werk toe, omdat er maar één persoon is met een certificaat van echtheid. Anderzijds wordt schaarste gecreëerd door objecten te 'tokeniseren'. Kijk maar naar het werk van Beeple: in theorie kan iedereen er een digitale kopie van maken. Maar slechts één persoon bezit de NFT op het werk en dus the real thing”, legt Dwayne Djontono uit. Hij is founder van Sticky Banana, het NFT-bureau voor makers, verzamelaars en inspirators. 

Hoogdrempelig 

Volgens Djontono is de drempel voor makers en creatievelingen te hoog om de stap te maken naar de NFT-wereld. Zo krijg je als NFT-koper niet standaard het auteursrecht van een object, tenzij dit in het NFT staat vermeld. “Het bezit van een NFT zorgt er dus niet voor dat de persoon ook het onderliggende model mag kopiëren of verspreiden, door bijvoorbeeld het model fysiek te printen en te verkopen. Daarvoor is eerst nog wel toestemming nodig van de auteursrechthebbende.” 

Bovendien kan iedereen een NFT ‘minten’ (maken) en deze koppelen aan een door jou gemaakt en online beschikbaar ontwerp. “Dat is nadelig voor jou als eigenlijke maker. Iemand anders gaat er dan met jouw potentiële inkomen vandoor.” Verder zit er een heel juridisch gat tussen wat gedoogd wordt en wat niet mag met NFT’s. “Je ziet daarom dat er vaak een fysiek object aan een verkoop verbonden is. Deze wordt doorgegeven als de NFT wordt verkocht. Wat we dus wel weten, is dat de NFT-technologie nog volop in ontwikkeling is en het nog lang niet altijd duidelijk is wat hier juridisch gezien allemaal mee mogelijk is.” 

Juridische stappen

Een voordeel voor makers is volgens Van Laarhoven dat ze mogelijk kunnen terugvallen op hun auteursrecht. “Daarmee heb jij als enige het recht om je werk openbaar te maken en te verveelvoudigen. Als iemand anders dat voor jou gaat doen, door je werk bijvoorbeeld online of in een brochure te delen, dan biedt de Auteurswet de maker allerlei rechten. Denk aan een schadevergoeding, een stakingsvordering, waarbij de schender moet stoppen met wat hij doet of een winstafdracht om inzage te geven in allerlei betrokken partijen en cijfers.” 

Omdat auteursrecht een intellectueel eigendomsrecht is, geldt er in Nederland ook een reële proceskostenverordening voor dit soort zaken. “Dat betekent dat de verliezer in beginsel ook de advocaatkosten van de winnaar betaalt. Daar hebben we indicatietarieven voor. Een eenvoudig kortgeding kost ongeveer 6.000 euro bijvoorbeeld. Dus als je merkt dat iemand anders je werk gebruikt, zou ik zeker de autoriteit opzoeken door een sommatiebrief door een advocaat op te laten stellen. Dit wordt ook wel een aanmaning genoemd. Die kosten krijg je normaal gesproken vergoed als je een procedure wint.” 

Zeker van je zaak 

Toch moet je een drempel over om een rechtszaak te beginnen: dat doe je volgens Van Laarhoven eigenlijk alleen als je zeker bent van je zaak. “Het is maar net hoe een rechter tegen een casus aankijkt. Auteursrechtszaken behoren tot een grijs gebied en zijn heel casuïstisch. Mijn tip: een advocaat kan je vooraf een procesadvies geven en een goede inschatting maken.” 

Tips en tools

Als je werk eenmaal op internet staat en gedeeld wordt, is het soms lastig te achterhalen of en door wie jouw auteursrecht geschonden is. Zeker als het gaat over tweets, foto’s, filmpjes en (hyper)links. “Dan moet je eerst nagaan: heb ik toestemming gegeven voor deze openbaarmaking of verveelvoudiging? Dat is namelijk de wettelijke toets”, legt Van Laarhoven uit. “Bij sommige producten heb je gewoon licentienummers. In dat geval kun je heel makkelijk teruggaan: dit is onder licentie door die en die partij verkocht. Maar in andere gevallen is het een stuk lastiger.”

Tot slot nog een aantal handige tips van Van Laarhoven op een rijtje: 

  • Zorg ervoor dat je de dag dat je je werk hebt gemaakt, kunt bewijzen.
  • Leg een dossier aan. “Dat kan bijvoorbeeld door een moodboard te maken van wat op dat moment de trend is en waar jij van afwijkt. Dan kun je namelijk stellen dat je oorspronkelijk bent.” 
  • Laat je adviseren als je rechten zijn geschonden. De kosten krijg je mogelijk toch vergoed.
  • En als je echt je werk wilt beschermen, zou je er ook voor kunnen kiezen om je modelrechten te laten registreren. “Dat is net iets comfortabeler als je iemand wilt aanspreken”, aldus de auteursrechtadvocaat.

Je kunt afspraken over intelectueel eigendom opnemen in algemene voorwaarden. Bijvoorbeeld dat je niet toestaat dat je werk wordt gekopieerd.