Achtergrondinformatie LEI

Tijdens de financiële crisis van 2008 kwam aan het licht dat gegevens over financiële transacties onvolledig waren, en dat financiële instellingen grote risico's liepen en bovendien onderling nauwe banden hadden. Er was een internationale verordening nodig die meer transparantie zou brengen in financiële transacties.

Meer transparantie

De G20, die bestaat uit de twintig belangrijkste geïndustrialiseerde landen en opkomende economieën, wilde het marktmisbruik en financiële fraude terugdringen. Om dit voor elkaar te krijgen besloot de G20 dat alle marktpartijen een unieke referentiecode - volgens ISO-norm 17442 - zouden moeten hebben: de Legal Entity Identifier (LEI).

Naast deze LEI-code moeten andere bedrijfsgegevens zoals naam, vestigingsplaats en datum van eerste deelname aan het LEI-systeem worden vastgelegd.

LEI's in Nederland

In Nederland ziet de Autoriteit Financiële Markten (AFM) toe op naleving van wet- en regelgeving op de financiële markten en zodoende ook op de naleving van de European Market Infrastructure Regulation (EMIR). De AFM is ook verantwoordelijk voor het toezicht op de introductie van LEI’s en het gebruik daarvan in Nederland.

De Nederlandsche Bank (DNB) is verantwoordelijk voor het toezicht op de ‘Over The Counter’ (OTC)-derivatenmarkt op grond van de EMIR bij met name banken, pensioenfondsen en verzekeraars. De DNB ziet erop toe dat door deze instellingen een LEI gebruikt wordt.