Stappenmakers

Transcriptie: Van winkel naar online webshop

In de podcastserie 'Stappenmakers' van KVK voert presentatrice Annette van Soest al wandelend gesprekken met ondernemers over de stappen die ze hebben gezet en wat ze hiervan leerden. In aflevering 6, 'Van winkel naar online webshop', komt Louis Vlaarkamp, eigenaar van vintage/design winkel Neef Louis, aan het woord.

Luister naar de podcast

Transcriptie

Van Soest: Annette van Soest

Vlaarkamp: Louis Vlaarkamp

Van Soest: “Al 20 jaar lang is Neef Louis een begrip voor iedereen die van vintage design houdt. In een grote loods in Amsterdam-Noord kan je uren struinen naar die ene bank, tafel of kast, die de eyecatcher in je interieur wordt. Een goede webshop was lange tijd niet nodig, tot corona toesloeg. Gelukkig was de online winkel toen nét op orde en werden er daardoor nieuwe stappen gemaakt. Door de website in meerdere talen te vertalen én de online betaaloptie toe te voegen, verkocht Neef Louis nu ook steeds meer aan het buitenland.

Mijn naam is Annette van Soest en in deze nieuwe podcastserie Stappenmakers hoor je ondernemers stappen maken. Omdat ze kansen zien, willen groeien óf omdat ze moeten. Een crisis, klimaatverandering, digitalisering: bedrijven kúnnen niet achterblijven. Al wandelend ga ik met ze in gesprek over de stappen die ze hebben gezet. Vaak digitaal, soms op een andere creatieve manier.

We beginnen bij de werkplek van de ondernemer en gaan daarna, tijdens een wandeling in de omgeving, échte stappen maken. In deze aflevering ga ik op stap met Louis Vlaarkamp, de man achter Neef Louis. En ik spreek natuurlijk eerst met ‘m af in z’n winkel, tussen de duizenden designstukken.”

Geluid van bel.

Vlaarkamp: “Goedemiddag!”

Van Soest: “Hé, Louis?”

Vlaarkamp: “Ik ben het. Ja. Ik ben Louis.”

Van Soest: “Nou, Annette.”

Vlaarkamp: “Nou, Annette, welkom bij Neef Louis. Je had een afspraak gemaakt, dus je bent welkom. Kom maar lekker binnen en dan zullen we eens eventjes rondlopen. Dan zullen we eens kijken in het prachtige Neef Louis, wat in een oude fabriekshal in Amsterdam-Noord zit.”

Van Soest: “Ja, want het is een enorme loods hè. Ik voel me nu een kind in een snoepwinkel. Hoeveel vierkante meter heb je hier?”

Vlaarkamp: “2500 vierkante meter, gevuld van boven tot onder met lampen, bankstellen, verlichting, allemaal uit de goede jaren, met een designachtergrond. Ja.”

Van Soest: “En wat is je, nouja, je beste vondst hier? Heb je een favoriete vondst?”

Vlaarkamp: “Ja ik heb natuurlijk wel heel veel vondsten. Ik heb ze hiero allemaal op een stelling neergezet. Ik heb hier een kunststof stoel uit de jaren ’70, van een ontwerper Joe Colombo. Die had ik op straat gevonden, ik denk vlakbij het Concertgebouw. En die lag in de regen te druppelen op een donkere winterdag. Die heb ik meegenomen en die heb ik opnieuw gestoffeerd. En die had ik in m’n winkeltje gezet en daar kwam steeds maar een meisje vragen van: ‘wat moet die stoel kosten?’ Ik zeg: ‘Nou, dat weet ik niet. En ik wil ‘m misschien zelf wel houden.’ En uiteindelijk kregen we 20 jaar een relatie door die stoel. Dat is wel een verhaal.”

Van Soest: “Maar wacht even. Hij staat wel gewoon weer nu in de winkel.”

Vlaarkamp: “Ja dat is wel zo ja. Een stoel is ehm… Ja, zitten is een werkwoord. Er zijn meerdere ontwerpers die dat ook gezegd hebben. Een stoel is gewoon fijn om naar te kijken. Ik heb weinig tijd om te zitten, dus ik ‘m maar neergezet om naar te kijken. Ja. Dat is mijn lustobject.”

Van Soest: “Voor een ander. Ja, je moet het gewoon delen. Geef het door. Hoe is het zo ontstaan? Hoe lang doe je dit al?”

Vlaarkamp: “Ja, officieel. Ik moest me inschrijven van het meisje van die stoel. Ze zegt: ‘Ja, we moeten ook… Mensen moeten ook een bonnetje hebben enzo. Maar ik had het als hobby eigenlijk, meubeltjes opknappen. Ja, dan opeens kan je je bed niet meer vinden. Zo veel meubeltjes heb je dan thuis. En dan, ja, dan moet je toch een keer een zaakje beginnen. Dus ik was er al jaren mee bezig, eigenlijk, met liefhebberij en verzamelen. En het verkopen ervan. Ja.”

Van Soest: “Maar officieel, het inschrijven dat gebeurde 20 jaar geleden hè?”

Vlaarkamp: “Ik geloof in mei 2000 was dat. En in november werd m’n dochter geboren. Dus die moest ook eten hebben. Dus toen moesten we centjes bij elkaar schrapen en een huisje ook zien te huren. En later hebben we toen een huis gekocht. Dus 2000 was mijn startjaar, officieel, van Neef Louis Design.”

Van Soest: “Wat doe je hier allemaal? In deze enorme ruimte?”

Vlaarkamp: “Ja, we hebben een grote toonzaal. Er komen heel veel buitenlanders, die hoop ik weer te zien, die heel veel export doen. Taiwan, Korea en Chinezen.”

Van Soest: “Maar dat zijn dan handelaren?”

Vlaarkamp: “Dat zijn meestal handelaren. We hebben een grote toonzaal… Eigenlijk heel veel rekwisieten worden hier weggehaald voor bekende speelfilms. Van Annie M.G. Schmidt tot Herman Brood, al die rekwisieten die zijn hier vandaan gekomen. En dat is leuk, dus dagelijks komen hier wagentjes voor de deur met rekwisiteurs, met de opdracht om hier meubelen vandaan te halen. En die kunnen dan: of film, of theater, of photoshoots. Dus dat is een dagelijkse reuring van rekwisieten die in en uit gaan.”

Van Soest: “Heb je ook mensen in dienst?”

Vlaarkamp: “Ja, we hebben zelf in hoogtijdagen 7 á 8 mensen aan het werk gehad. Maar in de corona is het wel inderdaad… Of het zo had moeten zijn, moest ik drie mensen hun contract verlengen. En dat heb ik toen niet gedaan.”

Van Soest: “Want hun contract liep af, echt vlak voor…”

Vlaarkamp: “Ja, vlak voor april. En het is soms best moeilijk… Dat is hetzelfde als in een relatie: perfectie… Ja, wat is perfectie? En je kan door een deur met elkaar of niet. Ik had een houtbewerker en ik had een restaurateur in dienst. Ik zeg: ‘jongens, we gaan niet door. Nee. We wachten gewoon weer tot deze gekte afgelopen is. En als het weer aan gaat trekken…’ En daar ben ik heel blij mee. Zo heb ik eigenlijk ook mensen niet teleur hoeven te stellen dat ze hier voor niks komen. En ook om de financiële druk weg te halen. Dus ik heb geloof ik één keer steun gehad.”

Van Soest: “Je hebt overheidssteun gehad.”

Vlaarkamp: “Overheidssteun hebben we een maandje gehad, geloof ik. Dus dat was voor mij ook precies de goede tijd om eigenlijk met die mensen te stoppen en hier met de deuren dicht dingen te fotograferen en online te zetten. Dat is mijn taak geweest. En dat ging goed.”

Van Soest: “Laten we naar buiten gaan. We gaan wat stappen zetten. Louis, er moest dus wel het een en ander veranderen, ook voor jouw winkel, het afgelopen jaar. Hoe is jouw werk veranderd? Welke digitale slag heb je gemaakt?”

Vlaarkamp: “Ja, daar waren we eigenlijk al flink mee bezig om een goede website in de lucht te krijgen, die internationaal bezocht kon worden. Dus met de taal instellen, van Engels tot het Taiwanees of het Chinees. Dat is een hele goede, net op tijd eigenlijk, gelanceerde website, die modern was en die ook internationaal bezocht wordt.”

Van Soest: “Was jouw website al een webshop? Of was het eigenlijk meer een online winkel waar je vooral even kon rondneuzen?”

Vlaarkamp: “Ja, die online winkel waar je gewoon rond kon neuzen en inspiratie op kunt doen. We waren dus eigenlijk wel nét klaar met een winkelwagentje en een betalingsmogelijkheid, dus dat hadden we eigenlijk nét voor de corona voor elkaar. Dus ik was d’r klaar voor. En dat was dan eigenlijk bij toeval dat we zover waren met heel veel investeringen en dat werkte. Dus je kon die mensen gewoon terugmailen en transport regelen. En betalingen konden gewoon via de bank overgemaakt worden. Dus dat was fantastisch. Het is alleen maar palletjes dus. Meubelstukje erop. Stoelen, banken, kasten, die gingen over de hele wereld.”

Van Soest: “Gingen mensen ook meer kopen omdat ze aan huis gekluisterd waren?”

Vlaarkamp: “Eindelijk hadden ze tijd, maarja wij ook. Tijd om bepaalde dingen te fotograferen. En mensen hadden tijd om eens te kijken waar ze echt behoefte aan hadden en waar hun keuze in unieke meubelen… hebben ze me kunnen vinden. Daar hebben ze dankbaar gebruik van gemaakt, ja.”

Van Soest: “Dus eigenlijk heb jij een heel goed jaar gedraaid, als ik het zo hoor?”

Vlaarkamp: “Nou, het is ook overleven natuurlijk hè. We hebben geen grote minnen gehad. Misschien dat ik 20 procent minder heb gedraaid dan voorgaande jaren. En dat zonder ontvangst van mensen. Dat vind ik eigenlijk best wel uniek. Dus normaal lopen er hier honderden mensen binnen en dat had ik dan niet. Ik was er dus met 2 of 3 man en deden we het. Dus in plaats van een team van 5, 6, 7 man, waren we met z’n drieën of met z’n vieren.”

Van Soest: “Zitten er voor de klant ook voordelen aan het feit dat ze die spullen kunnen bekijken op de website in plaats van hier in de loods?”

Vlaarkamp: “Ik denk dat dat écht wel een mooi focuspunt is dat je, als je van een item of een mooi meubelstuk, foto’s maken. Dat je inderdaad áls je achter je computer zit, en mijn fotograaf al die mooie verbindingen en materiaalkeuzes en ook de patina, hoe het eruit ziet na 50 of 100 jaar, dat je dat echt naar je toe kunt trekken. En dat is een heel groot voordeel. Als je er langsloopt, zie je dat soort dingen allemaal niet. Dus je kan het van boven tot onder… Dus dat is een heel groot voordeel, dat je met een website alles kan laten zien wat het meubelstuk heeft.”

Van Soest: “Je kan onder die stoel kijken, je kan inzoomen, je kan eigenlijk veel meer zien dan hier?”

Vlaarkamp: “Ja, dat is uniek, prachtig. Dat is de nieuwe wereld.”

Van Soest: “In december dus gingen de winkels opeens dicht. Hoe hebben jullie dat moment beleefd?”

Vlaarkamp: “Toen hebben we echt de koppen bij elkaar gestoken en gezegd: ‘jongens, nou gaan we dicht en nu gaan we harder werken, want er zijn zo veel dingen die nog niet aangeraakt zijn of op te foto te zetten of te restaureren. Dus nu is de kans. Nu kunnen we inderdaad pas al die spullen die we verzameld hebben, uit de doeken doen. En wat mankeert er dan aan?’ En toen hebben we het allemaal gefotografeerd. Honderden items. Die fotograaf is dag en nacht aan het werk geweest. En ze waren met twee of drie man de foto’s aan het bewerken. Dus daar was ik eigenlijk ook heel blij mee. En dan weet je ook dat het iets unieks is en dat het energie kost om het op te knappen. En daar had je nu tijd voor. Heerlijk.”

Van Soest: “Je ging dus steeds meer digitaal doen. Kwamen er daardoor ook dingen op je pad die totaal nieuw voor je waren?”

Vlaarkamp: “Nouja, dat alles digitaal is en je elke dag je mailbox openen en dat je dan eigenlijk… Ja, heel lullig om te zeggen dat je eigenlijk verstoord wordt door allerlei fishingmails en eigenlijk allemaal boobytraps. Het eerste half uur ben je dan mailtjes aan het weggooien. En dan zeiden mensen dat ze een mailtje hadden gestuurd. Ja, dan gooi je dus ook mail weg dat je denkt van: nou, ik weet het toch niet. Ik gooi het maar weg. Dus het is eigenlijk dat je eerst door een oerwoud moet lopen met een kapmes voordat je uiteindelijk je dagelijkse werk kan doen. En dat je bij elk mailtje eigenlijk twee of drie keer na moet denken: moet ik ‘m wel openen? Eigenlijk is het een gekke wereld geworden. Hè? Natuurlijk heb ik met een klant ook van: ja meent ‘ie het nou wel of niet. Van: alles een optie en die komt niet meer. Dat heb je natuurlijk ook. Maar dat je dan dagelijks de dag opstart en dat je denkt van: oké ik ga mailtjes beantwoorden, maar dat je eerst door een oerwoud en een kapmes moet lopen om écht eigenlijk zó veel mail weg te gooien. Dat maakt het leven eigenlijk toch wel moeilijker.”

Van Soest: “Want je moet eigenlijk zorgen, ook voor je klanten, dat je cyber security op orde is. Dat zij veilig kunnen shoppen bij jou.”

Vlaarkamp: “Ja, je hebt het natuurlijk zelf met het bezoeken van bepaalde sites, dat ‘ie het aangeeft. Deze website is niet veilig ofzo. Dat hebben wij ook wel eens gehoord van mensen. Van: hé, jouw site is niet veilig. Dus je moet je proberen toch op een of andere manier, of iemand te vinden die jouw zaak up-to-date houdt. Dat ‘ie beveiligd is. En wat je hoort inderdaad: dat bedrijven gehackt worden of soms dat ze door criminele organisaties zelf lamgelegd worden. Ja, dat wil je toch allemaal niet meemaken. Pfoe.”

Van Soest: “Maar heb je het al geregeld, Louis?”

Vlaarkamp: “Wát geregeld?! Hahaha. Nouja, ik denk dat dat… Ik heb geen zaak dat je zegt van: ‘die gaan we even hacken ofzo’. Ik ben een toegevoegde waarde. Bij mij valt alleen oude meubeltjes te halen. Dus geld, nee. Dus ja, ik probeer me wel te beschermen, maar in hoeverre dat is, dat is voor ieder een twijfel. Niet makkelijk.”

Van Soest: “Nee, maar het hoort erbij hè, bij digitaal ondernemen, dat je dat ook op orde hebt. Dus dat staat misschien ook nog op je to-do-list?”

Vlaarkamp: “Ja, something to do list. Dat doen we nu weer. Daar gaan we nu mee bezig zijn.”

Van Soest: “Heeft dit jaar je ook nieuwe inzichten gebracht in hoe je werkt, hoe je bedrijf werkt?”

Vlaarkamp: “Ja, dat is ook echt face the facts. Ook van: dat je mensen 10 jaar om je heen hebt die je dan daadwerkelijk ook treft. Dat je zegt van: ‘ja, wat ben jij nou eigenlijk al die jaren aan het doen geweest zeg maar.’ Dus, je ziet eigenlijk pas hoe je bedrijf, wat de spills zijn en waar het om gaat. Dat je ook ziet van: dat kan veel efficiënter. Diegene is er wel en die komt, maar kan ‘ie ook verkopen? Nou, dat kan ‘ie dus niet. Hij is weer goed in het digitale. Nou, dat is allemaal op de rails, dus eigenlijk heb je dan… Ja, het is wel heel grappig dat je ook inzichten hebt gekregen. In personeel wat je had. En dat je eigenlijk als kern, nou wij hebben een VOF dan met z’n tweeën. Dat je ook echt de basis van de kern, eigenlijk. Dat is spil van het bedrijf. En daaromheen zijn je personeel, wat ook heel belangrijk is natuurlijk, maar die moeten wel efficiënt zijn in het hele circuit. Dus dat hebben we inderdaad wel ondervonden. En ook de omgeving. Nu zitten we in Amsterdam-Noord, wat een prachtige dynamische wereld is op dit moment, met allemaal nieuwbouw en gedoe. En we zitten al jarenlang onder druk dat we hier weg moeten. We hebben het kunnen kopen, maar dan willen ze het toch ook weer niet. En ze krijgen het eigenlijk niet voor elkaar om hier te gaan bouwen. Het zijn een soort monumentale panden, wat een industriële omgeving is en geeft en wat eigenlijk Amsterdam-Noord was. En als ze dat weg gaan halen, dan is Amsterdam-Noord natuurlijk geen Amsterdam-Noord meer. Dan kan je net zo goed in Lelystad en Almere gaan wonen. Maar ik heb wel gemerkt dat als je inderdaad digitaal voor elkaar bent, dat je inderdaad… het maakt niet uit waar je zit. Dan kan je ook in Hoorn of Enkhuizen zitten. Als je alleen maar dingen op hoeft te sturen, hoef je niet echt een fantastisch pand te hebben. Maar wel een droge ruimte waar je gewoon in kan pakken en je mailtjes kan beantwoorden. Wat wel veel saaier is natuurlijk, als je geen mensen meer hebt. Want dat kan net je leuke dag maken om leuke mensen te ontmoeten.”

Van Soest: “Maar wacht even. Louis, probeer je me nou te vertellen dat je weggaat uit Amsterdam-Noord?”

Vlaarkamp: “Nee. Ik wilde niet naar Amsterdam-Noord, daar begon het al mee. Maar nu ik Amsterdam-Noord gevonden heb en ik mee ben gegroeid in deze omgeving, zie ik nog steeds in dat ik wel van belang ben voor de creatieve industrie. Voor film enzo. Dat mensen hier nog steeds kunnen laden en lossen met rekwisieten en materiaal. En ook dat we een soort half museum zijn en dat mensen inspiratie krijgen van meubels. En dat iedereen die hier nieuw gaat wonen, dat die zo dichtbij zo veel aanbod heeft aan fantastische materialen, die dagelijks vernield worden. Ja.”

Van Soest: “Wil je eigenlijk nog wel terug naar hoe het was?”

Vlaarkamp: “Ik moet zeggen dat ik ook een stapje terug moet doen. Ja. En dat ik niet met… Ik zou wel een hele mooie functie zien om jongere mensen op te leiden in dit. En die mee te nemen in m’n bedrijf en daar eens kans in… een soort ontplooiing. Uiteindelijk heb je skills om dat door te geven. Dat is fantastisch. Het recyclen van materiaal maar ook het kijken van constructies, materiaalgebruik, stoffen, elektriciteit. Wat doet iets en waarom dan? Het is gewoon fantastisch. Dus we hebben veel stagiaires. En dat is namelijk heel leuk om mee samen te werken, als je tenminste positieve mensen vindt dan hè. Dat is ook wel fijn. Dus dat is afgelopen jaar ook gebeurd. En die mensen hebben we ook vaak aangenomen. Dat je denkt: ja, jij snapt het. Dus je kan mooi uit de vijver vissen. Van ja, da’s een goeie.”

Van Soest: “Wil jij gewoon de passie die jij voelt voor het vak en voor die spullen, wil jij gewoon werken met mensen die er precies zo in staan. En die geestdrift wil je overbrengen? En de vaardigheden dus. Dat is één van de dingen die je wil gaan doen in de toekomst?”

Vlaarkamp: “Ja en dan wil ik het bijhouden. Dan blijft het leuk. Elke dag is nog steeds leuk. En dat vind ik wel. Ook al waren niet die mensen hiero. Dat is de toekomst ook gewoon weer. En dat trekt het meubilair ook aan. Mensen die een visie hebben en die daarvoor kiezen en niet voor een ander soort meubilair.”

Van Soest: “Want hoe zie jij de toekomst voor design en industriële spullen?”

Vlaarkamp: “Ja, het is een verloop. En zolang er mensen leven en mensen in de stad verhuizen, blijft dat een circulatie van mooie dingen. En het is alleen van: hoe krijg je het naar je toe?”

Van Soest: “Maar, de circulaire economie is natuurlijk helemaal hot.”

Vlaarkamp: “Ja, nouja wat is hot? Ik doe gewoon wat ik doe.”

Van Soest: “Ja, je doet dit al 20 jaar.”

Vlaarkamp: “Ik doe dit al 20 jaar. En dat mensen er eindelijk… Ja, waarom zou je nog meer van die lampen uit China moeten bestellen. Waarom moet dat allemaal dat mondiale en het opscheppen en het kan niet op. Er zijn fantastische goede dingen gemaakt. Waarom zou je weer een nieuw ding maken? Waardeer ook het oude. En je moet het op een oude fiets leren, zeggen ze altijd.”

Van Soest: “En je moet jezelf altijd blijven vernieuwen, maar dat heb jij gedaan afgelopen jaar door te digitaliseren. En dat blijft?”

Vlaarkamp: “Ja, dat blijft. En dat is ook voor de mensen thuis. Hou oud je ook bent. Dat is een mooi gegeven. Dus daar streef ik echt naar. Het is gewoon een digitale wereld geworden. Een nieuwe wereld. Welkom. Ja.”

Van Soest: “Welkom dus in die digitale nieuwe wereld van Neef Louis, waar je terecht kunt voor de mooiste design stukken. Of je nou uit Purmerend komt of Taiwan. Mijn naam is Annette van Soest. Leuk dat je luisterde naar deze aflevering van Stappenmakers. Wil je meer weten over het zetten van digitale stappen? Kijk dan op KVK.nl”.