Stappenmakers

Transcriptie: Duurzaam ondernemen in de bouw

In de podcastserie 'Stappenmakers' van KVK voert presentatrice Annette van Soest al wandelend gesprekken met ondernemers over de stappen die ze hebben gezet en wat ze hiervan leerden. In aflevering 5, 'Duurzaam ondernemen in de bouw', komt Ward Massa, medeoprichter van de duurzame start-up Stonecycling, aan het woord.

Luister naar de podcast

Transcriptie

Van Soest: Annette van Soest

Massa: Ward Massa

Van Soest: “Stel je eens een oud, verlaten industriepand voor. Zo’n pand waar de ramen zijn ingegooid en er grote gaten in het dak zitten. Kijk, de een loopt erlangs en denkt: wat een rotzooi. Maar er zijn ook mensen die bouwval zien en denken: hé, wat een goudmijn aan materialen. En die ene persoon, dat is Ward Massa. In 2013/2014 richtte hij samen met zijn compagnon StoneCycling op. Een duurzame startup die stenen en bouwmateriaal maakt van sloopafval.

Mijn naam is Annette van Soest en in de podcastserie Stappenmakers hoor je ondernemers stappen maken. Omdat ze kansen zien, willen groeien of omdat ze moeten. Een crisis, klimaatverandering, digitalisering: bedrijven kunnen niet achterblijven. Al wandelend ga ik met ze in gesprek over de stappen die ze hebben gezet. Vaak digitaal, soms op een andere creatieve manier. We beginnen bij de werkplek van de ondernemer en gaan daarna, tijdens een wandeling in de omgeving, échte stappen maken.

In deze aflevering ga ik op stap met Ward, die zich met een diploma politicologie op zak in een totaal andere sector beweegt: de bouwsector. Ik spreek met ‘m af op kantoor, op een oud industrieterrein in Amsterdam-Noord.”

Geluid van een deur die opengaat

Massa: “Goeiemorgen.”

Van Soest: “Goeiemorgen Ward.”

Massa: “Goeiemorgen. Welkom.”

Van Soest: “Wat een fantastisch hoge ruimte, echt industrieel.”

Massa: “Ja. Dit was vroeger een machinefabriek. En een aantal jaren geleden is die omgebouwd tot tijdelijk kantoor. Dus wij delen dit kantoor met een architectenbureau en een maquettebouwer. En de bedrijven die in het gebouw zitten, die werken ook samen op allerlei projecten. Dus als we het over stappen maken hebben: dat heeft ons echt geholpen als toch relatieve nieuwkomers in deze industrie om dan continu 35 architecten om je heen te hebben. Dat heeft ons heel veel gebracht.”

Van Soest: “Laten we even naar achteren lopen, want volgens mij zie ik daar al wat van jullie bouwmateriaal?”

Massa: “Klopt inderdaad ja. Vanuit hier, vanuit Amsterdam, hier ontvangen we vooral klanten. Dus we doen hier de sales en de marketing. En de producten die we maken, die worden geproduceerd in een fabriek bij Arnhem in de buurt.”

Van Soest: “Oké, ik zie hier een grote wand met allerlei stenen.”

Massa: “Ja, klopt. Dit zijn dus allemaal gevelstenen of steenstrips, gemaakt van minimaal zestig procent afval. Met name bouw- en sloopafval. En wat we proberen te doen bij StoneCycling is om aan de ene kant duurzame bouwmaterialen te maken met zo veel mogelijk afval, maar aan de andere kant ook hele mooi of bijzondere materialen te maken. En dat is wat je daar ziet, dus allemaal die verschillende kleuren, texturen. Ja, die dragen weer bij aan hele toffe gebouwen of interieurs.”

Van Soest: “Kan je me eens wat van dichtbij laten zien. Want bijvoorbeeld deze steen heeft een heel mooi groen kleurtje.”

Massa: “Ja, da’s een bijzondere steen. Wij noemen deze steen de Wasabi. Dat zie je ook wel door de Wasabi-achtige glaskleur die er bovenop zit. Deze steen is eigenlijk ooit bedacht als een foutje in het laboratorium. Dus mijn collega Tom van Soest, die de productontwikkeling doet, die is continue bezig in het laboratorium om nieuwe producten te ontwikkelen. En in een keer kwam daar een groene steen uit, waarvan we niet wisten wat we er mee moesten. En dat was ook niet de bedoeling. Maar toen hebben we ‘m gehouden. En inmiddels hebben we al ook al wel projecten gedaan met deze Wasabi. En het toffe is – er zit dus een glanslaag van gerecycled glas in, dus oude wijnflessen bijvoorbeeld – dat als je deze in de gevel doet en het licht verandert gedurende de dat, dat dan ook die hele gevel van kleur min of meer verandert. Dat ziet er al snel spectaculair uit.”

Geluid van stenen die over elkaar schuren

Van Soest: “Oké, dat is dus de Wasabi. Nou, zo zie ik nog een hele hoop andere. Ook een paarsgekleurde. En al deze stenen hebben dus gerecycled materiaal in zich? Jullie upcyclen. Jullie maken van afval weer iets nieuws, iets anders. Misschien wel iets beters?”

Massa: “Precies. Het doel dat we onszelf gesteld hebben als StoneCycling is om aan de ene kant zo vele mogelijk afval een nieuw hoogwaardig bestaan te geven. En aan de andere kant dus ook te proberen om in dat productieproces de CO2-uitstoot te verminderen. En daar zijn we continue mee aan het spelen. En ik zei net al: mijn collega Tom van Soest, die de productontwikkeling doet, die heeft dit ooit bedacht op de Design Academy. Dus design is ook iets wat wij belangrijk vinden. Dus daarbij komt dan ook nog dat we proberen om hele bijzondere materialen te maken. En de reden daarvoor is ook dat wij geloven dat als afval echt een grondstof van de toekomst moet worden, ja dan moet je ook in staat zijn om er iets moois van te maken. Want mensen willen toch in eerste instantie iets moois kopen. Iets duurzaams dat zal de standaard gaan worden, hopen wij en verwachten wij. Maar dat mooie dat is echt waar wij het van moeten hebben. En daar vinden klanten ons ook op.”

Van Soest: “Nou zijn we hier op een oud industrieterrein. Het staat vol met oude panden. Goudmijn, denk ik dan, voor een bedrijf als dat van jullie dat oude stenen upcycled. Gaan je handen jeuken als je hier rondloopt in de buurt?”

Massa: “Nou, kijk, als je er zo naar kijkt dan is de halve wereld een goudmijn. Misschien is dat ergens wel zo, maar het is wel bijzonder. De locatie waar we nu zijn in Amsterdam-Noord, het gedempt Hamerkanaal. Dit gaat allemaal gesloopt worden. Dit zijn oude fabriekspanden en daar komen in de aankomende vijf tot tien jaar mooie hoge woontorens te staan. En ik denk: het wordt steeds zichtbaarder, maar heel lang heb ook ik gedacht: als je iets weggooit – je sloopt iets of je gooit het in de prullenbak – dan wordt het opgehaald en dan bestaat het niet meer. En zo is het natuurlijk niet. Dat materiaal gaat ergens naartoe. Wij doen wat onderzoek naar hoe veel materiaal is dat dan? We praten alleen in Nederland al over 25 miljoen ton op jaarbasis. Het is zo’n gigantische hoeveelheid, dat het heel veel StoneCyclings behoeft om dit afval weggewerkt te krijgen. Dus dat is de ene kant van het verhaal. De andere kant van het verhaal is ook dat de manier waarop we slopen, die begint langzaam te veranderen. Dus bedrijven zoals wij, wij kunnen dit materiaal verwerken op het moment dat het goed gesloopt en al goed gescheiden is. Maar dat is heel vaak nog niet het geval. Dus als je dit gebouw zou slopen, dan heb je een mengelmoes van beton, keramiek, staal, isolatiemateriaal. Zolang het een mengelmoes is, dan is het moeilijk om her te gebruiken. De kunst zit ‘m er inderdaad in om het goed te scheiden, zodat het weer echt een grondstof gaat worden.”

Van Soest: “Ward staat dus niet alleen voor de uitdaging om z’n bedrijf gezond te laten groeien. Hij heeft ook te maken met een bouwsector die nog moet leren hoe ze goed moeten slopen, sorteren en recyclen. Niet 1 maar 2 uitdagingen dus. En dan hebben we het nog niet eens over een andere belangrijke factor gehad: geld. Laten we even een rondje lopen en het hebben over de stappen die jullie hebben gemaakt. Want als je naar de bouw kijkt hè. Dan wordt er toch nog vooral gekozen met de portemonnee toch?”

Massa: “Ja, zeker zeker. Ik denk dat dat met name… Wij doen in best wel een aantal landen zaken. We hebben inmiddels in 10 landen projecten gerealiseerd. En ik vind Nederland van wel een van de moeilijkere landen waarbij de kostprijs bijna altijd leidend is. Er zijn heel veel factoren waarom dat dat zo is. Maar dat maakt het voor bedrijven zoals ons wel echt een uitdaging.”

Van Soest: “Dan lopen we hier even om de slagboom heen. Dat maakt het dus lastig op welke manier? Moeten jullie nog steeds vechten om het product wat jullie maken, aan de man te brengen?”

Massa: “Absoluut, absoluut. Wij moeten echt voor elke opdracht knokken. Voor interieuropdrachten ietsjes minder dan voor de gevel van een gebouw. De fases die ik heb gezien… We zijn hier denk ik zes of zeven jaar actief mee bezig. Ik zie wel echt dat het aan het veranderen is, dus we hebben een hele periode gehad van pakweg vijf jaar sinds dat wij begonnen zijn. Dus dat is 2014-2018/2019. Waarbij onze klanten vooral mensen waren die het intrinsiek belangrijk vonden. Dus dat kunnen particulieren zijn of misschien idealistische projectontwikkelaars die het gewoon belangrijk vinden en die snappen dat we gewoon echt met z’n allen op een andere manier met afval en met grondstoffen om moeten gaan. Maar dat is een relatief kleine groep mensen. Dat zijn eigenlijk hele klanten, want je kunt met die klanten echt in gesprek gaan en samen iets ontwikkelen en eerste projecten realiseren. De afgelopen twee jaar zie ik langzamerhand een kentering ontstaan waarbij wij benaderd worden door type klanten die het misschien niet intrinsiek willen of belangrijk vinden, maar die het wel aan het doen zijn omdat bijvoorbeeld gemeentes of overheden eisen stellen aan bepaalde gebouwen die gebouwd worden of omdat de duurzaamheid van de ambities van de bedrijven aangescherpt zijn, waardoor dit nu wat meer plaatsvindt. Dus dat maakt het ietsjes makkelijker af en toe om te verkopen.
Onze producten staan bijvoorbeeld ook op de milieulijst van de Nederlandse overheid, waardoor kopers een fiscale subsidie kunnen krijgen. Dat helpt ook wel een beetje. Maar we moeten natuurlijk toe naar een speelveld, waarbij duurzame materialen net zo aantrekkelijk zijn, of aantrekkelijker zijn, dan minder duurzame materialen. En dat heeft echt te maken met prijsvorming en wat bereken je wel en niet in de prijs. Als ik een klein voorbeeld kan geven. Stel, die stenen van ons die worden gebakken in een oven en wij maken gebruik van bos-gecompenseerd gas. Dus het gas wat je verbrandt, de uitstoot wordt gecompenseerd met het planten van bomen.”

Van Soest: “Dus het bakken is ook al veel duurder?”

Massa: “Dat type gas is duurder, want er zit een premie op om bomen te planten inderdaad. Het feit dat wij dat doen, maakt ons duurder. Maar als iemand anders dat niet doet, is die dus goedkoper. Maar klopt dat dan wel? Want uiteindelijk, die uitstoot die vindt wel plaats.”

Van Soest: “Maar waarom zagen jullie jaren geleden dan dus al ruimte voor duurzame en dus ook duurdere producten?”

Massa: “Nou, ik denk niet dat wij per se ruimte zagen. We zijn best wel naïef begonnen. Dat geldt voor mijzelf, maar ook voor mijn collega Tom. We hebben geen achtergrond in de bouwwereld. Inmiddels lopen we natuurlijk al aardig wat jaren rond. Maar zeker toen, ja we zijn gewoon begonnen omdat wij zagen aan de ene kant dat er zo veel afval beschikbaar komt elk jaar. Dat gebeurt aan de ene kant. Maar aan de andere kant zie je ook dat voor het maken van nieuwe bouwmaterialen heb je grondstoffen nodig, ruwe grondstoffen. Bouwzand, kiezelsteen, grind, noem maar op. En we zien dus ook aan die kant dat dat soort grondstoffen schaars beginnen te worden. Of dat het winnen van die grondstoffen een negatieve impact heeft op ecosystemen. Vanuit die gedachte zijn wij gaan werken en hebben we gedacht van: ja maar als er zo veel afval beschikbaar is, moeten we dat dan niet proberen om te zetten in materialen die we terug die bouw in kunnen sturen. Redelijk naïef gedacht. Gaandeweg zijn we er ook achter gekomen dat het natuurlijk helemaal niet zo makkelijk is. De ene kant van het verhaal is een product ontwikkelen dat werkt. Maar de andere kant van het verhaal is het product verkocht krijgen. En zeker in de bouwindustrie. Het is een industrie met hele lange tijdslijnen. Wij praten soms met architecten en dan pas vijf of zes jaar later wordt dat gebouw gerealiseerd. Dat moet je kunnen overleven als jong bedrijf. Maar het is ook een industrie waarbij risico’s vermeden moeten worden, omdat de kwaliteit van een gebouw voorop staat.”

Van Soest: “Risico vermijden en innovatie. Ja, ’t is natuurlijk geen gelukkige combinatie. Want wie wil innoveren moet risico nemen. De aanloop naar de eerste echte klant, was voor StoneCycling dan ook een lange.”

Massa: “Voor ons is het echt een uitdaging geweest om de type opdrachtgevers te vinden. Wij noemen dan de early adapters bijvoorbeeld. De type architecten die zeggen: ‘Wij vinden dit belangrijk. Wij vinden dit tof’. Maar ook de projectontwikkelaars die uiteindelijk dus betalen, die zeggen: ‘Nou, wij geloven hierin. Wij vertrouwen dit en we gaan het gewoon doen.’ En dan sluit die aannemer, die voert het uit. Die gaat het dan oppakken. En dat is echt een hele uitdaging geweest om dat voor elkaar te krijgen. Maar inmiddels hebben we meer dan 50 projecten gerealiseerd en dan gaat het ook wel een stukje makkelijker.”

Van Soest: “Maar in het begin dus echt wel tegen een muur op gelopen? Ja, dat vond ik zelf een hele leuke woordgrap!”

Massa: “Oh, op die manier. Nou, we lopen nog steeds tegen muren op, als je het zo wilt zeggen. Maar wat ik wel heel mooi vond: we hebben in het begin veel gepraat met grote ontwikkelaars. Die vonden het moeilijk om die stap te nemen. En uiteindelijk was ons eerste project twee jonge architecten uit Rotterdam van Architectuur MAKEN, Ferry en Nina, die hun eigen woning hebben gebouwd, op eigen rekening en risico. Zij zijn gewoon de eersten die dit gedaan hebben, terwijl de grote ontwikkelaars dat risico misschien beter zouden kunnen dragen, maar dat toen nog niet wilden. En gelukkig is dat nu wel anders. Wij hebben nu echt hele fijne samenwerkingen met zowel aannemers als grote ontwikkelmaatschappijen.”

Van Soest: “Even een zijpaadje, want jij hebt zelf politicologie gestudeerd. Hoe kom je in de stenen terecht?”

Massa: “Ja, dat is een goede vraag. Dat vraag ik me eigenlijk nog steeds wel eens af: hoe kom ik in de stenen terecht? Ik denk: ik ben al vanaf m’n achttiende aan het ondernemen, dus ik vind het ondernemerschap heel tof. Ik vind het ook belangrijk om aan een bedrijf te werken dat iets positiefs bijdraagt aan de maatschappij of aan de wereld. Dat spreekt me ook heel erg aan. En ik denk dat die stenen een beetje een toevalligheid is geweest, maar wel een hele mooie toevalligheid, want het heeft me echt in een nieuwe wereld gebracht die ik nog helemaal niet kende. Politicologie, het ligt misschien ver uit elkaar, maar aan de andere kant gaat het ook echt over systemen. We leven in een bepaald paradigma en we schuren nu aan tegen een verandering van paradigma’s. Dat zien we misschien politiek, maar dat zien we ook zeker in de bouwwereld. En ik vind dat wel heel interessant om daaraan te werken, om die paradigmaverandering… Om eraan mee te helpen. En in die zin komt dat systeem denk ik ook nog wel eens van pas, wat ik destijds geleerd heb.”

Van Soest: “Even terug Ward naar het begin, want jij vertelde dat bouwtrajecten inderdaad hele lange trajecten zijn. Hoe begin je überhaupt een bedrijf in de bouw als je je product pas kan leveren eigenlijk twee jaar nadat een architect dat gebouw met jullie materiaal heeft ontworpen?”

Massa: “De vraag is, als je dat weet, of je dan wel begint. Ik denk dat ik best kan stellen dat wij zo naïef waren dat we dachten dat we het allemaal veel sneller zou gaan. We hadden het er laatst nog een keer over met de collega’s dat die naïviteit dat dat misschien toch wel eens eigenschap is die je nodig hebt als ondernemer of misschien als innovatieve ondernemer. Omdat, ja als je het platslaat en we wisten het allemaal van tevoren, waren we er misschien wel niet aan begonnen. Maar het feit dat we begonnen zijn en dat we toch steeds stapjes verder kwamen. Ja, dat heeft ons gebracht waar we nu zijn. Maar ja kan je voorstellen dat toen wij ons product lanceerden in de markt in 2015 of 2016, toen zeiden architecten: ‘ja, interessant, we gaan met jullie product werken.’ En wij dachten: ah tof, nou dat gaan we verkopen. En toen pas kwamen we erachter van: oh shit, er zitten nog zó veel stappen tussen.”

Van Soest: “Maar jullie hebben dus in het begin heel veel kosten moeten maken?”

Massa: “Ja, absoluut. Ja, klopt. Dus we hebben ook wel vrij snel investeerders binnengehaald. We zijn gaan zoeken naar investeerders, die ons zowel inhoudelijk verder konden helpen als financieel verder konden helpen. En daarmee hebben we al deze ontwikkelstappen kunnen zetten. De projecten die we nu verkopen – even op een gevoel te krijgen – dat is een resultaat van de salesinspanning van 2018, bijvoorbeeld.”

Van Soest: “En die investeerders hè. Dat zeg jij heel erg alsof dat de normaalste zaak van de wereld is. Zo van: die hebben we gewoon gevonden. Die hebben we erbij gehaald. Hoe doe je dat?”

Massa: “Ja, hoe doe je dat? Net zoals al het andere bij het opstarten van een bedrijf. Gewoon uitzoeken en zorgen dat je juiste mensen om je heen verzamelt. Het is wel zo dat zeker in Nederland is gewoon heel veel ontzettend goed geregeld. Ik denk voor alle jonge ondernemers die denken dat ze een bedrijf willen starten, zeker die eerste fase, dat noemen ze dan vaak de proof of conceptfase. Er zijn allerlei financieringsmogelijkheden vanuit de overheid, vanuit provincies, maar ook vanuit private investeerders, om dat idee verder uit te werken. En zo begin je. En op een gegeven moment heb je dan weer een stapje gezet en dan heb je in een keer een product waarvan je denkt dat je het kan maken. En dan ga je weer verder. En dan op een gegeven moment vind je een fabrikant die zegt: ‘Ik vind het interessant. Laten we het samen verder gaan ontwikkelen.’ En dan heb je in een keer je eerste project staan. Daar zitten allemaal jaren tussen, maar wat voor ons echt wel een keerpunt is geweest, is toen wij 2016 dat eerste huis in Rotterdam hebben gebouwd met Ferry en Nina van Architectuur MAKEN. Ik was destijds vier jaar in contact met een professor die wel eens wat voor The Guardian schreef, voor de krant. En die heb ik toen benaderd en gevraagd van: goh, kunnen we niet zorgen dat een journalist van The Guardian hier een mooi verhaal over schrijft? En dat is via via gelukt. En zij heeft toen – die journalist – heeft toen een keer op een zaterdagochtend een groot stuk over dit project en over ons bedrijf gepubliceerd. En dat is echt het beginpunt geweest… Voor die tijd moesten wij iedereen bellen, architecten bellen: hé, mogen we een keer langskomen. Ons verhaal vertellen. Opnieuw opnieuw.”

Van Soest: “Echt leuren.”

Massa: “Echt leuren. En dan ook nog met stenen die zwaar zijn, dus je moet het ook echt sjouwen. En toen gingen we dus naar een situatie waarin ons verhaal gepubliceerd werd en ook heel veel overgenomen werd in de internationale media, waarbij mensen ons gingen bellen. En dat is tot op de dag van vandaag nog steeds zo.”

Van Soest: “StoneCycling wist niet alleen de internationale pers dus te interesseren voor hun werk. Het bedrijf viel ook geregeld in de prijzen. Zo kreeg medeoprichter Tom van Soest tijdens de Dutch Design Week de prestigieuze Young Design Award uitgereikt. En in 2020 bemachtigde StoneCycling de vierde plek in de KVK Innovatie Top 100. Al die dingen bij elkaar zorgen ervoor dat het bedrijf van Ward zichtbaar blijft.”

Massa: “Het is een soort optelsom waarbij je steeds in de media komt of mensen lezen over je of horen van je, waardoor ook het vertrouwen in ons bedrijf groeit. En wij merken dus ook dat als we vacatures openzetten, nu voor een accountmanager, dat we vaak in staat zijn om echt goed personeel aan te trekken, die misschien op een andere plek veel meer kunnen verdienen, maar die het toch ook – het zijn vaak dertigers of eind dertigers, begin veertigers – die toch ook het idee hebben van: ja, wat ga ik met m’n tijd hier op aarde doen? En waar kan ik me het beste inzetten? Gelukkig zijn er toch steeds meer mensen die dan de keuze maken om zich te voegen bij een bedrijf met een duurzame of een sociale missie.”

Van Soest: “Die willen ook hun steentje bijdragen en dat kan dan – ja sorry hoor voor al die woordgrappen – en dan helpt zo’n vermelding in die Innovatie Top 100. Jullie zijn ook vrij snel internationaal gestart hè? Veel bedrijven willen eerst Nederland veroveren voordat ze daarover gaan nadenken. Waarom was het buitenland voor jullie direct al een optie?”

Massa: “Deels is dat een hele bewuste keuze geweest. Wij richten ons met onze producten op projecten met een focus op duurzaamheid en design. Maar dat heeft ook vaak met budget te maken. In welke projecten is er budget om iets bijzonders of iets duurzaams te doen? Dat zijn dan vaak projecten toch op A-locaties, vanuit vastgoedperspectief gezien. Wij schatten in dat dat de top 10 procent van de markt is. En daar zijn in Nederland gewoon niet genoeg projecten van. Dus wij hebben al heel snel gezegd: we gaan alles in het Engels doen. We positioneren ons echt als internationaal bedrijf, waardoor dus het gewoon vaak heel simpel is dat andere mensen kunnen lezen wat we doen en ons weten te vinden. Dat zorgt ervoor dat we vooral projecten in Nederland hebben gedaan, maar ook in Engeland. In Amerika, Scandinavië, Duitsland en nog een aantal landen. Wat ik er ook tof aan vind, is dat op het moment dat wij zo’n project in New York doen bijvoorbeeld. Ik vind het zelf gewoon heel tof, op Manhattan. Maar aan de andere kant merken we ook dat dit soort projecten – in Amerika staat dit thema nog niet zo op de kaart – en dan wordt er zo’n project gebouwd en daar wordt ook weer over gepubliceerd en het ziet er tof uit. Dat het wel helpt om dat thema op de kaart te zetten. Ik zie dat echt als een belangrijk doel van ons bedrijf ook om dat thema continue onder de aandacht te blijven brengen en te laten zien dat zoiets kan.”

Van Soest: “Op welk project ben je nou het meest trots tot nu toe?”

Massa: “Ja dat is een goede vraag en ook vanuit welk perspectief je het vraagt. Als ik vanuit designperspectief kijk, dan vind ik… We hebben een klein interieur gedaan in Venla. Een particulier die heeft een Wasabi-binnenwandmuur laten maken, de eerste. En ik kan daar heel blij van worden, omdat wij zelf niet hadden verwacht dat het zo tof uit zou zijn. Het lijkt bijna een soort schilderij, dus daar ben ik trots op. Maarja, de echte grote projecten: we staan nu in Amsterdam en op de Zuidas wordt een gebouw gebouwd samen met de BAM en met Team V en hier in Amsterdam-Noord met Studio 9, onze medehuurder. Dat zijn echt grote gebouwen en dat is ook wel heel gaaf, want uiteindelijk: zo’n gebouw staat daar hopelijk honderd jaar. En het is natuurlijk wel tof om dan… Ik fiets er voorbij, ik rij er voorbij, om dan continu te zien van: hé, dit is een gebouw, een gevel gemaakt van afval en wij hebben dat ook nog mogen produceren.”

Van Soest: “Als ik aan Ward vraag wat de belangrijkste les is die hij heeft geleerd tijdens z’n ondernemersreis, komen we weer op dat ene woord wel vaker de revue is gepasseerd. Naïviteit. Omarm die. Want hoewel hij en z’n compagnon Tom een stip op de horizon hadden gezet: de route, daar hadden ze amper weet van.”

Massa: “Terugkijkende is het een hele mooie reis geweest, maar ik heb natuurlijk ook heel vaak op punten gestaan waarop er geen uitzicht was. Waar je echt om je heen keek en dat je dacht van: fuck, waar is die route nou? Is dat pad nu vooruit of achteruit? Ik weet het even niet meer.”

Van Soest: “Kan je dat nog voor de geest halen wanneer dat was?”

Massa: “Ik denk misschien wel ons allereerste project wat we gemaakt hadden. We hadden een bepaalde receptuur voor die producten. Die producten worden geproduceerd en alle producten zijn net iets te groot of net iets te klein. Pas dan snap je: ja, als elke steen een centimeter te lang is, dan komt het ontwerp niet uit. En dan zegt de opdrachtgever dat het niet zijn probleem is en dat je het maar moet oplossen. En ik weet nog wel in die periode dat wij zelf persoonlijk al die stenen 5 keer vast hebben gehad, keer 20.000 stenen. En dat zijn wel van die momenten dat je denkt van holy shit waar ben ik aan begonnen?”

Van Soest: “Maar wacht even. Vastgehad om er een centimeter af te halen?”

Massa: “Precies ja, om er een centimeter af te halen. Dus dat zijn wel zaken. Maar elk jaar hebben we nog een soort strategiesessie. Dan gaan we naar de camping toe met z’n allen. Het is elk jaar een verhaal wat terugkomt, dus in die zin is het voor kampvuurverhalen een fantastische ervaring. Maar destijds was het wel redelijk uitzichtloos.”

Van Soest: “En wat wordt jullie volgende stap?”

Massa: “Ja daar zijn we heel veel mee bezig geweest. De stap waar we nu echt hard aan aan het werken zijn, is een verbreding van de producten. Dus ik liet je binnen zien: we hebben nu de Waste Paste Brick. Dat is een gevelsteen gemaakt van 60 procent afval. Nou, we willen dat percentage natuurlijk omhoog krijgen, dus daar zijn we mee bezig. Maar we zijn ook bezig met een tweede product. De werktitel is de Cool Tile. Je ziet daar op de grond een plavuis, een straatsteen. De Cool Tile dat wordt ook een straatsteen die we samen met TNO aan het ontwikkelen zijn. En dat wordt een straatsteen gemaakt van 85 procent afval, maar ook nog 45 procent CO2-reductie in het productieproces. Dus we willen echt die verbreding qua producten ook maar wel altijd van afval gemaakt, CO2-reductie én heel mooi.”

Van Soest: “Met die drie-eenheid moet het StoneCycling wel lukken om de volgende stip op de horizon te bereiken, maar hoe die weg er precies uit ziet? Mijn naam is Annette van Soest. Leuk dat je luisterde naar deze aflevering van Stappenmakers. Wil je horen welke stappen andere ondernemers hebben gezet? Luister dan de hele serie. Wil je meer informatie over het opzetten van een duurzame startup? Ga dan naar KVK.nl.”