Een online platform starten, 5 valkuilen

Van uitzendmarkt tot taxibranche en van zorg tot bouw; online platforms domineren veel markten. Logisch, want door vraag en aanbod te matchen zonder tussenstappen, bespaar je geld en ben je snel, wendbaar en efficiënt voor je klanten. Heb jij plannen om een online bemiddelingsbureau te starten? Ruud Schippers van uitzendplatform JAMwerkt ging je voor en vertelt over de vijf grootste valkuilen bij het starten van je eigen platform.

Online platform JAMwerkt brengt jong talent en lokale bedrijven bij elkaar. Dichtbij hun doelgroep, op het bedrijventerrein van Eindhoven Airport, staat het kantoor van JAMwerkt. Ruud Schippers, 26 jaar, richtte het bedrijf in 2012 samen met zijn broer Martijn en zus Miranda op naast hun studie. Ze zagen kansen in de arbeidsmarkt voor jongeren. Dat moest sneller en efficiënter kunnen. Nu, zeven jaar verder, is het bedrijf gegroeid naar zeventien medewerkers en een omzet van zo’n vier miljoen euro.
Wil jij ook succesvol een online platform starten? Stap dan niet in deze valkuilen:

1. Wachten met livegaan totdat je website perfect is

Broers en zus gingen van start met één doel: het online koppelen van vraag en aanbod. Ze hadden twee doelgroepen: jongeren die een centje wilden bijverdienen en regionale bedrijven die handjes nodig hadden. Een compleet platform bouwen kan zomaar maanden of zelfs jaren in beslag nemen. Maar daar wilde het drietal niet op wachten. “De website was nog verre van perfect, maar we wilden snel live. Er viel geld te verdienen! Omdat we nog zo jong waren hadden we de gunfactor bij bedrijven uit onze regio. Ook al liep niet alles direct feilloos, we kwamen er mee weg. Ook omdat we ons kwetsbaar opstelden en altijd op zoek waren naar verbetering.” legt Schippers uit.

Voor de eerste versie hebben ze hun netwerk gebruikt. “We schakelden een student in van de TU Eindhoven en met hem hadden we een slimme constructie verzonnen. De student kreeg een percentage van de kwartaalomzet, wat een maand na afloop van het kwartaal werd uitbetaald. Deze opzet motiveerde hem om het platform steeds beter en gebruiksvriendelijker te maken en op die manier hadden we eerst inkomsten voordat we hem moesten betalen.”

2. Met de eerste de beste ontwikkelaar in zee gaan

De zaken gingen goed, er kwamen steeds meer activiteiten bij. Met als gevolg dat de website niet meer voldeed. Na drie jaar was het tijd voor een volgende stap: een professioneel bureau inschakelen. “We groeiden met ons bedrijf, de website werd steeds complexer. We namen afscheid van onze student en huurden voor vaste dagdelen een ontwikkelaar in via een gespecialiseerd bureau. Om de kennis te borgen werken we met twee ontwikkelaars. Als er een wegvalt, is er altijd nog iemand die weet hoe het precies zit.”

Ze kozen voor dit bureau, omdat zij ervaring hadden met soortgelijke platforms. “We hebben goed nagedacht over met wie we in zee gingen. Het ging niet alleen om een flitsende voorkant. Ook de achterkant van de website moest goed in elkaar zitten, want we bouwen al jaren aan onze eigen uitzendsoftware.”

3. De kosten van het bouwen en onderhouden onderschatten

Je denkt misschien dat een online platform bouwen niet zo veel hoeft te kosten. Maar een platform bouwen is duur. Schippers maakt een ruwe schatting: “Het is moeilijk te zeggen, maar denk gauw aan honderdduizend euro. En per week ben je zeker nog eens duizend euro kwijt aan onderhoud en optimalisatie.”

De broers en zus zijn heel klein begonnen en hebben zonder externe financiering het bedrijf opgezet. “Door een groot deel van de winst terug te stoppen in het bedrijf en weinig voor onszelf eruit te halen is dit gelukt. Dit was een bewuste keuze, we wilden de touwtjes in eigen handen houden en niet afhankelijk zijn van de bemoeienissen van een financier.”

4. Jouw doelgroep niet om feedback vragen

De jonge ondernemer ziet om zich heen dat een platform starten iets heel anders is dan een platform runnen. “Dé perfecte website opzetten is geen garantie voor succes. Vaak werken bedrijven wel een jaar toe naar de lancering van de website. Daarna komen ze er al snel achter dat de website niet voldoet. Dit kun je voorkomen door je klanten te betrekken bij de ontwikkel- en testfase.”

Schippers vertelt met spijt dat het hen ook is overkomen: “De eerste les die je op school krijgt bij economie hebben we niet toegepast: luister naar je klanten. Bij de ontwikkeling van latere versies vroegen we de gebruikers wel om input. Je moet bereid zijn dingen overboord te gooien, kill your darlings.” Hij licht toe: “Een van onze eerste diensten was Dagjeswerk. Jongeren vulden zelf in een online agenda in wanneer ze beschikbaar waren. Soms al ver van tevoren. Onze klant rekende erop dat zo’n jongere kwam opdagen, maar die had inmiddels al heel andere plannen. Vaak vergaten ze hun beschikbaarheid aan te passen op de website. En dat leverde veel telefoontjes en geregel op. Daar hadden wij als studentondernemer helemaal geen tijd voor. Onze conclusie: de dienst voldeed wel aan de behoefte van de bedrijven, maar paste niet bij de levensstijl van jongeren. Hier hebben we ons platform vervolgens op aangepast en we zijn meer gaan focussen op vaste bijbanen, vakantiebanen en fulltime-functies.”

5. Te laat inspelen op veranderingen

Op basis van feedback van collega’s en klanten stuurt Schippers wekelijks bij. Via een slim digitaal programma werkt hij nauw samen met de ontwikkelaars. “Zorg ervoor dat je veranderingen vlug kunt doorvoeren en constant optimaliseert aan de hand van gebruikerservaringen. De wereld verandert zo snel. Daar moet je op kunnen inspelen. Bij onze tak van sport heb je veel te maken met veranderende regelgeving. Bij elke wet die gemaakt wordt zijn ook weer kansen. Je hebt er vaak geen directe invloed op, maar kijk hoe je er zo slim mogelijk mee kunt omgaan.”
Ook in het aansturen van de medewerkers wil de enthousiaste ondernemer wendbaar zijn. Trots laat hij de kwartaalplanning zien. Het is een simpel A4 met focuspunten en hoofddoelen. “Elke medewerker heeft dit A4 op de werkplek hangen. Het kwartaalplan is onderdeel van het jaarplan, de stip op de horizon. Aan het eind van elk kwartaal stellen we dit plan op. Zo nemen we invloeden van buitenaf mee en spelen we in op kansen.”