Divers & Inclusief: “Kijk verder dan wat je ziet”

Streven naar diversiteit en inclusie op de werkvloer klinkt mooi, maar roept in de praktijk ook vragen op. Waar begin je? En wat moet je regelen? In de serie ‘Divers & Inclusief’ lees je hoe ondernemers voor diversiteit en inclusie zorgen in hun bedrijf. In deze aflevering: waarom een medewerker in een rolstoel geen belemmering is.

Personeelszaken op orde

Precies weten wat je moet regelen als je personeel aanneemt?

Doe de Personeelswijzer

“Ik ben het knokken zat,” schrijft Bianca Hatzmann op een dag op LinkedIn. Hatzmann zit in een rolstoel en is zojuist voor de zoveelste keer afgewezen voor een baan. In haar verhaal op LinkedIn deelt ze welke drempels ze als rolstoelgebruiker al jaren ervaart bij het vinden van werk. Haar bericht wordt 1,4 miljoen keer gelezen, krijgt 900.000 likes en Hatzmann ontvangt bijna 1000 persoonlijke reacties. Ook Debby Spaargaren van De Goudse leest het bericht en reageert. Vanaf dat moment verandert het leven van Hatzmann op slag.

Addertje

“Ik las dat verhaal op LinkedIn en dacht: dat is raar,” vertelt Spaargaren, teammanager Verzuim- en Re-integratieadvies bij De Goudse. “Bianca verwoordde in dat bericht hoe gemotiveerd ze was om werk te vinden, maar ook dat het steeds niet lukte. Ik had op dat moment openstaande vacatures waarvoor zij de juiste opleiding en ervaring had. Die rolstoel was voor mij niet van belang. Dus ik nodigde haar uit voor een kop koffie.”

“Toen gebeurde er iets heel bijzonders,” vult Hatzmann aan. “Binnen een paar dagen had ik ineens een baan. Mijn laptop en telefoon waren al besteld. Ook de facilitaire dienst was al geïnformeerd om de deuren van elektrische bediening te voorzien, zodat ik me vrij door het gebouw kon bewegen. Geweldig nieuws natuurlijk, maar ik durfde niet direct blij te zijn.” Door alle negatieve ervaringen met voorgaande sollicitatieprocedures zat Hatzmann te wachten op ‘het addertje onder het gras’. “Ik heb het allemaal al eens meegemaakt,” licht ze toe. “Dan bleek ik geschikt voor een functie, maar dan ging het op het laatste moment toch niet door.”

Toen gebeurde er iets heel bijzonders. Binnen een paar dagen had ik ineens een baan.

Hokjes en aannames

Mensen met een fysieke bepekring vinden lastiger werk. Daarom heeft het kabinet de banenafspraak opgesteld. Dit betekent dat werkgevers elk jaar moeten zorgen voor een afgesproken aantal banen voor mensen met een beperking. Deze banen worden ook wel participatiebanen genoemd. Werkgevers krijgen hiervoor een loonkostenvergoeding. Hatzmann solliciteerde echter altijd op reguliere banen, omdat haar rolstoel haar niet belemmert om bijvoorbeeld een administratieve functie uit te oefenen. “Dat zorgde vaak voor teleurstellingen. Want dan begon de werkgever aan het eind van het gesprek ineens toch over een participatiebaan of loondispensatie. Of ik paste gewoon niet in het juiste hokje om voor zo’n regeling in aanmerking te komen.”

Mijn tip aan deze werkgevers zou zijn: kijk verder dan wat je ziet. Vraag direct aan een sollicitant met een handicap wat hij wel en niet kan, in plaats van het zelf in te vullen.

Daarnaast stelde Hatzmann vast dat veel werkgevers hun oordeel baseren op allerlei aannames. “Tijdens sollicitatiegesprekken kreeg ik regelmatig de vraag of ik vanwege mijn handicap vaak therapie of operaties nodig had,” vertelt ze. “Werkgevers zijn bang voor verzuim, of denken dat een medewerker met een handicap meer geld kost, bijvoorbeeld door aanpassingen op de werkplek. Mijn tip aan deze werkgevers zou zijn: kijk verder dan wat je ziet. Vraag direct aan een sollicitant met een handicap wat hij wel en niet kan, in plaats van het zelf in te vullen.”

Gelijkwaardig

Bij De Goudse voelt Hatzmann zich gelijkwaardig aan haar collega’s. “Toen Debby me belde om te vertellen dat ik de baan had, voegde ze er vrijwel meteen aan toe dat het om een ‘gewone’ baan ging, met een regulier salaris. Jarenlang heb ik hiervoor gestreden en eindelijk bood iemand me die kans.”

 

Hatzmanns gevoel van gelijkwaardigheid komt niet alleen door die reguliere arbeidsovereenkomst. “Vanaf dag één dacht iedereen met me mee,” vertelt ze. “Het is bijvoorbeeld vrij lastig om je met een rolstoel door het bedrijfsrestaurant te bewegen. Het dienblad met eten en drinken moet dan op schoot en dat is niet handig. Toen Debbie hoorde dat ik kleine stukjes kan lopen, regelde ze meteen een rollator voor me, zodat ik ook met een dienblad door het restaurant kan.” Lachend voegt ze eraan toe: “Ze ontzien me hier gelukkig ook niet. Ik haal net als alle andere collega’s minimaal één keer per dag een rondje koffie voor iedereen.”

Maatschappelijk probleem

Als het voor Spaargaren en haar team zo vanzelfsprekend is, waarom komen mensen met een beperking bij andere organisaties dan zo moeilijk aan het werk? “Ik weet het niet,” antwoordt Spaargaren. “Het is een maatschappelijk probleem. Maar wel een gek probleem. Als iemand mantelzorger is of jonge kinderen heeft, en daardoor af en toe eerder naar huis moet, dan doet niemand daar moeilijk over. Maar zodra iemands afwezigheid te maken heeft met zijn beperking, wordt het ineens een ander verhaal.”

Volgens Spaargaren zorgen de administratieve last en de complexiteit van de verschillende regelingen ervoor dat veel werkgevers het niet aandurven om iemand met beperking in dienst te nemen. “In Nederland is het aannemen van iemand met een handicap veel te moeilijk en onoverzichtelijk gemaakt. Wanneer werkgevers te weinig kennis hebben over dit onderwerp, nemen ze het risico liever niet. Daardoor zitten veel competente medewerkers alsnog onterecht thuis.” Hatzmann vult aan: “Maar daarmee doe je kandidaten met een handicap, die ook heel geschikt zijn voor de functie, tekort. Die bureaucratie is immers niet hun schuld. Het is belangrijk dat werkgevers zich daarvan bewust worden.”