De radicale innovatieslag van een veeteeltbedrijf
- 17 september 2021
- 5 min
- Runnen en groeien
- Duurzaamheid
Nu nog grazen er 50 koeien in de wei van de familie Venner in het Limburgse Baexem. Maar zoon Mark gaat het anders doen, want duurzame landbouw en veeteelt vragen om innovatie. En dus wordt het familiebedrijf, jarenlang een traditionele melkveehouderij, omgebouwd tot het Leuker Voedselbos, waar bomen, struiken en planten door en naast elkaar staan en eetbare producten opleveren. “Als een pluk-drone je 600 uur werk uit handen neemt, kun je die tijd aan iets anders besteden.”
KVK Innovatie Top 100 Event
Ontdek in één dag wat je moet doen om door te groeien met je bedrijf. Leer van andere ondernemers op 16 november in Rotterdam Ahoy.
Er moest wát gebeuren met het familiebedrijf, vertelt Mark Venner. “Een boerderij met 50 koeien is niet meer van deze tijd, die levert te weinig op. Mijn vader Peter zag weinig in schaalvergroting en met zijn pensioen in zicht kwam de vraag: wat te doen met de boerderij?” Zoon Mark opperde het idee de koeien weg te doen en een deel van het land om te toveren tot een voedselbos. Deze innovatieve ondernemingszin kwam niet uit de lucht vallen. Mark voelde al jaren dat de huidige manier van land bewerken tegen de grenzen aanloopt.
Twee werelden verenigen
Venner junior is er volledig van overtuigd dat ook de landbouw een bijdrage moet leveren aan een duurzame wereld. “We hebben hier in Limburg net de extreme wateroverlast achter de rug, waar we ook al jaren van droogte hebben gehad. We lopen tegen onze grenzen aan, daar moeten agrariërs ook rekening mee houden.” Het kwartje viel bij hem in 2017, tijdens een lezing van voedselbos-pionier Wouter van Eck. “Ik vond zijn verhaal zo sterk dat ik me ging verdiepen in de voedselbosbouw. Het is het enige landbouwprincipe waarbij we de natuur met rust laten. Zo verzorgt in een voedselbos het ecosysteem het onderhoud en de productie, zodat de mens zo weinig mogelijk hoeft in te grijpen. Het enige werk dat overblijft, is oogsten.” Voor Venner komt bij deze innovatieve manier van land bewerken alles samen. “Ik vroeg me altijd al af waarom we de natuur moeten ‘beheren’, terwijl de natuur groeit zoals het moet groeien en die juist door menselijk ingrijpen kwetsbaar wordt. Ik wil de agrarische wereld en de natuur verenigen.”
Een radicale innovatieslag als deze maken binnen een familieveelteeltbedrijf is niet iets dat je dagelijks hoort, maar binnen de familie Venner is de overgang redelijk soepel gegaan. Ten eerste was Venner senior al lang blij dat hij het familiebedrijf kon overdragen. Maar ook de rest van de familie staat achter het idee, omdat ze zien dat Mark enthousiast gelooft in dit idee en ze vertrouwen in hem hebben. Mark bevestigt: “Wij zijn een ondernemend gezin en hebben altijd op elkaars kwaliteiten vertrouwd. En dat is altijd goed gegaan.”
Geen subsidie, wel crowdfunding
Een melkveebedrijf uitbreiden zou meer risico en hogere investeringen betekenen dan een voedselbos, de kosten daarvan vallen relatief mee. Aangezien er nog geen subsidie is voor deze vorm van landbouw heeft Venner crowdfunding ingezet voor de plantkosten. “Via Grootouders voor het , onderdeel van Urgenda, hebben we al 30.000 euro opgehaald. Dat is ongeveer de helft van de plantkosten. De aanplant van het totale voedselbos gebeurt over meerdere jaren, dus de kosten kunnen we ook spreiden. In elk geval hebben we genoeg middelen voor de aanplant die we de komende twee jaar willen doen en hopelijk kunnen we via crowdfunding nog meer ophalen.”
Als een pluk-drone je 600 uur werk uit handen neemt, kun je die tijd aan iets anders besteden
En omdat Venner minimaal vijf hectare gaat aanplanten, valt zijn bedrijf onder de regeling ‘Duurzame Doorbraak Voedselbosbouw’ van de Stichting Voedselbosbouw Nederland. “Daarmee kan ik gratis gebruikmaken van hun kennis en expertise op het gebied van ontwerp, aanleg en onderhoud. Bovendien draagt de stichting bij in een deel van de plantkosten.”
Meerdere businessmodellen
Hoewel Venner werkt met de natuur als vertrekpunt, moet er wel geld worden verdiend. En het voedselbos is nog in aanplant. “Daarom heb ik er nu nog een baan naast, in natuurontwikkeling en advisering. Maar dit is de landbouw van de toekomst en ik ben ervan overtuigd dat het voedselbos op termijn een gezond businessmodel wordt. Sterker nog, je hebt hiervoor geen dure machines, chemicaliën of krachtvoer nodig. Het enige wat je nodig hebt is de natuur en dat levert, naast de broodnodige biodiversiteit, ook keiharde euro’s op. Het heeft alleen tijd nodig om te ontwikkelen.”
Daarom onderzoekt Venner wat hij aan het voedselbos kan toevoegen voor extra inkomsten. “Zo heb ik nog twintig hectare grasland, waar we ecologische recreatiewoningen willen bouwen. Hopelijk horen we binnenkort van de gemeente of dat mag.” Ook denkt hij eraan om een deel van land te verpachten om de tijd te overbruggen tot het bos genoeg oplevert. En mijn vader heeft de melkkoeien voorlopig nog. Die leveren een buffer om de leningen van het boerenbedrijf verder af te betalen. Helaas zal dat niet volledig lukken, dus we zullen binnen nu en het beëindigen van het melkveebedrijf moeten kijken hoe we het resterende bedrag opvangen. Waarschijnlijk moet dit wel met een lening, maar op termijn zouden we graag volledig onafhankelijk zijn. Desnoods leggen wij als familie wat spaarcentjes in.”
Ideale verdienmodel
Hoe het verdienmodel van een voedselbos verder wordt ingevuld, is afhankelijk van de creativiteit van de ondernemer en van zijn situatie. Het voedselbos moet over ongeveer zeven jaar rendabel zijn, maar in de tussentijd valt er al wel wat te oogsten. En hoe langer het er staat, hoe meer het opbrengt.
“Wat plant je aan, hoe is de ondergrond en hoe ga je oogsten? Doe jij dat of laat je bezoekers zelf plukken? Het liefst wil ik alles op de eigen locatie verkopen aan passanten en bezoekers en aan de recreanten die op het terrein verblijven. Verder hebben cateraars en restaurants in het hogere segment al aangegeven dat ze benieuwd zijn naar de producten, dus eventueel kan ik ook extern gaan afzetten. Ik heb zeven jaar de tijd om dat verder uit te werken, aangezien het voedselbos dan pas rendabel is om te oogsten. Het belangrijkste is dat de planten nu de grond in gaan, wij werken nu eenmaal op de lange termijn.”
Van populaire tot niche-producten
De aanplant in zijn voedselbos heeft Venner al grotendeels uitgetekend. “Voor iedere hectare heb ik een ontwerp, waarin elke plant belangrijk is voor het systeem. Daar zijn bekende fruitsoorten bij zoals appel, peer, pruim, perzik en alle soorten bessen, maar ook een paar exclusieve niche-vruchten zoals kaki, szechuan peper en Chinese kwee. Zolang je maar werkt met minimaal drie gelaagdheden, dus een hoge notenboom, dan een lagere fruitboom, struiken, bodembedekkers en zo verder. Meerjarige groentes, zoals asperges, passen er ook bij. Natuurlijk kijken we ook naar de populariteit van bepaalde soorten, of wat populair kan worden. Wie wist tien jaar geleden dat de avocado zo geliefd zou worden? Je moet iets durven en dan ook doen. Zolang je alles maar aanplant met het idee dat het lang blijft staan en dat je meewerkt met de ontwikkeling van het bos.”
Pluk-drone en VR-bril
Hoewel de natuur voorop staat, sluit Venner zich niet af van technologische ontwikkelingen. “Een webwinkel nemen we zeker mee in onze visie. En als een pluk-drone je 600 uur werk uit handen neemt, kun je die tijd aan iets anders besteden. Ik denk ook aan een VR-bril of andere technologie om te kijken welk plantje precies goed is om te oogsten.”
De oude koeienstal staat vanaf oktober volgend jaar leeg en biedt ook mogelijkheden. “Op de stal liggen zonnepanelen, dus die kan niet weg. Die verbouwen we tot multifunctionele ruimte, met plek voor horeca, een evenementenlocatie, kantoorruimtes, vergaderruimtes en een hub waar studenten onderzoek doen naar het voedselbos of naar technologische toepassingen op het gebied van duurzaamheid. En we maken werkplaatsen in de stal, bijvoorbeeld voor een bloemist die graag op onze locatie wil werken. De invulling kan zo breed mogelijk, mits het past bij de filosofie van ons bedrijf.”
Reeën en dassen
Kijkend naar de toekomst ziet Venner zichzelf over een jaar of vijf staan in de luwte van zijn voedselbos. “Na een jaar begint er al veel te groeien. Ik zie nu al reeën, dassen en muizen, die weer torenvalkjes aantrekken. Maar ik zie ook meer organische stof in de bodem. Als dat optimaal is, kunnen de planten zelfstandig verder groeien, zonder dat ik nog water moet geven. Over vijf jaar staat er een functionerend systeem, een idee van een bos, waar je al wel veel kunt oogsten, maar wat misschien nog niet rendabel is. En over tien jaar heb je een echt bos, een prachtige plek voor mens en dier.”