Heb je een belang in een stichting, dan ben je erbij betrokken of heb je invloed op de besluiten. Sommige belangen zorgen ervoor dat je een UBO bent. Hieronder staat een checklist waarmee je controleert welke personen in jouw stichting de UBO’s zijn.
Let op: controleer de lijst met belangen hieronder en begin bij nummer 1. Kies het eerste belang dat geldt voor de mensen in je stichting. Met dat belang moet je de UBO’s dan inschrijven.
Tip: bekijk ook eens deze voorbeelden die je op weg helpen bij het bepalen van de UBO's van je stichting.
Wie hebben er een belang in je stichting?
1. Mensen die recht hebben op meer dan 25% van het vermogen van je stichting
Elke persoon die volgens de statuten recht heeft op een uitkering van een deel van het geld van de stichting, noemen we een ‘begunstigde’. Zijn er drie begunstigden of minder, dan moet je die inschrijven als UBO, omdat ze recht hebben op meer dan een kwart van het totale vermogen.
Je moet ook melden hoe groot hun belang is:
- meer dan 25%, tot en met 50%
- meer dan 50%, tot en met 75%
- meer dan 75%, tot en met 100%
Voorbeeld van een begunstigde
Stichting Help Yvette heeft geld ingezameld, zodat Yvette een operatie aan haar been kan betalen. Dit doel staat ook in de statuten van de stichting. Yvette is de enige voor wie de stichting geld inzamelt. Zij is daarom begunstigde van het vermogen en dus UBO.
2. Mensen die meer dan 25% stemrecht hebben bij besluit tot statutenwijziging
In de statuten van een stichting staan de regels die gelden voor de stichting. Bijvoorbeeld over het geld en het bestuur. Je kunt daar ook lezen hoe je de statuten wijzigt. Meestal moeten de bestuursleden daarover stemmen. Elke persoon die in z’n eentje meer dan een kwart van de stemmen heeft, moet je inschrijven als UBO.
Je moet ook van elke UBO melden hoe groot dat belang is:
- meer dan 25%, tot en met 50%
- meer dan 50%, tot en met 75%
- meer dan 75%, tot en met 100%
Voorbeelden van stemrecht
Stichting Lucius heeft drie bestuurders. Elke bestuurder heeft één stem en dus 33,3% van de stemmen. In de statuten staat dat deze bestuurders mogen besluiten om de statuten te wijzigen. Alle drie de bestuurders zijn in dit voorbeeld UBO's.
Stichting Kraalsnoer heeft zes bestuurders: Aaliyah, Benzino, Charissa, Dwight, Esther en Falco. Aaliyah mag drie stemmen uitbrengen. De andere bestuursleden mogen allemaal maar één stem uitbrengen. Aaliyah is in dit voorbeeld een UBO, omdat zij drie van de zes stemmen (50%) heeft. De anderen hebben elk maar 16,67% van de stemmen, en zijn in dit voorbeeld dus geen UBO (als het gaat om stemrecht).
Stichting Vrije Vrienden heeft vier bestuurders. Elke bestuurder heeft één stem. Dus elke bestuurder heeft 25% van de stemmen. Geen van de bestuurders is in dit voorbeeld een UBO, omdat niemand meer dan 25% stemrecht heeft.
Let op: het kan natuurlijk wel zijn dat ze om een andere reden UBO zijn. Check daarom altijd alle belangen in het overzicht.
3. Mensen die op een andere manier zeggenschap hebben, maar géén bestuurder zijn
Soms heeft iemand op een andere manier veel invloed in een stichting. Dat heet dan ‘feitelijke zeggenschap’. Die mensen moet je ook inschrijven als UBO.
Voorbeeld van feitelijke zeggenschap
Donateur Frits geeft veel geld aan de stichting Grazie Mille, om te zorgen dat de stichting kan blijven bestaan. Frits heeft geen formele rol in de organisatie (zoals directeur of bestuurslid). Maar door het wel of niet financieren van de stichting, heeft hij wel flinke invloed. Ook dat noemen we zeggenschap. Frits is daarom in dit voorbeeld een UBO.
Gelden geen van de belangen die hierboven staan? Dan zijn de bestuurders van de stichting de UBO's
De bestuursleden noemen we ook wel hoger leidinggevenden of pseudo-UBO’s. Die moet je inschrijven als UBO voor de stichting. Dit zijn dus alle mensen die als ‘statutair bestuurder’ van de stichting in het Handelsregister ingeschreven staan. Je schrijft ze dan niet in omdat ze een bepaald belang hebben, maar omdat ze bestuurder zijn.
Zijn er UBO's met meer dan één belang?
Controleer dan de lijst met belangen hierboven en begin bij nummer 1. Kies het eerste belang dat geldt voor de mensen in je stichting. Met dat belang moet je de UBO’s dan inschrijven.
Is je stichting een STAK (stichting administratiekantoor)?
Bekijk alle documenten waarin informatie staat over de STAK. Bijvoorbeeld de statuten, administratievoorwaarden en een certificaathoudersovereenkomst. In deze documenten staan regels die je helpen om te bepalen wie de UBO's zijn. Controleer ook of er mensen zijn die zeggenschap hebben, maar geen bestuurder zijn (feitelijke zeggenschap). Kom je er niet uit, vraag dan hulp van een juridisch specialist, zoals een advocaat of notaris.
Wie zijn de UBO's bij een stichting met een raad van toezicht (rvt)?
Bij een stichting met een raad van toezicht (rvt) is een lid van de rvt alleen een UBO als er twee dingen aan de hand zijn. In de statuten van de stichting moet staan dat niet het bestuur maar de rvt de statuten mag wijzigen. Ook moet het rvt-lid meer dan 25% van de stemmen hebben bij een statutenwijziging.
Let op: de rvt-leden zijn geen UBO’s als de rvt alleen het besluit van het bestuur mag goedkeuren, maar niet zelf het besluit neemt.
Verder met voorbereiden op de UBO-opgave?
Deze pagina is deel van een stappenplan. Hiermee bereid jij je voor op het inschrijven van UBO’s. Zorg dat je alle stappen volgt. Op de beginpagina vind je meer informatie.