Certificaat van Oorsprong, bewijs waar product is gemaakt

Een Certificaat van Oorsprong (CVO) bewijst in welk land een product is gemaakt. Als je producten exporteert kan je klant om een CVO vragen. Omdat het land van bestemming dit vereist. Een land wil bijvoorbeeld bewijs van de oorsprong van een product zien voor het beschermen van de eigen economie. Of voor het beperken van gezondheidsrisico’s.

Een Certificaat van Oorsprong (CVO) is een bewijs van oorsprong van een product. Op een CVO staan de omschrijving en oorsprong van je producten. En de NAW-gegevens van verkoper en koper. In Nederland bekrachtigt KVK de oorsprong op CVO’s met een digitale stempel en handtekening. In dit artikel lees je waarvoor je een CVO nodig hebt en wat oorsprong betekent. En hoe je de oorsprong van een product bepaalt.

Hiervoor heb je een CVO nodig

Sommige landen willen om politieke, economische of gezondheidsredenen geen producten toelaten uit bepaalde landen. Lever je een bestelling aan zo’n land? Dan wil de lokale overheid weten in welk land die producten zijn gemaakt. Zo kunnen ze uitsluiten dat producten uit een land komen waarvoor een handelspolitieke maatregel geldt.

Meerdere redenen

Hieronder leggen we verschillende politieke, economische en gezondheidsredenen uit.

  • Je kunt om gezondheidsredenen een CVO nodig hebben. Dit komt voor als een land bang is voor ziektes bij dieren of planten in bepaalde landen. Een overheid wil dan geen dierlijke of plantaardige producten uit dat land toelaten, waardoor het besmettingen voorkomt. Je spreekt dan van veterinaire en fytosanitaire maatregelen. Ofwel diergeneeskunde en plantengezondheid.
  • Een zogeheten quotaregeling zoals een tariefcontingent. Deze verlaging van invoerrechten geldt voor maximale hoeveelheid van een product. Je betaalt dan bijvoorbeeld geen invoerrechten bij import van rundvlees in Turkije. Tot een maximum van 75.000 ton rundvlees. Boven deze hoeveelheid is het invoerrecht 40%.
  • Antidumpingheffingen. Overheden leggen dan extra invoerheffingen op als producten uit andere landen te goedkoop op de markt komen. Dit verstoort hun interne markt. Zo’n maatregel nemen overheden vaak tegen speciale producten uit een bepaald land. Bijvoorbeeld antidumpheffing in Brazilië op bevroren friet (HS-code 2004 10) die exporteurs uit onder meer Nederland leveren. De importeur in Brazilië betaalt tot 43,2% extra heffing bovenop het standaard invoerrecht van 11,2%. Met een Certificaat van Oorsprong (CVO) kan de douane bij invoer beoordelen hoeveel antidumpingheffing er voor het betreffende product is.

In de EU

In de EU heb je meestal geen CVO nodig. Een klant met een eigen vestiging in de EU kan je wel om een CVO vragen. Als bevestiging van de oorsprong van het door jou geleverde product. Vaak levert zo’n klant de order voor een deel of helemaal door aan een land buiten de EU. Je klant vraagt dan zelf een nieuw CVO aan en gebruikt jouw CVO als onderliggend bewijs. Soms kun je hiervoor ook ander bewijs zoals een LVO-verklaring gebruiken.

Access2Markets

In de Access2Markets-database van de Europese Commissie zoek je op of een CVO bij je zending verplicht is. In het artikel Exporteren met de juiste documenten staat met een voorbeeld uitgelegd hoe Access2Markets werkt.

Dit betekent oorsprong

Goederen zijn van oorsprong als ze in een land of gebied ‘geheel en al zijn verkregen’ of in het land van vervaardiging een ‘laatste ingrijpende bewerking’ heeft plaatsgevonden. Dit noem je niet-preferentiële oorsprong. Er bestaat ook preferentiële oorsprong

Geheel en al verkregen

Oorsprong is het land waar een product uit de grond is gewonnen, of gegroeid en geoogst, gevangen of geboren. Dit kunnen delfstoffen, hout, gewassen of dieren zijn. Je noemt dit ‘geheel en al verkregen’. Verwerk je producten tot een eindproduct? Bij geheel en al verkregen producten mag je dan geen buitenlandse materialen gebruiken. Zo stel je de oorsprong van geheel en al verkregen producten eenvoudig vast.

Laatste ingrijpende bewerking

Buitenlandse grondstoffen en onderdelen bewerken kan een eindproduct opleveren van Nederlandse oorsprong. Voorwaarde is dat je bedrijf in Nederland deze producten voldoende bewerkt. Dit noem je ‘laatste ingrijpende bewerking’.

Voorbeeld

Je importeert naaldhout uit Canada. Je zaagt, monteert en freest dit hout in je fabriek in Nederland. Het eindproduct is een picknicktafel met Nederlandse oorsprong. De picknicktafels kregen in Nederland een ‘laatste ingrijpende bewerking of verwerking’. Deze bewerking moet een ‘toereikende bewerking’ zijn, wat meer is dan eenvoudig in elkaar klikken.

In onderstaande regels staat uitgelegd wanneer de bewerking van een product voldoende is zodat de oorsprong verandert. En hoe je de oorsprong van een product beoordeelt.

Regels oorsprong

Op een CVO staat de niet-preferentiële oorsprong. De eisen voor het bepalen van de niet-preferentiële oorsprong van goederen staan in art. 61 lid 3 van het Douanewetboek van de Unie (DWU). Dit noem je ook wel de Union Customs Code (UCC). Door artikel 61 krijgen producten de oorsprong van het land waarin ze geheel en al zijn verkregen of de laatste ingrijpende bewerking of verwerking hebben ondergaan.

Eurochambres Guidelines

De Eurochambres guidelines of richtlijnen gebruik je als hulpmiddel voor het toepassen van de douanewetgeving uit artikel 61. De belangrijkste begrippen uit de oorsprongsregels zijn:

  • Wholly obtained.
    Dit betekent geheel en al verkregen. Bijvoorbeeld het winnen van mineralen uit de grond, oogsten van groenten en fruit of melken van koeien.
  • Last substantial transformation.
    Dit is de laatste ingrijpende bewerking of verwerking. Hiervoor zijn voorwaarden. Bijvoorbeeld dat je met de bewerking de essentiële eigenschappen, kenmerken of functionaliteit van het product aanpast.
  • Minimal operations.
    Dit is een ontoereikende ofwel kleine bewerking waardoor de oorsprong van een product niet verandert. Ontoereikend bewerken is bijvoorbeeld verpakken of koel houden van producten tijdens het transport. Of eenvoudige assemblage. In de richtlijnen staan alle ontoereikende bewerkingen.
  • Special cases of qualification for origin.
    Dit zijn speciale gevallen van oorsprongsbepaling. Bijvoorbeeld de oorsprongsbepaling van meegeleverde of nagezonden vervangingsonderdelen. Of de oorsprong van niet of heel beperkt bewerkte samengestelde producten op basis van de ‘major portion’ van de waarde. Dit is het grootste waardebestanddeel.

CVO aanvragen

Je vraagt per exportzending digitaal een CVO aan bij KVK. Voor je digitale aanvraag heb je twee mogelijkheden. Je regelt dit online via een intermediair of je schakelt hiervoor een logistiek dienstverlener in.

Dit heb je nodig bij je aanvraag

Je levert verschillende bewijsstukken aan bij KVK waarmee je de oorsprong van producten aantoont. Wat je aanlevert hangt af van je rol als aanvrager.

Je bent producent

Je bewijst dat je product voldoet aan de oorsprongsregels. Hiervoor maak je een omschrijving van je productieproces. Met soms aanvullende informatie. Neem hiervoor contact op met KVK.
Tip: zorg dat je de juiste goederencode van je product bij de hand hebt.

Je bent handelaar

Gebruik een van de volgende mogelijkheden:

  1. Zit je leverancier in de EU? Vraag dan om een leveranciersverklaring voor goederen van niet-preferentiële oorsprong (LVO).
  2. Zit je leverancier buiten de EU? Vraag dan om een Certificaat van Oorsprong (CVO) waarmee je de oorsprong bewijst. KVK wil ook de inkoop- en verkoopfactuur zien.

Je kunt op meer manieren de oorsprong bewijzen. Neem contact op met KVK wanneer je geen LVO of CVO krijgt van je leverancier.

Je bent logistiek dienstverlener

Het bewijs is voor een logistiek dienstverlener hetzelfde als voor de producent of de handelaar van wie je de zending afhandelt. Laat KVK ook zien dat je als dienstverlener je opdrachtgever mag vertegenwoordigen. Bijvoorbeeld met een volmacht.

Neem contact op met KVK via e-mail of telefoon. Exportdocumenten regio West: 088 585 18 87 of Exportdocumenten regio Oost/Zuid: 088 585 18 89.

Kosten van een CVO

De kosten van een CVO bestaan uit verschillende onderdelen. Afhankelijk van de manier van aanvragen stuurt KVK je maandelijks een verzamelfactuur voor de afgiftekosten. Dit noem je ook wel leges. De kosten van de exportdocumenten leges staan vermeld in het tarievenoverzicht. Ook de intermediair of logistiek dienstverlener berekent kosten.