Moeilijke woorden: begrippen­lijst voor jonge ondernemers

Je bent jong en wilt ondernemer worden. Je hebt er al veel over gehoord en gelezen. Maar sommige woorden, wat betekenen ze eigenlijk? Met deze verklarende woordenlijst weet jij precies wat we bedoelen met woorden als eenmanszaak en omzetbelasting.

Het was de 13-jarige ondernemer Max van de Kelft die ons erop wees dat ondernemen samengaat met moeilijke woorden. Vooral als je op jonge leeftijd een eigen bedrijf start, loop je vaak tegen termen aan waarvan je eerder nog nooit gehoord had. “Ik vond speciale informatie voor jonge ondernemers, maar las ook moeilijke woorden. Om de informatie over een bedrijf beginnen goed te begrijpen, zou een lijst waar alle moeilijke woorden en de uitleg ervan bij elkaar staan helpen.” Voor alle jonge ondernemers daarom deze begrippenlijst.

Video

Omzetbelasting, boekhouding, eenmanszaak. Hoe krijg je orde in de chaos? Razende reporter Sebas checkt het voor je bij de jonge ondernemers van foodtruck Cugine en sneaker artist Mr Moz.

Kids en ondernemen: lastige begrippen

Wist jij dat?

Het aantal jongeren met een eigen bedrijf flink groeit. Op 1 januari 2017 waren er nog 669 ondernemers van 12 tot en met 17 jaar ingeschreven bij KVK. Op 1 januari 2022 waren dat er al 2.939.

Begrippenlijst

 

Aandeel

Je bezit een stukje van een bedrijf.
Aangifte doenIets officieel doorgeven aan de Belastingdienst. Bijvoorbeeld jouw winst.

Aansprakelijkheid (hoofdelijk)

Als je schulden of schade hebt gemaakt met jouw bedrijf, ben jij zelf verantwoordelijk.
Aansprakelijkheidsverzekering Verzekering die de schade dekt die door jou wordt veroorzaakt tijdens je werk.
Besloten vennootschap (bv) Een bedrijf waarvan mensen die een of meer aandelen hebben eigenaar zijn.
Boekhouding Alle financiële gegevens van je bedrijf op een rij zetten en bewaren. Ook wel bedrijfsadministratie genoemd.
Branche Groep bedrijven die hetzelfde doet. Bijvoorbeeld de horecabranche.
Btw (omzetbelasting) De Belastingdienst neemt standaard een deel van het geld dat jouw klanten betalen voor een product of dienst. Dit noem je Belasting Toegevoegde Waarde (btw).
Buffer Spaargeld om tegenslagen mee op te vangen.
Call to action Iemand oproepen iets te doen, bijvoorbeeld online iets kopen.
Concurrenten Bedrijven die hetzelfde doen of verkopen als jij.
Crowdfunding Een grote groep mensen geeft of leent je geld voor jouw plan.
Declarabele uren

Uren die je werkt en direct kunt doorberekenen aan je klant. De uren die je werkt aan bijvoorbeeld je bedrijfsadministratie of je marketing zijn niet declarabel.

Detailhandel Een winkel. In een pand of op internet.
Dropshipping Inkopen doen in het buitenland en deze via een online platform in Nederland verkopen. Je hebt geen magazijn of kantoor nodig.
Eenmanszaak Een bedrijf met 1 eigenaar. Je kunt wel personeel hebben.
Factuur De rekening aan een klant.
Failliet Een bedrijf heeft meer schulden dan geld en moet daarom stoppen.
Financiering Geld voor je bedrijf, bijvoorbeeld een lening van de bank.
Freelancer Een ondernemer die losse opdrachten doet. Bijvoorbeeld als websitebouwer.
Groothandel Verkoopt spullen aan andere bedrijven.
Handelsnaam De naam van je bedrijf, zoals ingeschreven bij KVK.
Handelsonbekwaam Je mag zelf geen grote beslissingen nemen, zoals een contract afsluiten. Dat kan alleen samen met je ouders of voogd.
Handelsregister Een lijst van alle bedrijven in Nederland, die iedereen kan inzien bij KVK.
Handlichting Een verklaring van de rechter die de handtekening van 16- en 17-jarigen geldig maakt.
Inkomstenbelasting Belasting betalen over je winst (bij een eenmanszaak of vof).
Investeren Geld in je bedrijf stoppen.
Kasboek Contante betalingen van klanten en contante aankopen voor je bedrijf schrijf je hierin op.
Kostprijs Alles wat je moet betalen voordat je je product of dienst verkoopt. Zoals inkoop, vervoer, websitekosten en verzekeringen (zonder btw).
Leverancier Een bedrijf dat spullen aan je levert.
Leverings- en betalingsvoorwaarden (algemene voorwaarden) De afspraken tussen je bedrijf en je klant over het betalen en leveren van je producten.
Logo Een herkenbaar plaatje dat bij jouw merk hoort.
Marge Verschil tussen verkoopprijs en kostprijs.
Marketing De manier waarop je mensen verleidt jouw product of dienst te kopen.
Marktonderzoek Onderzoeken of er vraag is naar je product of dienst.
Merk De naam van je product of dienst.
Minderjarig Nog niet volwassen, nog geen 18 jaar.
Omzet Al het geld dat binnenkomt met het verkopen van je product of dienst.
Ondernemersvereniging Een groep bedrijven (bijvoorbeeld in een winkelstraat) die samenwerken.
Ondernemingsplan (bedrijfsplan) De uitwerking van je idee. Vaak wordt een standaard voorbeeld gebruikt.
Online platform Een plek waar vraag en aanbod online bij elkaar komen.
Ouderlijk gezag Je ouders of voogd zijn verantwoordelijk voor je.
Persoonsgegevens

Gegevens om te bewijzen wie je bent. Bijvoorbeeld je naam, geboortedatum en Burgerservicenummer (BSN).

Pitch Een korte presentatie van jezelf of je bedrijf.
Pop-upstore Een tijdelijke winkel. Een manier om te onderzoeken wat klanten van jouw idee vinden.
Rechtshandelingen Wat je volgens de wet doet of moet doen.
Rechtsvorm Het juridisch jasje van een onderneming. Zo zit het bedrijf volgens de wet in elkaar.
Sociaal ondernemen (duurzaam ondernemen) Met je bedrijf het goede doen voor mens, dier en milieu.
Start-up Een pas gestart vernieuwend bedrijf dat snel groot en belangrijk wil worden.
Vennootschap onder firma (vof) Meerdere ondernemers werken samen onder een bedrijfsnaam.
Verdienmodel Je schrijft op hoe je geld verdient. Bijvoorbeeld: de klant betaalt een websitebouwer als de website klaar is en daarna elke maand een klein bedrag voor wijzigingen.
Vergunning Toestemming, bijvoorbeeld van de gemeente, voor wat je wilt doen. Bijvoorbeeld: loempia’s verkopen in een kraampje bij het station.
Voorraad Producten die je bewaart totdat je ze verkoopt.
Winst Geld dat je overhoudt nadat alle kosten van je omzet zijn afgetrokken.
Zakelijke bankrekening Een bankrekening speciaal voor jouw bedrijf. Alles wat je koopt of verkoopt doe je via deze rekening.
Zzp'er Ondernemer zonder personeel. Doet losse klussen. Bijvoorbeeld in de bouw of transport.