Certificaat van Oorsprong, bewijs waar product is gemaakt
- Marco van Hagen
- Achtergrond
- 17 mei 2023
- Bijgewerkt 1 jan 2023
- 5 min
- Runnen en groeien
- Internationaal
Een Certificaat van Oorsprong (CVO) bewijst in welk land een product is gemaakt. Als je producten exporteert kan je klant om een CVO vragen omdat het land van bestemming dit vereist. Een land wil bijvoorbeeld bewijs van de oorsprong van een product zien voor het beschermen van de eigen economie of het beperken van gezondheidsrisico’s.
Een Certificaat van Oorsprong (CVO) is een bewijs van oorsprong van een product. Op een CVO staan de omschrijving en oorsprong van je producten, en de NAW-gegevens van verkoper en koper. In Nederland bekrachtigt KVK de oorsprong op CVO’s met een digitale stempel en handtekening. In dit artikel lees je waarvoor je een CVO nodig hebt, wat met oorsprong wordt bedoeld, en hoe je de oorsprong van een product bepaalt.
Waarvoor heb je een CVO nodig?
Sommige landen willen om politieke, economische of gezondheidsredenen geen producten toelaten uit bepaalde landen. Als je een order aan zo’n land levert wil de lokale overheid weten in welk land de goederen uit jouw order zijn gemaakt. Zo kunnen ze uitsluiten dat producten uit een land komen waarvoor een handelspolitieke maatregel geldt.
Meerdere redenen
Hieronder lichten we verschillende politieke, economische en gezondheidsredenen toe.
- Je kunt om gezondheidsredenen een CVO nodig hebben. Dit komt voor als een land vreest voor ziektes bij dieren of planten in bepaalde landen. Een overheid wil dan geen dierlijke of plantaardige producten uit het betreffende land toelaten om besmettingen te voorkomen. Je spreekt dan van veterinaire (diergeneeskunde) en fytosanitaire (plantengezondheid) maatregelen.
- Een quotaregeling zoals een tariefcontingent. Dit is een verlaging van invoerrechten voor bepaalde hoeveelheden van producten, zoals vrijstelling op invoerrechten bij import van rundvlees in Turkije. Je mag bijvoorbeeld tot 75.000 ton rundvlees zonder invoerrechten invoeren. Boven deze hoeveelheid geldt een invoerrecht van 40%.
- Antidumpingheffingen. Hierbij leggen overheden extra invoerheffingen op als goederen te goedkoop op de markt komen, waardoor die markt verstoord raakt. Zo’n maatregel is vaak gericht op specifieke producten uit een bepaald land. Bijvoorbeeld antidumpheffing in Brazilië op bevroren friet (HS-code 2004 10) die exporteurs uit onder meer Nederland leveren. De importeur in Brazilië betaalt tussen de 6,3% en 78,9% extra heffing bovenop het standaard invoerrecht van 12,6%. Met een Certificaat van Oorsprong (CVO) kan de douane bij invoer beoordelen hoeveel antidumpingheffing voor het betreffende product geldt.
Binnen de EU
Binnen de EU heb je meestal geen CVO nodig. Een klant die zelf in de EU is gevestigd kan jou wel om een CVO vragen als bevestiging van de oorsprong van het door jou geleverde product. Vaak levert zo’n klant de order deels of helemaal door aan een land buiten de EU. Je klant vraagt dan zelf een nieuw CVO aan en gebruikt jouw CVO als onderliggend bewijsstuk. Hiervoor kun je in een aantal gevallen ook andere bewijsstukken zoals een LVO-verklaring gebruiken.
Access2Markets
In de Access2Markets-database van de Europese Commissie zoek je op of een CVO bij je zending verplicht is. In het artikel Exporteren met de juiste documenten staat een voorbeeld hoe Access2Markets werkt.
Wat is oorsprong?
Goederen zijn van niet-preferentiële oorsprong als ze in een land of gebied ‘geheel en al zijn verkregen’ of in het land van vervaardiging een ‘laatste ingrijpende bewerking’ heeft plaatsgevonden.
Geheel en al verkregen
Oorsprong is het land waar een product uit de grond is gewonnen, of gegroeid en geoogst, gevangen of geboren. Het kan gaan om delfstoffen, hout, gewassen of dieren. Dit wordt ‘geheel en al verkregen’ genoemd. Bij geheel en al verkregen producten mag je bij een eventuele verwerking van een product tot eindproduct geen buitenlandse materialen gebruiken. Zo stel je de oorsprong van geheel en al verkregen producten eenvoudig vast.
Laatste ingrijpende bewerking
Als je producten maakt waarin je grondstoffen en onderdelen uit verschillende landen verwerkt, is dit product niet geheel en al verkregen in Nederland. Wanneer je in je bedrijf in Nederland grondstoffen en onderdelen zoals halfproducten voldoende bewerkt tot een heel nieuw product, krijgt het eindproduct de Nederlandse oorsprong. Dit wordt ‘laatste ingrijpende bewerking’ genoemd.
Voorbeeld
Je importeert naaldhout uit Canada. Je zaagt, monteert en freest dit hout in je fabriek in Nederland. Het eindproduct is een picknicktafel, die de Nederlandse oorsprong krijgt. De picknicktafels kregen in Nederland een ‘laatste ingrijpende bewerking of verwerking’. Deze bewerking moet een ‘toereikende bewerking’ zijn, dat is meer dan eenvoudig in elkaar klikken.
In onderstaande regelgeving staat uitgelegd wanneer de bewerking van een product voldoende is om van oorsprong te veranderen. En hoe je de oorsprong van een product beoordeelt.
Regelgeving oorsprong
Op een CVO staat de niet-preferentiële oorsprong. De eisen voor het bepalen van de niet-preferentiële oorsprong van goederen staan in art. 61 lid 3 van het Douanewetboek van de Unie (DWU). Dit wordt ook wel Union Customs Code (UCC) genoemd. Op basis van artikel 61 krijgen goederen de oorsprong van het land waarin ze geheel en al zijn verkregen of de laatste ingrijpende bewerking of verwerking hebben ondergaan.
Eurochambres Guidelines
De Eurochambres guidelines of richtlijnen gebruik je als hulpmiddel voor het toepassen van de douanewetgeving uit artikel 61. De belangrijkste begrippen uit de oorsprongsregelgeving zijn:
- Wholly obtained.
Dit betekent geheel en al verkregen. Bijvoorbeeld het winnen van mineralen uit de grond, oogsten van groenten en fruit of het melken van koeien. - Last substantial transformation.
Dit is de laatste ingrijpende bewerking of verwerking. Hiervoor gelden voorwaarden. Bijvoorbeeld dat je met de bewerking de essentiële eigenschappen, kenmerken of functionaliteit van het product aanpast. - Minimal operations.
Dit is een ontoereikende bewerking, ofwel kleine bewerkingen waardoor de oorsprong van een product niet verandert. Ontoereikend bewerken is bijvoorbeeld verpakken of koel houden van producten tijdens het transport, of eenvoudige assemblage. In de richtlijnen staan alle ontoereikende bewerkingen. - Special cases of qualification for origin.
Dit zijn specifieke gevallen van oorsprongsbepaling. Bijvoorbeeld de oorsprongsbepaling van meegeleverde of nagezonden vervangingsonderdelen, of het bepalen van de oorsprong van niet of heel beperkt bewerkte samengestelde producten op basis van de ‘major portion’ van de waarde. Dit is het grootste waardebestanddeel.
Hoe vraag je een CVO aan?
Je vraagt per exportzending digitaal een CVO aan bij KVK. Voor je digitale aanvraag heb je twee mogelijkheden. Je regelt dit online via een intermediair of je schakelt hiervoor een logistiek dienstverlener in.
Wat heb je nodig bij je aanvraag?
Je levert verschillende bewijsstukken aan bij KVK waarmee je de oorsprong van producten aantoont. Wat je aanlevert hangt af van je rol als aanvrager.
Je bent producent
Je toont aan dat je product voldoet aan de oorsprongsregels. Hiervoor maak je een omschrijving van je productieproces, met soms aanvullende informatie. Neem hiervoor contact op met KVK.
Tip: zorg dat je de juiste goederencode van je product bij de hand hebt.
Je bent handelaar
Gebruik een van de volgende opties:
- Is je leverancier binnen de EU gevestigd, vraag dan om een leveranciersverklaring voor goederen van niet-preferentiële oorsprong (LVO).
- Is je leverancier buiten de EU gevestigd, vraag dan om een Certificaat van Oorsprong (CVO) waarmee je de oorsprong aantoont. Hiernaast vraagt KVK naar de inkoop- en verkoopfactuur.
Er zijn meer manieren waarmee je de oorsprong aantoont. Neem met KVK contact op wanneer je geen LVO of CVO krijgt.
Je bent logistiek dienstverlener
De bewijslast is hetzelfde als voor de producent of de handelaar voor wie je de zending afhandelt. Laat KVK ook zien dat je als dienstverlener je opdrachtgever mag vertegenwoordigen, bijvoorbeeld met een volmacht.
Neem contact op met KVK via e-mail of telefoon. Team West: 088 585 18 87 of Team Oost/Zuid: 088 585 18 89.
Wat kost een CVO?
De kosten voor een CVO bestaan uit verschillende bestanddelen. Afhankelijk van de gekozen aanvraagmethode stuurt KVK je maandelijks een verzamelfactuur voor de afgiftekosten, de zogeheten leges. Hiernaast berekenen een intermediair of logistiek dienstverlener kosten voor hun dienstverlening. De leges voor 2023 zijn:
- CVO: 15,60 euro.
- Kopie CVO: 1,05 euro.