Moeilijke begrippen bij invoer simpel uitgelegd

Bij importeren kom je soms moeilijke woorden tegen. Dit maakt het proces van importeren extra ingewikkeld. Zeker als je goederen uit een land van buiten de EU komen.

Maak van je importplannen een succes

Krijg waardevolle tips in onze e-mailserie over importeren

Meld je aan

Logistieke dienstverleners of douane-expediteurs gebruiken vaktaal met voor een deel buitenlandse woorden omdat die begrippen internationaal worden gebruikt. Kom je in je werk zaken tegen die vragen om meer uitleg? Bel dan met het KVK-adviesteam. Je bereikt onze adviseurs op 088 585 22 22. In dit artikel leggen we alvast dertien van deze begrippen simpel uit. Bijvoorbeeld groupage, FCL en detentie.

BAF

De afkorting BAF betekent bij internationale handel ‘Bunker Adjustment Factor’. Het is een verhoging op de vrachtkosten die scheepvaartbedrijven berekenen. Brandstofprijzen veranderen vaak. Op het moment dat de rederij een offerte maakt, is de brandstofprijs soms lager dan op het moment waarop de klant betaalt. Met deze toeslag verlagen rederijen het risico van prijsschommelingen op de brandstof. 

CAF

CAF staat voor ‘Currency Adjustment Factor’. Met deze toeslag vangen rederijen valutaschommelingen op. Bijvoorbeeld wanneer ze een offerte uitwerken in US-dollars. En de klant in euro’s betaalt. Tussen de offerte en de betaling zitten soms meer maanden. In die tijd kan de wisselkoers veranderen. Scheepvaartbedrijven voorkomen met de CAF negatieve gevolgen voor hun prijzen.    

Demurrage

Soms duurt het laden of lossen van containers op de terminal langer dan gepland. Stel een schip mag zes uur in de haven liggen. Door problemen met het lossen van de goederen duurt dit tien uur. De rederij berekent dan demurrage. Vaak is dit een vast tarief per dag of uur. Uiteindelijk betaal je deze extra kosten aan je vervoerder.  

Detentie 

Detentie lijkt op demurrage. Bij detentie gebruikt de importeur de container langer dan afgesproken. Je krijgt bijvoorbeeld een volle container goederen binnen. Na het vrijgeven van de container op de terminal zet de vervoerder deze bij je bedrijf neer. Door ziekte van je personeel duurt het lossen langer dan je had afgesproken met de vervoerder. Voor het extra vasthouden van de container berekent de dienstverlener detentiekosten. Meestal is dit een vast tarief per dag of uur.

Douane-expediteur

Douane-expediteurs noem je ook wel douaneagenten. Deze personen of bedrijven handelen douaneformaliteiten voor je af. Denk aan in- en uitvoeraangiften van je producten bij de douane. Verder controleren ze of de juiste vergunningen, certificaten en andere importdocumenten bij je zending zitten. En of je deze formulieren goed hebt ingevuld. 

Expediteur

Expediteurs zijn tussenpersonen die het internationale transport van je producten organiseren. Denk aan het verzorgen van vrachtvervoer, opslag en distributie. Ook regelen ze transportverzekeringen en maken ze de nodige documenten voor je op. Hiervoor sluiten ze contracten af met verschillende partijen binnen de logistieke keten. Bijvoorbeeld transporteurs, luchtvaartmaatschappijen, douaneagenten en rederijen. 

FCL

FCL staat voor ‘Full Container Load’. Alle goederen in de container zijn van één eigenaar. De Bill of Lading (B/L) staat op diens naam. De verzender betaalt voor een volledige container, of die nu vol is of niet. 

Goederen inklaren bij de douane

Fumigeren

Soms gebruikt je leverancier verpakkingshout in een zending. In dit verpakkingsmateriaal kunnen ongewenste schimmels en ongedierte leven. Met fumigeren doden professionele organisaties ongedierte met gassen. Daarna krijgt de lading een stempel en certificaat. En gaat de zending op transport. Bij aankomst van de container in Nederland wordt de container eerst ontsmet en ontgast. Dit heet défumigatie. Pas daarna opent en controleert de douane je zending in de container.

Groupage

Bij groupage voegen vervoerders kleinere ladingen van meer klanten samen. Verschillende kleine zendingen vormen samen één grote lading. De eigenaren van de ladingen delen de kosten van de container of vrachtwagen. Voordeel voor kleinere bedrijven is dat zij makkelijk en tegen lagere kosten hun transport kunnen regelen. Groupage in een container noem je ook wel LCL.

In het vrije verkeer brengen

Bij de douaneaangifte geef je aan wat je met de goederen wilt doen. Dit noem je plaatsing van goederen onder een douaneregeling. Bijvoorbeeld ‘in het vrije verkeer brengen’. Na controle en ontvangst van invoerrechten en btw geeft de douane je producten vrij. De goederen zijn nu zogeheten uniegoederen. Je mag ze vrij gebruiken en verkopen op de EU-markt.

Invoeraangifte

Bij import van producten uit landen buiten de EU geef je de goederen aan bij de douane. Bij de invoeraangifte vertel je de douane wat je met de producten wilt doen. Bijvoorbeeld dat je ze in het vrije verkeer wilt brengen. Op dat moment betaal je invoerrechten, belastingen en misschien andere heffingen.

Je doet digitaal aangifte. Hiervoor heb je een registratie nodig bij de douane en speciale software. Meestal regelt een vervoerder of logistiek dienstverlener de invoeraangifte. Je kunt dit ook zelf doen. Bij de invoeraangifte geef je informatie over de producten in de zending. Over het soort product en de waarde bijvoorbeeld. En vanuit welk land je de goederen ontvangt. Zorg ervoor dat je de invoeraangifte juist invult. Zo voorkom je vertraging bij de douane.

LCL

Bij containervervoer noem je groupage ook wel LCL. Dit staat voor ‘Less than Container Load’. Bij een LCL-zending gaat de container naar een loods voor het lossen en sorteren van de goederen. Verzenders betalen alleen voor de ruimte die ze in een container gebruiken. In deze container zitten zendingen van verschillende klanten. Zij delen de kosten van de container.

THC

Terminal Handling Charges (THC) betaal je aan rederijen voor verschillende werkzaamheden in de haven. Bijvoorbeeld laden, lossen, opslag of het verplaatsen van een container naar een vrachtwagen of trein. De kosten verschillen per land, haventerminal en scheepvaartmaatschappij. Ook de grootte van je container en de duur van de opslag tellen mee voor de prijs. De afgesproken Incoterms®-regel bepaalt wie deze kosten betaalt. De afzender of de ontvanger.