Een holding bv: dit moet je weten

Twee bv’s starten in plaats van één. Dat geeft je soms meer bescherming. Lees wat een holding bv en werkmaatschappij zijn, hoe je die begint en wat de voor- en nadelen zijn.

Inzicht in verzekeringen

De KVK Verzekeringscheck helpt je je verzekeringen te kiezen

Doe de check

Een holding bv is een besloten vennootschap (bv) met de rol van ‘moederbedrijf’. De holding heeft één of meer ‘dochterbedrijven’. In de holding bv wordt vaak niet gewerkt. Dat gebeurt bij de dochter-bv: de werkmaatschappij. Een moederbedrijf kan één of meer dochter-bv’s hebben. 

De holding bv en de dochters vormen samen een groep. Zo’n opzet heet een holdingstructuur. Het doel van de holding is het houden van bezittingen. Dat zijn aandelen van één of meer andere bv’s, maar bijvoorbeeld ook een bedrijfsgebouw en winst.

Voordelen van een holding

Je kunt een holding gebruiken voor het spreiden van risico’s en krijgen van belastingvoordeel. 

Minder risico’s om geld kwijt te raken

De werkmaatschappij gebruik je voor bedrijfsactiviteiten waar risico’s bij horen. Zoals producten maken, advies geven, opdrachten uitvoeren en medewerkers inhuren. De holding gebruik je voor het ‘bewaren’ van belangrijke bezittingen, zoals een bedrijfsgebouw of machines of winst.

Met ondernemen loop je risico’s. Denk aan boze klanten die hun geld terug willen of bedrijven die zich niet houden aan afspraken in contracten. Misschien kan je bv daardoor een lening aan de bank niet terugbetalen. In het ergste geval moet je stoppen met je bedrijf: de bv gaat failliet.

Heb je geen holding? Dan zitten je bedrijfsbezittingen en je onderneming in één bv. Als de bv failliet gaat, verkoopt een curator alle bezittingen, zoals bijvoorbeeld een bedrijfsgebouw, meubels en apparaten. De opbrengst verdeelt de curator over de schuldeisers.

Heb je een holding en een werkmaatschappij? Dan is het moederbedrijf de eigenaar van de bezittingen zoals bijvoorbeeld een bedrijfsgebouw, meubels en apparaten. Als de werkmaatschappij failliet gaat, kan de curator die bedrijfsmiddelen niet verkopen.

Holding constructie

Persoon A is de aandeelhouder van de holding, en de holding is de aandeelhouder van de werkmaatschappij.

Vermogen opbouwen met minder risico

De winst van de holding bestaat uit de ontvangsten van de werkmaatschappij min de kosten. Over de winst betaalt de holding bv vennootschapsbelasting. Afhankelijk van de hoogte van de winst is dat 19 procent of 25,8 procent.  

Het bedrag dat na betaling van de vennootschapsbelasting overblijft, kan je in de holding houden. Je kunt zo vermogen opbouwen buiten de werkmaatschappij waarin je ondernemersrisico loopt. Bijvoorbeeld om te gebruiken voor toekomstige investeringen vanuit de holding bv.

Geen dubbele gebruikelijkloonregeling

Heb je twee bv’s en ben je van beide directeur-groot aandeelhouder (DGA)? Dan moet elke bv je minimaal 56.000 euro salaris betalen. Met een holdingconstructie kun je die dubbele betaling voorkomen.

Je bent DGA als je in een bv werkt en meer dan 5 procent van de aandelen hebt. Dat geldt voor aandelen die je zelf hebt, maar ook voor aandelen die je via je holding hebt. Daarbij maakt het niet uit welke functie je in de bv hebt: je hoeft dus geen rol als directeur te hebben om DGA te zijn.

De Belastingdienst bepaalt dat je als DGA in 2025 jezelf minimaal 56.000 euro salaris moet betalen. Over dat salaris betaal je ook loonbelasting. Dat is de gebruikelijkloonregeling.

Ben je DGA van twee bv’s zonder holdingconstructie? Dan moet je altijd dat dubbele salaris krijgen. Maar ben je DGA van één of meer bv’s in een holdingconstructie? Dan kun je zorgen dat de gebruikelijkloonregeling alleen voor de holding geldt. Dan hoef je dus maar één keer 56.000 euro aan jezelf te betalen. Zo betaal je minder loonbelasting. 

Hoe regel je dat? Zorg dat je in dienst bent bij je holding. De holding verhuurt jou aan de werkmaatschappij of werkmaatschappijen als manager. De werkmaatschappij betaalt daarvoor een managementvergoeding aan de holding. De holding betaalt uit de ontvangen managementvergoeding je salaris.

Deze afspraken zet je in een managementovereenkomst. In dat contract staat ook de managementvergoeding die de holding bv maandelijks voor je werk in rekening brengt aan de werkmaatschappij. De hoogte van de managementvergoeding bepaal je zelf. Dat moet voldoende zijn voor de kosten van de holding bv, waaronder je salaris.

Losse onderdelen makkelijk verkopen

Bij een holdingstructuur is het makkelijker om bedrijfsonderdelen los van elkaar te verkopen. Je hoeft dan niet alle onderdelen van je bedrijf in één keer te verkopen. Als je maar één bv hebt, is dat moeilijker.

Je kunt bijvoorbeeld je bedrijfsgebouw in de holding houden en alle aandelen van de werkmaatschappij verkopen. Het bedrijfsgebouw kun je daarna vanuit je holding verhuren aan de koper van de werkmaatschappij. 

Als je maar één bv hebt, is dat lastiger. Kies je er dan voor om alle aandelen van de bv te verkopen? Dan verkoop je daarmee alles wat er op dat moment ‘in de bv’ zit. Dus bijvoorbeeld ook het bedrijfsgebouw.

Fiscale eenheid

Is je holding eigenaar van minimaal 95 procent van de aandelen van de werkmaatschappij? Dan kun je een fiscale eenheid aangaan tussen je holding en werkmaatschappij.

Dat betekent dat de winsten en verliezen van je bv’s bij elkaar op mag tellen en slim mag verdelen. Dat ‘verrekenen’ zorgt vaak voor belastingvoordeel. 

Meer dan één aandeelhouder in de werkmaatschappij

Als je met een zakenpartner een bv hebt, heeft het bedrijf twee aandeelhouders: jij en je zakenpartner. Jullie kunnen verschillende privésituaties hebben en een andere manier van geld uitgeven. Toch moeten jullie steeds dezelfde keuze maken over het uitbetalen van de winst.

Als jij en je zakenpartner ieder de aandelen van de werkmaatschappij houden in een eigen holding, kunnen jullie de winst uitkeren aan ieders holding. Je kunt dan ieder voor zich bepalen of je de winst uit je eigen holding haalt en daar inkomstenbelasting over betaalt of belastingvrij in je holding laat staan.

Tussenholding

Soms is het handig om nóg een bv tussen de holding en de werkmaatschappij te hebben. Die bv noem je dan een tussenholding. De holding is dan aandeelhouder van de aandelen in de tussenholding en de tussenholding is dan de enige aandeelhouder van de werkmaatschappij.

Zo’n aanpak is bijvoorbeeld handig wanneer je samenwerkt met andere ondernemers. De persoonlijke holdings van alle ondernemers zijn samen aandeelhouders van de tussenholding. De tussenholding kan de eigenaar van het bedrijfspand zijn. En de bedrijfsactiviteiten vinden plaats in de werkmaatschappij.

In deze vorm bereik je ook als je met meerdere zakenpartners samenwerkt dat de bedrijfsbezittingen apart staan van de bedrijfsactiviteiten en risico’s zijn gespreid.

Tussenholding constructie

Bij een tussenholding zijn de persoonlijke holdings van de ondernemers samen aandeelhouders van die tussenholding.

Nadelen van een holding

Een holdingstructuur maken is duurder en levert meer administratiewerk op.

Hogere kosten

Bij een holdingstructuur heb je minimaal twee bv’s. Dat is duurder dan het oprichten van één bv. Ook heb je voor die twee bv’s elk jaar dubbele kosten. Bijvoorbeeld voor het opstellen van twee jaarrekeningen in plaats van één. 

Administratie

Twee bv’s leveren meer papierwerk op. Je moet voor beide bv’s een administratie bijhouden en de transacties tussen de holding en de werkmaatschappij heel precies vastleggen. Dat kost meer tijd en moeite dan bij één  bv. 

Veel holdings huren een specialist in om daarmee te helpen. Bijvoorbeeld een boekhouder of accountant. Die kosten geld.

Holding? Houd hier rekening mee

Denk je erover om een holding bv met één of meer werkmaatschappijen op te richten? Houd dan rekening met de volgende punten.

Niet altijd beschermd

Een holdingconstructie beschermt je niet altijd tegen aansprakelijkheid. Houd je je niet aan de regels of neem je onnodig grote risico’s bij het besturen van de bv’s? Dan kan de rechter besluiten dat het ‘onbehoorlijk bestuur' was.

Je bent dan persoonlijk aansprakelijk en moet met je eigen geld betalen voor de problemen die zijn ontstaan door je besluiten. Die bestuurlijke aansprakelijkheid kan gelden voor elke bv, dus ook voor het moederbedrijf.

Belastingen

Als de werkmaatschappij winst maakt, betaalt die daarover vennootschapsbelasting. Is de winst niet hoger dan 200.000 euro? Dan betaal je 19 procent. Voor het deel van de winst dat uitkomt boven de twee ton, is dat 25,8 procent.

Heb je deze belasting betaald? Dan mag je de winst die overblijft, betalen aan de holding bv. Je hoeft in de holding dan niet opnieuw belasting over die winst te betalen. Dat komt door de deelnemingsvrijstelling. Wil je gebruikmaken van de deelnemingsvrijstelling? Dan moet de holding bv minimaal 5 procent van de aandelen in de werkmaatschappij hebben.

Belastingen over winst

Wil je de winst uit de holding naar je privérekening overmaken? Dan moet de holding bv daar eerst 15 procent van afhalen en apart leggen. Dat bedrag moet de holding later als dividendbelasting betalen.

Over het bedrag dat je op je privérekening krijgt, moet je zelf inkomstenbelasting betalen in box 2. Tot een bedrag van 67.804 euro is het tarief daarvoor 24,5 procent. Daarboven geldt een tarief van 31 procent. Je mag de betaalde dividendbelasting aftrekken van de belasting die je in box 2 betaalt.

Een bv zonder moederbedrijf betaalt evenveel belasting over de winst. De bv moet net als een werkmaatschappij vennootschapsbelasting overmaken. Stort je winst op je privérekening? Dan betaalt de bv daar dividendbelasting over. Ook moet je daar inkomstenbelasting over betalen. Je mag de betaalde dividendbelasting ook aftrekken van de belasting die je in box 2 betaalt.

Aandelen

In de wet staat dat een bv bij de start een minimumkapitaal moet hebben. Hoeveel geld dat is beslis je zelf, maar moet minimaal 0,01 euro zijn.

In de statuten van de bv staat dat dat kapitaal verdeeld is in een aantal aandelen. De eigenaren van de aandelen noemen we aandeelhouders. Een holding is eigenaar van aandelen van één of meer andere bv’s. Als je de enige aandeelhouder bent van de holding, noem je het een persoonlijke holding.

Hoe richt ik een holding bv op?

De opbouw van een werkmaatschappij met een holding bv (holdingstructuur) richt je op bij de start van je onderneming of terwijl je al een onderneming hebt.

Holding oprichten bij de start van je onderneming

Een bv richt je op bij de notaris. Die maakt een oprichtingsakte. Daarin staan de statuten: de regels waar bestuurders en aandeelhouders van de bv zich aan moeten houden. 

Voor een holdingstructuur richt je bij de notaris eerst de holding bv op. Jij bent meestal de eigenaar van alle aandelen van de holding. Daarna richt de holding bv de werkmaatschappij bv op. Daarbij teken jij voor de holding. De holding is meestal de eigenaar van alle aandelen in de werkmaatschappij.

De notaris schrijft de bv’s in bij het Handelsregister van KVK en legt vast wie de uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s) zijn. Dat zijn de personen die besluiten mogen nemen over de bv, zoals de eigenaars. 

Holding oprichten bij een bestaande onderneming

Je kunt ook overgaan op een holdingstructuur als je al een onderneming hebt. Die stap nemen de meeste ondernemers vanuit een eenmanszaak. Je kunt dat op twee manieren doen.

1. Zet je eenmanszaak om naar een holding bv en werkmaatschappij

Bij de notaris richt je als eerste stap een holding bv op. De aandelen van de holding betaal je niet met geld, maar met de inbreng van de bezittingen en schulden van je eenmanszaak. Je moet die bezittingen en schulden opschrijven in een inbrengbeschrijving. De notaris maakt daarna een inbrengakte op: een document waar al die gegevens op een rij staan.

Als tweede stap richt de holding een werkmaatschappij op. De bezittingen en schulden die bij de eerste inbrengakte naar de holding zijn overgegaan, gebruikt de holding voor het betalen van de aandelen van de werkmaatschappij. Daarvoor maakt de notaris nog een inbrengakte en inbrengbeschrijving.

2. Verkoop je eenmanszaak aan de werkmaatschappij

Je kunt ook eerst een holding en een werkmaatschappij oprichten en de aandelen betalen met geld. Daarna verkoop je de bezittingen en schulden van je eenmanszaak aan de werkmaatschappij. Je kunt daarna je eenmanszaak beëindigen en doorgaan met ondernemen vanuit de werkmaatschappij.

Vraag een expert om uitleg over het maken van een holdingstructuur en de gevolgen. Denk aan een accountant, een boekhouder of belastingspecialist. Die kan berekenen wat voor jou het voordeligst is.