Btw-regels voor e-commerce in de EU

Verkoop je vanuit je webshop aan consumenten in andere EU-landen. Dan zijn er speciale btw-regels. Ze verschillen van de regels voor Nederlandse klanten. Voor afstandsverkopen in de EU bestaat één gezamenlijk drempelbedrag van 10.000 euro. Je buitenlandse btw-aangifte regel je via het éénloketsysteem. Hierdoor betaal je de buitenlandse btw niet meer in elk EU-land apart. Het éénloketsysteem heet ook wel One Stop Shop- of OSS-regeling. Je bedrijf registreren voor de btw in de aparte EU-landen mag ook.

Maak van je exportplannen een succes

Krijg waardevolle tips in onze e-mailserie over exporteren

Meld je aan

In dit artikel vind je de belangrijkste btw-regels voor Nederlandse e-commercebedrijven. Bijvoorbeeld voor webshops en marktplaatsen die leveren aan consumenten in andere EU-landen. Dropshipping valt hier ook onder. De EU heeft regels over de btw. Zo is er een drempelbedrag voor verkopen aan consumenten in andere lidstaten. En kun je vanaf 1 januari 2025 deelnemen aan de kleineondernemersregeling in andere EU-landen. Dit heet de EU-KOR. 

Btw-regels in de EU

Je betaalt btw in alle EU-landen. Deze landen bepalen zelf de hoogte van het btw-tarief op producten. De volgende zaken bepalen in welk land je btw betaalt: 

  • Uit welk EU-land je producten vertrekken.
  • In welk EU-land je producten aankomen.
  • In welk land je producten van buiten de EU importeert.
  • Wie de importeur is bij invoer van de producten. De leverancier, webshop of klant.  
  • Of je levert aan andere ondernemers of aan klanten zonder btw-nummer, consumenten bijvoorbeeld.  

In de praktijk

Verkoop, lever en verzend je goederen vanuit Nederland naar consumenten in andere EU-landen? Dan bereken je meestal de btw van het EU-land waar je producten naartoe gaan. Je factureert je buitenlandse klanten het btw-tarief van hun EU-lidstaat. Blijft het totaalbedrag van je buitenlandse verkopen in EU-landen per jaar onder de drempel van 10.000 euro? Dan mag je als Nederlandse webwinkel Nederlandse btw in rekening brengen.

EU-klanten met een geldig btw-nummer factureer je met 0% btw. Dan doe je een ICL, een Intracommunautaire levering. Je afnemer geeft de btw in het eigen land aan.   

Drempelbedrag

Voor afstandsverkopen in de EU geldt een gezamenlijk drempelbedrag van 10.000 euro per jaar. Dit bedrag telt voor alle intra-EU afstandsverkopen van goederen. Plus de verkoop van digitale diensten aan consumenten in de EU. Het maakt niet uit of je via je webshop verkoopt of bijvoorbeeld telefonisch. 

Je houd zelf het drempelbedrag per jaar bij. Ga je in 2025 over de grens van 10.000 euro? Dan gebruik je vanaf dat moment het btw-tarief van het land van je particuliere klant. Dit doe je vanaf de eerste factuur waarmee je over de grens gaat. 

In 2026, het jaar daarna, blijf je factureren met het nationale btw-tarief van het EU-land. Op 1 januari 2027 controleer je de omzet van 2026. Zit je onder de 10.000 euro? Dan mag je weer Nederlandse btw berekenen. Je mag ook het lokale btw-tarief van je EU-klanten blijven gebruiken. 

Voorbeeld

In 2025 leverde je al voor 8.000 euro aan EU-consumenten. Nu maak je een factuur van 3.000 euro voor een Franse klant. Dan zet je Franse btw op deze factuur.

Je buitenlandse btw-aangifte kun je op twee manieren regelen:

  1. Je doet een lokale btw-aangifte. Dit doe je apart voor ieder EU-land waarin je hebt verkocht.
  2. Of je meldt je bedrijf aan voor de OSS-regeling van de Belastingdienst.

Je mag zelf kiezen welke manier je gebruikt.  

Uitzondering drempelbedrag

Het drempelbedrag geldt niet als je accijnsgoederen levert. Bijvoorbeeld voor alcoholische dranken en tabaksproducten. Dit is ook zo voor nieuwe of bijna nieuwe vervoermiddelen. Leveringen van dit soort goederen tellen niet mee voor het drempelbedrag. Bij iedere levering bereken je de btw van het land waar deze goederen heengaan. De hoogte van het bedrag maakt niet uit.

Als je goederen verkoopt die onder de zogeheten margeregeling vallen, tellen deze leveringen niet mee voor het drempelbedrag. Als je de margeregeling gebruikt, betaal je Nederlandse btw aan de Belastingdienst. Deze btw betaal je over de winstmarge van je goederen. Je zet geen btw op je factuur. De btw is wel bij je verkoopprijs inbegrepen.

Geen btw-vrijstelling bij import

Bij invoer van goederen in de EU betaal je altijd invoer-btw. De waarde van de zending maakt niet uit. Ook betaal je voor de producten die je importeert. Naast invoer-btw bestaan deze kosten bijvoorbeeld uit de douaneaangifte van goederen, opslagkosten en administratieve afhandeling. Deze kosten verschillen per dienstverlener. Voor zendingen met een waarde van 150 euro of meer betaal je ook invoerrechten.

Verkoop je producten van buiten de EU aan consumenten die geen btw-aangifte doen? Dan geef je de btw aan in het EU-land waar de goederen binnenkomen. Bijvoorbeeld wanneer je producten uit China direct levert aan een Belgische consument. Voor deze levering draag je Belgische btw af. Dit regel je makkelijk via de Invoer- of IOSS-regeling. IOSS staat voor Import One Stop Shop. 

Tot 150 euro

Voor elke zendingen met een waarde tot 150 euro is een elektronische aangifte ten invoer verplicht. Deze waarde telt per zending en is zonder btw. Dit is de prijs die de consument voor je product betaalt. Lever je per zending meerdere producten aan dezelfde klant? Tel dan alle waarden bij elkaar op. 

Staan de vracht- en verzekeringskosten apart op de factuur? Dan horen ze niet bij de waardebepaling van de 150 euro. Staan deze kosten niet apart  en zitten ze in de totaalprijs? Dan tellen ze wel mee. 

Vrijstelling invoerrechten tot 150 euro verdwijnt

Pakketten met een waarde onder de 150 euro voer je nu nog zonder invoerrechten in. Dit verandert in 2026. De drempel verdwijnt en je betaalt dan bij elke zending invoerrechten. Wanneer dit ingaat is nog niet bekend. Maar de EU wil de nieuwe regels wel snel invoeren. 

Platformfictie

Verkoop je producten via een online platform aan particulieren in EU-landen? Dan kom je misschien platformfictie tegen. Bij platformfictie betaalt het platform de btw over producten die leveranciers via het platform leveren.  

Je spreekt van platformfictie als een leverancier aan het platform levert. En de marktplaats aan een particulier verkoopt. Het platform heeft dan een ondersteunende rol. 

Kenmerken van platformfictie:

  • Het platform heeft zelf algemene vooraarden.
  • In de ondersteunende rol brengt het platform klanten en leveranciers digitaal bij elkaar. 
  • In diezelfde rol helpt het platform bij de bestelling, betaling en levering van de goederen.

One Stop Shop (OSS-regeling)

Je bedrijf aanmelden voor de One Stop Shop-regeling of het éénloketsysteem gaat via de Belastingdienst. Dit systeem heeft drie vrijwillige regelingen:

1. Unieregeling

De Unieregeling is voor Nederlandse ondernemers die goederen of diensten leveren aan klanten in de EU die geen btw-aangifte doen. 

2. Niet-Unieregeling 

De niet-Unieregeling is voor ondernemers van buiten de EU, die diensten leveren aan particulieren waarvoor ze btw moeten betalen in een EU-land.   

3. IOSS of Invoerregeling

De Invoerregeling is voor afstandsverkopen van goederen van buiten de EU met een waarde tot 150 euro. Deze goederen moeten eerst nog ingevoerd worden. Je buitenlandse leverancier levert de goederen direct af bij je klanten in een ander EU-land. Zij betalen dan geen invoer-btw. Deze betalen ze als zij het product in je webwinkel kopen.

IOSS nummer

Wil je de Invoerregeling gebruiken? Dan heb je een invoerregelingnummer, een IOSS nummer nodig van de Nederlandse Belastingdienst. Dit nummer vraag je aan via Mijn Belastingdienst Zakelijk. Deze regeling komt vaak voor bij dropshipping.  

OSS-aangifte doen

De OSS-aangifte doe je via Mijn Belastingdienst Zakelijk

  • Hiervoor heb je eHerkenning, niveau 3 nodig. Heb je een eenmanszaak? Gebruik dan je DigiD. Meld je apart aan voor elke regeling. Bij iedere aanvraag gebruik je steeds dezelfde NAW-gegevens.
  • Jezelf aanmelden voor de Unieregeling of Invoerregeling kan op ieder moment. De regeling kun je daarna per direct gebruiken.   
  • Bij de Invoerregeling doe je melding per maand. De btw betaal je in één keer.
  • Bij de Unieregeling doe je melding per drie maanden. De btw betaal je in één keer. 

Naast je OSS-aangifte doe je ook je gewone btw-aangifte voor je Nederlandse omzet. Afhankelijk van welke regeling je gebruikt, doe je dus meerdere btw-aangiftes die soms per periode verschillen.

Opslag goederen in ander EU-land

Sla je goederen op in een magazijn in een ander EU-land? Dan heb je een plaatselijk btw-nummer nodig. Over de geleverde goederen vanuit het buitenlandse magazijn draag je btw af in dat land. Je doet dus btw-aangifte in dat EU-land. En niet via het Nederlandse éénloketsysteem. 

Voorbeeld

Je gebruikt de fulfilmentservice van Amazon in Duitsland. Je voorraad ligt in Duitsland en met deze service regelt Amazon de orderafhandeling voor je. Hiervoor heb je een Duits btw-nummer nodig. Lever je aan Duitse consumenten? Dan is dat een binnenlandse verkoop. Hiervoor doe je een btw-aangifte in Duitsland. De verkopen aan Amazon zijn een B2B-transactie, een ICL. Hiervoor doet Amazon zelf btw-aangifte in Duitsland.  

Voor je afstandsverkopen vanuit Nederland naar consumenten in andere EU-lidstaten maak je een keuze:

  • Je doet lokaal aangifte en kiest voor een nationale registratie in deze landen. 
  • Je gebruikt het éénloketsysteem, de OSS-regeling. 

Kies de je OSS-regeling? Dan geef je je afstandsverkopen aan buitenlandse consumenten via OSS aan. Je Duitse btw-registratie gebruik je alleen voor B2B-leveringen en plaatselijke in- en verkopen. 

Btw en KOR

Gebruik je de kleineondernemersregeling (KOR)? Dan heb je een omzet van minder dan 20.000 euro per jaar en betaal je geen btw. Ga je met je webshop over de drempel van 10.000 euro omzet in andere EU-landen? Dan gelden vanaf dat moment de btw-regels van het land van je klant. De Nederlandse KOR is dan niet langer van toepassing.

Over deze omzet doe je plaatselijk aangifte. Dit kan op drie manieren. 

  1. Je meldt je aan voor de Unieregeling via het éénloketsysteem.
  2. Je registreert je nationaal voor de btw in het EU-land en doet daar aangifte. Btw die je bijvoorbeeld betaalt over inkopen kun je dan direct verrekenen. Dit is soms voordeliger. 
  3. Je maakt gebruik van de EU-KOR in andere EU-landen. Dit is een vrijstelling voor de btw als je zakendoet in de EU. Meedoen kan in één of meer EU-landen. Andersom kunnen ondernemers uit andere EU-landen de Nederlandse KOR gebruiken.

De omzet in andere EU-landen telt niet mee voor de KOR. Hiervoor doe je al aangifte in die landen. Je kunt de KOR blijven toepassen zolang je Nederlandse omzet onder de 20.000 euro blijft. 

Blijf je in een jaar met je buitenlandse omzet in de EU onder de 10.000 euro? En is deze omzet samen met je Nederlandse omzet niet meer dan 20.000 euro? Dan mag je gewoon onder de KOR blijven werken. Je berekent dan geen btw en doet geen btw-aangifte. 

Kom in actie


Het drempelbedrag van 10.000 euro voor verkopen aan EU-consumenten bereik je sneller dan je denkt. Vanaf dat moment betaal je btw in een ander EU-land. Dit heeft gevolgen voor je administratie. Kom direct in actie als het drempelbedrag in zicht komt.

  • Breng in kaart waar je klanten wonen.
  • Bekijk de omzet per EU-land. 
  • Controleer het btw-tarief in elk land. Je bent zelf verantwoordelijk voor het bepalen van het juiste tarief. En dat je de juiste bedragen in je OSS-aangifte meldt.  

EU-landen hebben verschillende btw-tarieven. Dit heeft invloed op de prijs van je producten per land. Pas je computerprogramma aan voor een juiste administratie en facturatie. 

Zorg dat je webshop de juiste prijs inclusief btw laat zien. Dit kan bijvoorbeeld via het adres van je klant. Overleg met je boekhouder of softwareleverancier over je mogelijkheden.  

Maak een keuze:

  • Gebruik één van de vrijwillige regelingen, of
  • Registreer je plaatselijk voor de btw in de aparte EU-landen. 
  • Kies je voor een regeling? Dan gelden de Nederlandse factuureisen.   
  • Ga je voor een buitenlands btw-nummer en draag je de btw daar af?  Dan gebruik je de factuureisen van het land waar je btw betaalt. Deze eisen verschillen soms per EU-land.