Met een EUR.1 en EUR-MED verlaag je invoerrechten

- Marco van Hagen
- Achtergrond
- Bijgewerkt 17 november 2025
- 8 min
- Runnen en groeien
- Internationaal
Met een EUR.1 of EUR-MED verlaag je invoerrechten. Vaak betaal je met deze certificaten zelfs geen invoerrechten. De producten die je levert moeten dan van preferentiële oorsprong zijn. In dit artikel lees je waarvoor je een EUR.1 en EUR-MED nodig hebt, wat preferentiële oorsprong is, en hoe je de preferentiële oorsprong van een product bepaalt.
Maak van je exportplannen een succes
Krijg waardevolle tips in onze e-mailserie over exporteren
De EU sloot handelsverdragen met diverse overeenkomstlanden. Hierin staan afspraken over het verlagen van invoerrechten. Je vindt hier ook de regels over preferentiële oorsprong. Met een EUR.1 en EUR-MED bewijs je dat een product aan deze regels voldoet.
Op een EUR.1 en EUR-MED zet je de omschrijving en preferentiële oorsprong van je producten. En de NAW-gegevens van exporteur en klant. In Nederland keurt KVK de oorsprong op een EUR.1 en EUR-MED goed met een digitale stempel en handtekening. Daarna maakt de Nederlandse Douane deze exportdocumenten geldig.
EUR.1 of EUR-MED nodig
De officiële naam voor een EUR.1 en EUR-MED is ‘Certificaat inzake goederenverkeer EUR.1’ en ‘Certificaat inzake goederenverkeer EUR-MED’. Het zijn preferentiële oorsprongsbewijzen. Deze certificaten zijn niet verplicht. Ook zonder EUR.1 en EUR-MED importeer en exporteer je producten. Je vraagt ze alleen aan voor producten die van preferentiële oorsprong zijn en waarbij je korting op invoerrechten krijgt.
Voordeel
Een EUR.1 of EUR-MED levert jou of je klant voordeel op, omdat je hiermee verlaging of vrijstelling van invoerrechten krijgt. Als je producten importeert uit een overeenkomstland vraag je of je leverancier een EUR.1 of EUR-MED met de zending meestuurt. Een overeenkomstland is een land waarmee de EU een handelsverdrag heeft.
Exporteer je naar een overeenkomstland, dan vraag je een EUR.1 of EUR-MED aan bij KVK. KVK controleert of de goederen die je exporteert van preferentiële oorsprong zijn. Controleer ruim voordat je de producten levert of je producten recht hebben op een EUR.1 of EUR-MED.
Verschil EUR.1 en EUR-MED
Een EUR.1-certificaat gebruik je voor de meeste landen waarmee de EU een handelsverdrag heeft. Een EUR-MED-certificaat is een andere vorm van het EUR.1. Een EUR-MED is alleen geldig als je handelt met landen die onder de Pan-Euro-Mediterrane overeenkomst vallen. Deze overeenkomst maakt mogelijk dat grondstoffen en producten van preferentiële oorsprong uit meerdere landen meetellen voor de oorsprongsbepaling. Dit noem je ‘cumulatie’. Cumulatie betekent in dit geval dat je het product in verschillende landen maakt. Je telt al die productiestappen bij elkaar op en komt zo tot één preferentiële oorsprong van een product.
Op een EUR-MED mag je alle landen noemen waar een deel van de productie plaatsvond. Deze mogelijkheid heb je niet bij een EUR.1.
Export en import
Dit artikel gaat vooral over het gebruik van een EUR.1 en EUR-MED bij export. Bij import zorgt je leverancier voor een EUR.1 of EUR-MED.
Preferentiële oorsprong
‘Preferent’ betekent in deze situatie een 'voordeel'. Voor een product van preferentiële oorsprong betaal je minder invoerrechten. Hiervoor spreekt de EU voorwaarden af met haar overeenkomstlanden. De voorwaarden staan in oorsprongsregels voor preferentiële . Voor het gebruiken van deze oorsprongsregels heb je de HS-code van je product nodig.
Preferentiële oorsprongsregels verdeel je in ‘geheel en al verkregen’ en ‘productspecifieke bewerkingsregels’.
Geheel en al verkregen
Oorsprong is het land waar je een product uit de grond wint. Maar ook waar je het oogst, waar je het vangt of waar het is geboren. Denk aan mineralen, planten of dieren. Dit noem je ‘geheel en al verkregen’. De oorsprong van geheel en al verkregen producten stel je eenvoudig vast.
In de handelsverdragen moeten sommige producten aan extra voorwaarden voldoen voordat het geheel en al verkregen is. Hiervoor bekijk je de regels in het handelsverdrag met het land waarmee je zaken gaat doen.
Voorbeeld: oorsprong van zeevis
Voordat zeevis preferentiële EU-oorsprong krijgt, moet je de vis vangen binnen de EU-territoriale wateren. Wanneer je de vis buiten deze wateren vangt, moet je aan deze extra voorwaarden voldoen:
- Het schip moet varen onder de vlag van een EU-lidstaat.
- Het schip staat geregistreerd in een EU-lidstaat.
- Minimaal 50% van de eigenaren van het schip is gevestigd in de EU.
- Tenminste 50% van de opvarenden bestaat uit inwoners van de EU (deze regel staat niet in alle overeenkomsten).
Productspecifieke bewerkingsregels
Maak je producten waarin je grondstoffen en onderdelen uit verschillende landen verwerkt? Dan bepaal je op een andere manier de preferentiële oorsprong van een product. Een eindproduct krijgt preferentiële EU-oorsprong als je EU-grondstoffen en -onderdelen zoals halfproducten ‘ingrijpend bewerkt’ tot een nieuw product. Dit nieuwe product kan op vier manieren preferentiële EU-oorsprong krijgen. Door:
- waardetoevoeging
- postverspringing
- een specifieke bewerkingsregel
- een combinatie van bovenstaande manieren
GN-code
Binnen de EU noemen we deze goederencode GN-codes, wat staat voor Geharmoniseerde Nomenclatuur. De codes hebben tien cijfers. De eerste twee cijfers betekenen de hoofdstukken van de GN. De eerste vier cijfers zijn de postnummers.
1. Waardetoevoeging
In een eindproduct mogen stoffen en onderdelen zitten die geen preferentiële EU-oorsprong hebben. Vaak tot een maximum aantal procent van de prijs of het gewicht van het eindproduct. Met de prijs bedoel je in dit geval de prijs van een product als het de werkplaats of fabriek verlaat. Zonder transportkosten en verzekeringskosten. Dit is de zogeheten Ex Works-prijs ofwel de ‘prijs af fabriek’.
Voorbeeld
In het handelsverdrag tussen de EU en staat deze eis voor buitenboordmotoren met een cilinderinhoud van minder dan 325 cm³ (goederencode 8407 21): ‘vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het product’. Je mag dus onderdelen van buiten de EU gebruiken. Maar de waarde van die onderdelen mag niet hoger zijn dan 40% van de prijs af fabriek.
Het invoerrecht op deze buitenboordmotoren in Egypte is 10%. Met een preferentieel oorsprongsbewijs betaal je geen invoerrechten.
2. Postverspringing
De oorsprongsregel ‘postverspringing’ betekent dat je een product zo bewerkt, dat het van het ene postnummer naar het andere postnummer gaat. Postnummers zijn de eerste vier cijfers van een goederencode ofwel HS-code.
Voorbeeld
Voor kunstbloemen (HS-code 6702 10 00 00) staat in Protocol 3 van het handelsverdrag tussen de EU en de eis: ‘vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product’. Hiermee wordt postverspringing bedoeld. Het maakt niet uit waar de grondstoffen en onderdelen vandaan komen. Zolang deze maar onder een ander postnummer vallen dan 6702. Bijvoorbeeld postnummer 5007 voor de zijde die in kunstbloemen verwerkt is.
In de EU moet wel een ‘meer dan ontoereikende bewerking’ van het product plaatsvinden. Dit betekent dat er een proces van maken is binnen de EU. Eenvoudig in elkaar klikken is bijvoorbeeld onvoldoende en daarmee ontoereikend. Ook is er in dit geval geen maakproces. Lijsten met ontoereikende bewerkingen vind je in de handelsverdragen.
Het invoerrecht op de kunstbloemen in Servië is 20%. Met een preferentieel oorsprongsbewijs is dit 0%.
3. Specifieke bewerkingsregel
Soms moet een speciaal onderdeel van een product van preferentiële EU-oorsprong zijn.
Voorbeeld
In het handelsverdrag tussen de EU en Tunesië is de oorsprongseis voor houten pallets (HS-code 4415 20 20 00): ‘vervaardiging uit niet op maat gezaagde planken’. Dit betekent dat je de planken die je gebruikt in de EU of in een ander PEM-overeenkomstland op maat zaagt of laat zagen.
Het invoerrecht op houten pallets in Tunesië is 30%. Met een preferentieel oorsprongsbewijs is dit 0%.
4. Een combinatie van bovenstaande manieren
Voor sommige producten gebruik je een combinatie van bovenstaande oorsprongsregels. Het product krijgt dan bijvoorbeeld preferentiële EU-oorsprong door postverspringing, samen met het gebruik van speciale onderdelen tot een maximum aantal procent.
Voorbeeld
In het handelsverdrag tussen de EU en staat een gecombineerde oorsprongsregel voor repen chocolade (HS-code 1806 32 10 00). De reep krijgt preferentiële EU-oorsprong als alle ingrediënten die je gebruikt onder een ander postnummer vallen dan 1806. En er is een extra regel voor ingrediënten uit hoofdstuk 17. Dit zijn suiker en suikerwerk. Je mag deze gebruiken van niet-preferentiële EU-oorsprong tot een maximumwaarde. In dit geval maximaal 30% van de prijs af fabriek.
Het invoerrecht op repen chocolade in Noorwegen is 7,69 Noorse Kronen (0,66 euro) per kilogram. Met een preferentieel oorsprongsbewijs betaal je geen invoerrechten.
Aanvullende regels
Soms voldoet een product net niet aan de eisen voor preferentiële oorsprong. Dan kun je kijken naar aanvullende regels. Deze regels staan in de artikelen van het handelsverdrag met het overeenkomstland. Misschien krijgt je product zo toch preferentiële oorsprong. Bijvoorbeeld door cumulatie of tolerantie.
Cumulatie
Bij cumulatie gebruik je bijvoorbeeld ook grondstoffen die de preferentiële oorsprong hebben van het land waarnaar je exporteert. De andere grondstoffen hebben dan wel de preferentiële EU-oorsprong. Of een product preferentiële oorsprong krijgt door cumulatie kan KVK voor je beoordelen.
Tolerantie
Bij tolerantie mag je een grondstof van niet-preferentiële oorsprong gebruiken. Dat doe je bijvoorbeeld tot een waarde van 15% van de prijs af fabriek. Ook dit kan KVK beoordelen als je hier vragen over hebt.
Contact
Afdeling Exportdocumenten van KVK helpt je verder.
- E-mail: Exportdocumenten regio West
- Telefoon regio West: 088 585 18 87
- E-mail: Exportdocumenten regio Oost/Zuid
- Telefoon regio Oost/Zuid: 088 585 18 89
Regels preferentiële oorsprong
De preferentiële oorsprong van producten bepaal je volgens regels. In de handelsverdragen van de vind je deze oorsprongsregels voor je product. Met de van de Europese Commissie stel je vast of je product aan de preferentiële oorsprongsregels voldoet.
Preferentiële oorsprong op verklaringen controleren
Als exporteur of toeleverancier kun je verklaringen met de preferentiële oorsprong van producten door KVK laten controleren en bevestigen. Zo weet je zeker dat de factuurverklaring of leveranciersverklaring klopt. Voor controle van een leveranciersverklaring moet de leverancier in Nederland zitten.
Bij export naar landen buiten de EU heb je regelmatig de preferentiële oorsprong van producten nodig. De regels hiervoor zijn ingewikkeld en verschillen vaak per land. Soms gebruik je hierdoor de verkeerde preferentiële oorsprong. Een importeur betaalt dan mogelijk alsnog invoerrechten en de zending wordt voor diegene zo duurder dan verwacht.
Aanvragen EUR.1 of EUR-MED
Je vraagt per exportzending een EUR.1 of EUR-MED digitaal aan bij KVK. Dit kun je op twee manieren doen. Je regelt dit online via een intermediair of je vraagt hulp aan een logistiek dienstverlener. Lees hoe je digitaal een EUR.1 of EUR-MED aanvraagt. Hieronder lees je wat je nodig hebt bij je aanvraag.
Dit heb je nodig bij je aanvraag
Je kunt een EUR.1 of EUR-MED-certificaat digitaal aanvragen als je producent, handelaar of logistiek dienstverlener bent. Je bewijst de preferentiële oorsprong met speciale documenten.
- Ben je producent? Dan moet je bewijzen dat je product voldoet aan de voorwaarden van de handelsovereenkomst met het exportland. Neem hiervoor contact op met KVK. Zorg dat je de juiste goederencode van je product bij de hand hebt.
- Ben je handelaar? Dan vraag je bij je leverancier een leveranciersverklaring van preferentiële oorsprong 2015/2447 op. Ook een kopie van de inkoop- en verkoopfactuur lever je bij KVK in.
- Ben je logistiek dienstverlener? Zorg dan voor hetzelfde bewijs als de producent of handelaar. Zorg ook voor een machtiging van je opdrachtgever waarin die akkoord gaat.
Welke oorsprongsdocumenten zijn er bij export
Geldig maken
Wanneer KVK het EUR.1 of EUR-MED goedkeurt, krijg je deze in twee delen terug. Eén kopie voor de Nederlandse Douane die het document geldig maakt, en één origineel. Dit geldig maken noem je viseren. Op het origineel zet de douane een visering. Het origineel stuur je hierna met je zending mee. Bespreek of je logistieke dienstverlener het geldig maken bij de douane voor je regelt.
Andere optie dan EUR.1 of EUR-MED
Soms kun je ook zonder EUR.1 of EUR-MED verlaging of vrijstelling van invoerrechten krijgen. Bijvoorbeeld in landen die geen EUR.1 of EUR-MED gebruiken, maar alleen een factuurverklaring. Dit is een preferentiële oorsprongsverklaring die je op je eigen verkoopfactuur zet.
Kosten EUR.1 of EUR-MED
De kosten voor een EUR.1 of EUR-MED bestaan uit verschillende onderdelen. KVK stuurt je maandelijks een verzamelfactuur voor de afgiftekosten, ofwel leges. Dit hangt af van de manier waarop je de documenten aanvraagt. De kosten van de leges voor exportdocumenten staan in het tarievenoverzicht. Een intermediair en logistiek dienstverlener rekenen ook kosten voor hun dienstverlening.


